ECLI:NL:RBGEL:2013:1966

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 juli 2013
Publicatiedatum
26 juli 2013
Zaaknummer
06/940482-12, 06/850011-13 en 05/820624-13 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en bedreigingen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 30 juli 2013, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wegens meerdere (winkel)diefstallen en bedreigingen. De zaak betreft drie parketnummers: 06/940482-12, 06/850011-13 en 05/820624-13. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in 2012 in de gemeente Zutphen en Deventer meerdere diefstallen heeft gepleegd, waarbij hij geweld en bedreigingen heeft gebruikt tegen winkelpersoneel. De tenlastelegging omvat onder andere bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij geweld is gebruikt. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als bewijs gebruikt, evenals de bekennende verklaringen van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het strafblad van de verdachte en het hoge recidiverisico. De verdachte is niet in aanmerking gekomen voor een ISD-maatregel, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden daarvoor. De rechtbank heeft de strafoplegging gemotiveerd en de verdachte de mogelijkheid gegeven om in de proeftijd te laten zien dat hij zijn leven kan beteren.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummers: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]06/940482-12, 06/850011-13 en 05/820624-13
(gev. ttz)
Uitspraak d.d.: 30 juli 2013
tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring in Zutphen.
raadsman: mr. A.R. Maarsingh advocaat te Deventer.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 juli 2013.
De tenlastelegging
Aan verdachte is onder parketnummer 06/940482-12 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 december 2012in de gemeente Zutphen [slachtoffer1] (werkzaam als beveiligingsbeambte) en/of andere personeelsleden van de Jumbo (locatie [adres]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/heeft verdachte opzettelijk dreigend op genoemde [slachtoffer1] toegelopen en/of een agressieve houding heeft aangenomen ten overstaan van die [slachtoffer1] en/of slaande beweging(en) gemaakt naar/in de richting van die [slachtoffer1] en/of (daarbij) deze persoon/personen dreigend de woorden toegevoegd : "Waar woon je, ik maak je kapot en/of ik weet jullie te werken, ik maak je/jullie kapot en/of ik schop je tegen je kop en/of ik weet jullie te vinden en/of ik steek jullie allemaal neer en/of ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 17 november 2012in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een winkel (aan de [adres] althans een of meer cosmetica-artikel(en) (o.a. merk Olaz) en/of andere verzorgingsprodukt(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma Trekpleister, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer2] (filiaalleider/personeelslid van de Trekpleister), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) genoemde [slachtoffer2] in/op/tegen de nek en/of/althans tegen het hoofd en/of/althans (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 05 november 2012in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkel (aan de [adres] althans een fles(sen) shampoo (head & shoulders en/of andrelon) en/of 1 of meerdere fles(sen) wasmiddelen en/of andere produkten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Jumbo Supermarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 17 november 2012in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkel (aan [adres] althans een aantal althans een fles(sen) geurwater/parfum althans cosmetica/verzorgingsproducten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is onder parketnummer 06/850011-13 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 september 2012 te Deventer [slachtoffer3](bedrijfsleider van Plus Supermarkt aan de [adres]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend zichtbaar voor die [slachtoffer3] met zijn hand en/of vinger een snijdende beweging langs zijn keel/hals heeft gemaakt en/of met zijn hoofd (een) stotende beweging(en) in de richting van
het hoofd van die [slachtoffer3] heeft gemaakt en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer3] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "ik snij je de strot door, ik steek je neer" en/of "ik trap je in elkaar, maak je dood en breek je neus" en/of "ik haal een pistool op en schiet je hartstikke dood" en/of "ik loop naar de auto en haal even wat", (waarna verdachte is weggelopen en terug is komen lopen) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 november 2012 te Zutphen [slachtoffer4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een mes, zijnde een keukenmes (vleesmes) in diens, verdachtes, hand heeft gehad en/of heeft getoond en/of (daarbij) naar voornoemde [slachtoffer4] is toegelopen en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "als jullie oorlog willen, kunnen jullie het krijgen" en/of "als je aan mijn rechten komt, dan maak ik je dood" en/of "ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is onder parketnummer 05/820624-13 ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2012 tot en met 25 oktober 2012, te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit en schuur (gelegen aan de [adres] nummer) heeft