ECLI:NL:RBGEL:2013:2566

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 augustus 2013
Publicatiedatum
26 augustus 2013
Zaaknummer
05/701971-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verkeersdelict met voorwaardelijke straf en boete

De Rechtbank Gelderland heeft op 26 augustus 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 24-jarige man uit Winssen, die werd beschuldigd van roekeloos rijgedrag dat leidde tot een verkeersongeval op 19 september 2012 te Nijmegen. De officier van justitie had vrijspraak geëist voor het primair tenlastegelegde, en de rechtbank oordeelde dat het niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte aanmerkelijke schuld had aan het ongeval. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan het veroorzaken van gevaar op de weg, zoals vastgelegd in artikel 5 van de Wegenverkeerswet.

Tijdens de zitting op 12 augustus 2013 werd de zaak behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.C.J.M. Weijers. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, terwijl hij met een bromfiets reed, niet voldoende rekening had gehouden met de verkeersveiligheid, vooral gezien de aanwezigheid van een achteruitrijdende vrachtwagen op het fietspad. De rechtbank achtte het subsidiair tenlastegelegde bewezen, waarbij de verdachte roekeloos had gereden en daardoor gevaar had veroorzaakt.

De rechtbank legde een geldboete op van € 650, met de mogelijkheid tot termijnbetaling, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee maanden. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was R. van Dijk.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/701971-12
Datum zitting : 12 augustus 2013
Datum uitspraak : 26 augustus 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [1988] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats].
raadsman : mr. C.C.J.M. Weijers, advocaat te Nijmegen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 september 2012, te Nijmegen, althans in Nederland, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets merk peugeot) daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), het fietspad gelegen naast de voor het openbaar verkeer openstaande weg Hogelandseweg, roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl verdachte reed in een voor hem naar links verlopende flauwe bocht, in welke bocht het zicht van verdachte werd beperkt/belemmerd door een of meer
struiken en/of bomen, en/of terwijl op dat moment op dat fietspad een vrachtwagen (mercedes actros) (in verband met wegwerkzaamheden) langzaam achteruit reed in dezelfde richting
als verdachte reed, (daarbij) niet, althans onvoldoende, heeft voldaan aan zijn verplichting
zoveel mogelijk rechts te houden, als bedoeld in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en/of (daarbij) heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur althans zijn snelheid gezien de omstandigheden ter plaatse niet, althans in
onvoldoende mate heeft verminderd en/of aangepast, en/of (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met de bestuurder van een hem tegemoetkomende bromfiets (merk kymco agility), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan verdachtes schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer] bestuurder van die kymco agility) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 19 september 2012, te Nijmegen, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets merk peugeot) daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), het fietspad gelegen naast de voor het openbaar verkeer openstaande weg Hogelandseweg, terwijl verdachte reed in een voor hem naar links verlopende flauwe bocht, in welke bocht het zicht van verdachte werd beperkt/belemmerd door een of meer struiken en/of bomen, en/of terwijl op dat moment op dat fietspad een vrachtwagen (mercedes actros) (in verband met wegwerkzaamheden) langzaam achteruit reed in dezelfde richting als verdachte reed, (daarbij) niet, althans onvoldoende, heeft voldaan aan zijn verplichting zoveel mogelijk rechts te houden, als bedoeld in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en/of (daarbij) heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur althans zijn snelheid gezien de omstandigheden ter plaatse niet, althans in onvoldoende mate heeft verminderd en/of aangepast, en/of (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met de bestuurder van een hem tegemoetkomende bromfiets (merk kymco agility), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 12 augustus 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.C.J.M. Weijers, advocaat te Nijmegen.
De officier van justitie, mr. R. Leuven, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen is. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- Een in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de regiopolitie Gelderland-Zuid, district Stad Nijmegen opgemaakt proces-verbaal nr. PL081P 2012093487, gesloten op 13 november 2012, de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal inhoudende:
  • een proces-verbaal aanrijding overtreding (pag. 004 / 008);
  • een proces-verbaal van verhoor betrokkene [slachtoffer] (pag. 012/013);
- een proces-verbaal forensische opsporing (pag. 021 e.v.);
- De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 12 augustus 2013.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 19 september 2012, te Nijmegen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets merk Peugeot) daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, het fietspad gelegen naast de voor het openbaar verkeer openstaande weg Hogelandseweg, terwijl verdachte reed in een voor hem naar links verlopende flauwe bocht, in welke bocht het zicht van verdachte werd beperkt/belemmerd door struiken en bomen, en terwijl op dat moment op dat fietspad een vrachtwagen (Mercedes actros) in verband met wegwerkzaamheden langzaam achteruit reed in dezelfde richting als verdachte reed, daarbij niet, heeft voldaan aan zijn verplichting zoveel mogelijk rechts te houden, als bedoeld in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en daarbij heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur en vervolgens is gebotst tegen de bestuurder van een hem tegemoetkomende bromfiets (merk kymco agility), door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, en het verkeer op die weg werd gehinderd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het subsidiaire:
Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Het feit is strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ten bedrage van 650 euro subsidiair 13 dagen hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie verwijt verdachte het gevaarzettende verkeersgedrag waarbij aan een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is een matiging van de geldboete bepleit alsmede een termijnbetaling. Verdachte heeft een blanco documentatie en op grond daarvan is een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen op zijn plaats.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 02 juli 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft in onvoldoende mate de verkeersveiligheid in acht genomen toen hij werd geconfronteerd met een op het fietspad achteruitrijdende vrachtwagen. Verdachte is, zoals hij verklaard heeft, met onverminderde snelheid via de stoep de vrachtwagen gepasseerd en vervolgens onnodig lang op de voor het tegemoetkomende verkeer geldende deel van het fietspad blijven rijden. De rechtbank is van oordeel dat, gelet hierop, een straf zoals door de officier van justitie geëist passend en geboden is. De rechtbank zal voor wat betreft de op te leggen geldboete een termijnbetaling toestaan.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c, 91 van het Wetboek van Strafrecht alsmede de artikelen 5, 177, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte primair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
betaling van een geldboete van € 650,-- (zeshonderdvijftig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door de duur van 13 dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 13 maandelijkse termijnen van elk € 50,--.
alsmede:
Ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, bromfietsen daaronder begrepen, voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat deze ontzegging niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. M.C. Gerritsen en mr. E. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 augustus 2013.