Uitspraak
[verdachte],
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
lichamelijkletsel). Ter terechtzitting van 31 juli 2013 heeft [slachtoffer 1] aangegeven – ten aanzien van zijn lichamelijk letsel – dat hij nog steeds last heeft van zijn neus en zijn bril nog niet op kan zetten zonder hoofdpijn te krijgen.
lichamelijkletsel maken dat naar het oordeel van de rechtbank, in navolging van de vaste rechtspraak op dit punt, niet gesproken kan worden van zwaar lichamelijk letsel als bedoeld in meergenoemd artikel. Verdachte zal aldus ook van het subsidiair ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2013;
- het schriftelijk bescheid zijnde een afschrift van de aangifte van [slachtoffer 2], p. 75, 76;
- proces-verbaal van verhoor, verklaring verdachte [medeverdachte], p. 172, 176;
- een schriftelijk bescheid zijnde een afschrift van de aangifte van [slachtoffer 3], p. 82, 83.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6. De motivering van de sanctie(s)
[slachtoffer 1]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.000,-.
[slachtoffer 2]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 48,19.
[slachtoffer 3]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 189,90.
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 1.750,- (zeventienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen € 1.750,- (zeventienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 27 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 2], te betalen € 48,19 (achtenveertig euro en negentien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen € 48,19 (achtenveertig euro en negentien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 3], te betalen € 189,90 (honderdnegenentachtig euro en negentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], te betalen € 189,90 (honderdnegenentachtig euro en negentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.