weggenomen een hoeveelheid (tuin)gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het doorknippen/forceren van het slot van die schuur); (pag 34 aangifte 2012145635)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2012 tot en met 25 oktober 2012 althans in de maand oktober 2012 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit en schuur (gelegen aan de [adres] nummer [adres]) heeft weggenomen een riek en/of gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het doorknippen/forceren van het slot van die schuur); (pag 46 aangifte 2013030299)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit sportcomplex (aan de [adres]) heeft weggenomen en hoeveelheid drank en/of frisdrank en/of bier en/of een geldbedrag (uit een fooienpot) en/of een aantal doeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam vereniging], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het forceren van een raam en/of een deur van dat complex) (pag. 52 aangifte 2012156665);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 17 november 2012 te Zutphen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportcomplex ( aan de Waarden 309) heeft weggenomen een hoeveelheid kaas en/of snoep en/of een hoeveelheid drank en/of een afroomkluis, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Voetbalvereniging [naam vereniging], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het forceren van ramen van dat complex) (pag. 76 aangifte 2012156603)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 21 november 2012 te Dieren, gemeente Rheden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid drank en/of gehakt en/of saus en/of kruiden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Coop, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
(pag. 126 aangifte 2012131053)
art 310 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 29 oktober 2012 te Deventer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid koffie en/of toiletartikelen en/of wijn en/of koekjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Jumbo[slachtoffer7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
(pag. 136 aangifte 2012094425)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 29 oktober 2012 te Deventer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid koffie en/of scheermesjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam BV] BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
(pag.156 aangifte 2012095197)
art 310 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Er zijn bij de politie diverse meldingen binnengekomen van winkeldiefstal, diefstal uit schuurtjes en kantines en bedreiging (van winkelpersoneel).

Parketnummer 06/940482-12

Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de aan de verdachte tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen verder opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Met betrekking tot hetgeen als feit 1 ten laste is gelegd heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit omdat de medewerkers van de winkel niet zo onder de indruk waren van de bedreigingen van verdachte, zodat bij hen geen redelijke vrees bestond voor het misdrijf waarmee verdachte dreigde. Zij hebben hem immers naar de grond gewerkt en vastgehouden tot de politie was gearriveerd. Hun vrees voor zwaar lichamelijk letsel werd volledig gepareerd door hun kordate optreden.
Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft de raadsman geen (bewijs)verweer gevoerd en heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank als volgt.
Op 15 december 2012 is aangifte gedaan door [slachtoffer1], beveiligingsmedewerkster bij de Jumbo aan [adres] [2] . Zij heeft daarbij verklaard dat zij op 15 december 2012 aan het werk was en dat omstreeks 18:45 uur een man (verdachte) achter haar aan liep die agressief op haar overkwam. De man kwam vlak voor haar staan, bijna met zijn neus tegen haar neus. Hij zei: “Waarom houd je mij in de gaten, ik weet je te vinden, ik weet waar je werkt”. De man was iets groter dan aangeefster en zij vond hem bedreigend dicht bij haar staan. De man sprak luid en schreeuwend tegen aangeefster en zij voelde zijn speeksel in haar gezicht. De situatie kwam bedreigend op haar over. Aangeefster zei tegen de man dat hij de winkel moest verlaten en zij pakte hem vast en begeleidde hem naar de uitgang, waarbij hij meerdere malen riep: “Bitch, kutwijf”. Ongeveer tien minuten later kwam de man terug de winkel in, stond voor Tander (medewerker van de Jumbo) en riep met luide stem “Ik zoek je op”. De man kwam zeer agressief op haar over en ze vermoedde dat de man Tander iets aan wilde gaan doen. Toen aangeefster er naar toe liep, keerde de man zich tegen haar en riep in de richting van aangeefster: “Bitch, kutwijf, kankerwijf”. De man haalde vervolgens zijn rechterarm met gebalde vuist met snelheid naar achteren en aangeefster kreeg de indruk dat de man in haar richting wilde slaan. Daarna wilde hij haar te lijf gaan. Aangeefster zag dat de man door meerdere personen tegen de grond werd gehouden en werd vastgepakt. De man was zeer agressief en aangeefster hoorde hem roepen: “Ik weet jullie te werken, ik maak jullie kapot”, of woorden van gelijke strekking. De man probeerde zich los te rukken en bleef bedreigende taal in de richting van aangeefster en andere personen schreeuwen.
