Uitspraak
[verdachte],
Rechtbank Gelderland
Op 31 juli 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 21-jarige man, die werd beschuldigd van poging tot brandstichting in de woning van zijn ouders en de vernieling van een bloempot. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 473 dagen, waarvan 270 dagen voorwaardelijk. De man werd verminderd toerekeningsvatbaar geacht, en de rechtbank oordeelde dat een TBS-maatregel met voorwaarden nog niet aan de orde was, gezien zijn jonge leeftijd en het feit dat hij nog niet eerder binnen een verplicht reclasseringscontact was behandeld.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 8 januari 2013 heeft de verdachte in de keuken van de woning van zijn ouders een theedoek op een kookplaat gelegd en deze aangezet, waarna hij het huis verliet. Door de hitte is de theedoek gaan smeulen, wat leidde tot rookontwikkeling. De moeder van de verdachte ontdekte de smeulende theedoek en heeft deze op tijd verwijderd, waardoor er geen brand is ontstaan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair ten laste gelegde brandstichting, maar achtte de poging tot brandstichting wel bewezen, omdat er gemeen gevaar voor goederen was.
Daarnaast was de verdachte ook beschuldigd van het opzettelijk vernielen van een bloempot op 12 september 2012. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde door de bloempot met kracht op de grond te gooien, wat leidde tot vernieling. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd door te verwijzen naar de psychiatrische rapportages die de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte bevestigden. De rechtbank heeft besloten tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met de mogelijkheid van klinische opname voor behandeling van zijn psychische stoornis.