Verbalisanten [verbalisant1] en [verbalisant2] hebben verklaard [3] op 15 december 2012 omstreeks 20:45 uur de betreffende camerabeelden van de Jumbo in Zutphen te hebben bekeken. Op de beelden is te zien dat de man die zij herkennen als verdachte snel liep in de richting van aangeefster en dat hij met zijn armen aan het gebaren was. Ook toen verdachte enige tijd later de winkel weer in kwam was hij met zijn armen aan het gebaren. Verdachte vloog op aangeefster af en haalde tweemaal zijn rechterarm uit om haar te slaan.
Verbalisant [verbalisant3], die op 15 december 2012 omstreeks 18:00 uur in zijn vrije tijd in de Jumbo in Zutphen was, heeft verklaard [4] dat de man bedreigingen uitte in de richting van verschillende medewerkers en een beveiligingsmedewerkster. De man riep: “Ik weet jou wel te vinden”, “Kijk mij niet zo aan” of woorden van gelijke strekking. De man viel en toen hij weer overeind was liep hij met gebalde vuist in de richting van aangeefster en maakte een zwaaiende beweging met zijn rechterarm, om haar te raken.
Getuige [getuige 1], vulploegleider van de Jumbo in Zutphen, heeft verklaard [5] dat aangeefster de man op 15 december 2012 omstreeks 18:45 uur de winkel uitwerkte. De man was de hele tijd aan het schreeuwen en schelden. De man kwam later terug en riep tegen haar: “Ik zoek je op, ik pak je, ik maak je kapot”. De man had een agressieve lichaamshouding. Hij maakte zich groot en zwaaide wild met zijn armen. Getuige [getuige 1] heeft de man samen met andere collega’s op de grond gehouden. De man schreeuwde toen herhaaldelijk: “Ik steek jullie allemaal neer, ik maak jullie dood”.
Verdachte heeft verklaard [6] dat hij op 15 december 2012 iets voor sluitingstijd in de Jumbo in Zutphen was en dat hij waarschijnlijk zijn stem heeft verheven tegen aangeefster. Verdachte heeft verklaard dat het goed zou kunnen dat hij heeft geprobeerd aangeefster te slaan.
Ook heeft verdachte verklaard dat hij de andere medewerker van de winkel heeft uitgescholden en bedreigd. Het zou best kunnen dat hij daarbij heeft gezegd: “Ik maak je kapot”, “Ik weet je te vinden” en “Ik steek je neer”, aldus verdachte.
Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het als feit 1 ten laste gelegde feit (bedreiging van een beveilingsmedewerker en ander winkelpersoneel) heeft gepleegd. Verdachte heeft slaande bewegingen gemaakt in de richting van aangeefster en heeft, niet alleen tegen haar, maar ook in de richting van ander winkelpersoneel, dreigende taal geuit. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gebruikte bewoordingen van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn geuit dat ze in zijn algemeenheid de redelijke vrees opwekken dat de bedreiging zou kunnen worden uitgevoerd. Het betoog van de raadsman dat verdachte, onder andere door medewerkers van de winkel, op de grond is gedrukt en gehouden zodat zij zich blijkbaar niet echt bedreigd voelden, volgt de rechtbank niet. Immers, niet is vereist dat de bedreiging op de bedreigde daadwerkelijk een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees is opgewekt en de bedreigde zich in zijn vrijheid belemmerd achtte. Vereist is slechts dat de bedreiging van dien aard is en onder zulke omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee gedreigd werd ook gepleegd zou worden. Daarvan is hier, gezien voormelde bewijsmiddelen, sprake. Overigens heeft aangeefster verklaard zich bedreigd te hebben gevoeld.
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer2] van 17 november 2012 [7] en de bekennende verklaringen van verdachte [8] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan. Uit verdachtes verklaring blijkt dat sprake is geweest van medeplegen.
Ook feit 3 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer8] van 6 november 2012 [9] en de bekennende verklaringen van verdachte [10] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan. De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte [11] blijkt dat sprake is geweest van medeplegen.
De rechtbank feit 4 eveneens wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer9] van 17 november 2012 [12] en de bekennende verklaringen van verdachte [13] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan, waarbij de rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte [14] blijkt dat sprake is geweest van medeplegen.

Parketnummer 06/850011-13

Overwegingen ten aanzien van het bewijs [15]
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen verder opgesomd en toegelicht.
Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie gerekwireerd tot vrijspraak.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van beide feiten.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman naar voren gebracht dat het maken van een snijdende beweging en de teksten “Ik snij je strot door” en “Ik steek je neer” moeten worden toegerekend aan de stiefvader van verdachte en niet aan verdachte.
Daarnaast is het met het hoofd een stotende beweging maken niet aan te merken als bedreiging. Volgens de Hoge Raad (het arrest van 22 maart 2011, LJN: BP2715, en het arrest van 22 november 2011, LJN: BT6368) is het enkele uitdelen van een kopstoot niet te kwalificeren als een poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel. Het dreigen met een kopstoot kan dan ook niet leiden tot de vrees dat lichamelijk letsel zal worden toegebracht.
Ten slotte heeft de raadsman naar voren gebracht dat op de camerabeelden is te zien dat aangever verdachte een duw in de richting van de uitgang geeft, waarmee hij er blijk van geeft niet onder de indruk te zijn van de uitlatingen van verdachte.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet met een mes heeft gezwaaid, waarbij de raadsman heeft gewezen op het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant4]. Deze heeft verklaard dat getuige [getuige 2] hem een mes overhandigde, maar dat eerst helemaal schoonmaakte omdat hij niet wilde dat zijn vingerafdrukken bij de politie bekend zouden worden. De raadsman heeft daarnaast naar voren gebracht dat de gebezigde bewoordingen niet ongebruikelijk zijn in het milieu waarin verdachte en aangever verkeren.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank als volgt.
Op 14 september 2012 is aangifte [16] gedaan door [slachtoffer3], bedrijfsleider van de Plusmarkt aan de [adres] in Deventer. Hij heeft daarbij verklaard dat hij op 14 september 2012 omstreeks 18:50 in de winkel was en dat twee mannen veel lawaai maakten bij de kassa; de ene man was blond, de andere man droeg een mouwloos shirt.. De blonde man ging voor aangever staan. Aangever zag dat de blonde man met zijn hoofd een kopstoot beweging maakte in de richting van zijn hoofd. Vervolgens riep deze man: “Ik trap je in elkaar, maak je dood en breek je neus”. Deze man bleef doorschelden en gebruikte het woord ‘kanker’. Ook toen aangever deze man uit de winkel probeerde te krijgen, bleef deze man bedreigingen uiten: “Ik haal een pistool en schiet jou hartstikke dood” en “Ik loop naar de auto en pak even wat”. Deze man verliet de winkel en kwam enige tijd later weer terug. Aangever voelde zich bedreigd omdat deze man had gezegd iets uit de auto te halen. Deze man probeerde aangever meerdere malen een kopstoot te geven. De man met het mouwloze shirt heeft aangever in woord en gebaar gedreigd hem de keel door te snijden.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard [17] dat verdachte de medewerker van de winkel heeft bedreigd. Verdachte heeft iets gezegd van: “Ik maak je kapot”.
Verbalisanten[verbalisant5] en [verbalisant6] hebben de beveiligingsbeelden bekeken die op 14 september 2012 tussen 18:45 uur en 19:15 uur zijn gemaakt bij de Plus op de [adres] in Deventer. Daarop worden verdachte en[medeverdachte] herkend, waarbij [medeverdachte] een mouwloos shirt droeg en verdachte kleiner is dan [medeverdachte]. Verder is te zien dat verdachte aangever aansprak en zich kennelijk boos maakte, te zien aan de bewegingen die hij maakte. Verdachte trok zijn jas uit, gooide die op de grond en ging pal voor aangever staan. Te zien is dat verdachte een van zijn handen bij zijn keel had terwijl hij pal voor aangever stond. Het was niet duidelijk te zien of dit een snijdende beweging was. [18]
Getuige [getuige 3], op 14 september 2012 werkzaam bij de Plus, heeft verklaard [19] dat de man met het vest (die samen met een man met een hemdje zonder mouwen was) aan het schreeuwen was tegen aangever. Ook hoorde getuige [getuige 3] dat de man tegen aangever schreeuwde: “Ik sla je kop er af, ik geef je een kopstoot, ik sla je bewusteloos”. Toen de man weer in de winkel was zei hij nog: “Ik pak je nog wel”.
Verdachte heeft verklaard [20] dat hij op 14 september 2012 bij de Plus in Deventer was en dat hij tegen aangever heeft gezegd dat hij niet zo dichtbij moest staan omdat hij anders een kopstoot zou krijgen. Verdachte heeft aangever met vlakke hand een tik in zijn gezicht gegeven. Verdachte heeft bekend zich bedreigend te hebben geuit tegen aangever. Verdachte heeft verklaard te hebben gezegd: “Ik sla je dood”. Hij heeft verklaard dat het best wel zal kloppen dat hij ook heeft gezegd: “Ik trap je in elkaar, ik maak je dood en breek je neus”. Het was, zo heeft verdachte verklaard, in ieder geval bedreigend wat hij tegen aangever heeft gezegd. Volgens verdachte is het best mogelijk dat hij heeft gezegd: “Ik haal een pistool op en schiet je hartstikke dood”. Verdachte ontkent dat hij in woord en gebaar gedreigd heeft aangever de keel door te snijden.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte stotende bewegingen met zijn hoofd heeft gemaakt in de richting van aangever en dreigende bewoordingen als tenlastegelegd (met uitzondering van het dreigen met de keel doorsnijden) heeft gebruikt tegen aangever. Nu een kopstoot wel degelijk kan leiden tot zwaar lichamelijk letsel, is het dreigen daarmee aan te merken als dreigen met zwaar lichamelijk letsel, zodat het verweer van de raadsman moet worden verworpen.
Dat verdachte een snijdende beweging langs zijn hals zou hebben gemaakt en zou hebben gezegd: “Ik snijd je de strot door” acht de rechtbank niet bewezen. Uit de verklaring van aangever [21] blijkt immers dat de snijbeweging en dit dreigement moeten worden toegerekend aan de ‘mouwloze man’, niet zijnde verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gebruikte bewoordingen van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn geuit dat ze in zijn algemeenheid de redelijke vrees opwekken dat de bedreiging zou kunnen worden uitgevoerd. Het betoog van de raadsman dat aangever verdachte een duw in de richting van de uitgang van de winkel heeft gegeven en hij blijkbaar niet onder de indruk was van de dreigementen, leidt niet tot een ander oordeel. Immers, niet is vereist dat de bedreiging op de bedreigde daadwerkelijk een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees is opgewekt en de bedreigde zich in zijn vrijheid belemmerd achtte. Overigens heeft aangever verklaard zich bedreigd te hebben gevoeld, zeker op het moment dat verdachte weer in de winkel kwam nadat hij had gezegd een pistool te gaan halen en aangever dood te schieten en staat de duw, zo gegeven, niet in de weg aan het aannemen van de bedoelde vrees.
Ten aanzien van feit 2 overweegt de rechtbank dat niet overtuigend kan worden bewezen dat verdachte dit feit heeft gepleegd. De rechtbank overweegt dat niet ter discussie staat dat sprake is geweest van een opgefokte situatie en een woordenwisseling tussen verdachte en aangever
[slachtoffer4]. Verdachte heeft echter ontkend aangever te hebben bedreigd en een mes te hebben gebruikt. Met betrekking tot de bedreigingen overweegt de rechtbank dat getuige[getuige 4] heeft verklaard [22] niet te hebben gezien of gehoord dat verdachte iemand heeft bedreigd. Getuige [getuige 2] heeft verklaard [23] dat verdachte heeft gezegd: “Ik heb niets gedaan, waarom doen jullie allemaal zo, kom maar op, ik ben niet bang voor jullie”. Eerst nadat de verbalisant getuige [getuige 2] meermalen confronteert met de bewoordingen waarover aangever heeft verklaard, namelijk “Als jullie oorlog willen, kunnen jullie het krijgen. Als je aan mijn rechten komt, dan maak ik je dood”, verklaart [getuige 2] dat het klopt dat verdachte dit heeft gezegd.
Ten aanzien van het mes overweegt de rechtbank dat, hoewel aangever en getuige [getuige 2] hebben verklaard dat verdachte een mes in de hand had, deze verklaringen de rechtbank niet overtuigen. Hierbij wijst zij op de passage in het proces-verbaal van bevindingen [24] waaruit blijkt dat [getuige 2] het mes helemaal schoonmaakte, er een vloeistof op spoot en vervolgens droogwreef met een theedoek en het mes toen aan verbalisant overhandigde. Op de vraag van verbalisant waarom [getuige 2] dat deed, antwoordde deze dat hij niet wilde dat zijn vingerafdrukken bij de politie bekend zouden worden. De rechtbank weegt tevens mee dat uit de getuigenverklaring van getuige [getuige 4] evenmin blijkt dat verdachte een mes heeft gebruikt.
Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van dit feit.

Parketnummer 05/820624-13

Overwegingen ten aanzien van het bewijs [25]
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de aan de verdachte tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen verder opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Ter terechtzitting heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd over de feiten 3 en 4. Over de overige feiten had hij bij de politie reeds een bekennende verklaring afgelegd.
De raadsman heeft geen (bewijs)verweren gevoerd.
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer5] van 25 oktober 2012 [26] en de bekennende verklaringen van verdachte [27] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan.
Naar het oordeel van de rechtbank dient verdachte echter van feit 2 te worden vrijgesproken. Aangever [slachtoffer6] heeft immers verklaard [28] dat hij in oktober 2012 bij zijn schuurtje aan de [adres] nummer [adres] in Zutphen kwam en zag dat het schuurtje was opengebroken, dat alle tuingereedschappen uit het schuurtje waren gehaald en verspreid lagen rondom de kast op de grond, maar dat er geen goederen waren weggenomen. Kennelijk konden deze goederen door de aangever (relatief) eenvoudig worden teruggevonden.Van het wegnemen van goederen door verdachte, in die zin dat deze aan de beschikking van de rechthebbende zijn onttrokken, is dan ook niet gebleken. De rechtbank stelt vast dat alleen een voltooid delict ten laste is gelegd. Weliswaar heeft aangever verklaard dat er in juni 2012 een riek uit zijn schuurtje is weggenomen, maar een inbraak in en/of een diefstal uit dat schuurtje in die periode is niet aan verdachte ten laste gelegd.
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer10] [29] en de bekennende verklaringen van verdachte ter terechtzitting [30] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan.
Ook feit 4 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer11] [31] en de bekennende verklaringen van verdachte ter terechtzitting. Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat sprake is geweest van medeplegen, nu hij verklaart het feit met anderen te hebben gepleegd.
Feit 5 wordt door de rechtbank tevens wettig en overtuigend bewezen geacht. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer12] van 23 november 2012 [32] en de bekennende verklaringen van verdachte [33] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan.
De rechtbank acht feit 6 wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer7] van 29 oktober 2012 [34] en de bekennende verklaringen van verdachte [35] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan.
Verdachte heeft verklaard dat sprake is geweest van medeplegen.
De rechtbank acht ook feit 7 wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is gegrond op de aangifte van [slachtoffer13] van 1 november 2012 [36] en de bekennende verklaringen van verdachte [37] . Gelet op verdachtes bekennende verklaring wordt met deze opsomming volstaan.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 06/940482-12 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 15 december 2012 in de gemeente Zutphen [slachtoffer1] (werkzaam als beveiligingsbeambte) en andere personeelsleden van de Jumbo (locatie [adres]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend op genoemde [slachtoffer1] toegelopen en heeft een agressieve houding aangenomen ten overstaan van die [slachtoffer1] en slaande beweging(en) gemaakt in de richting van die [slachtoffer1] en (daarbij) deze personen dreigend de woorden toegevoegd : "Waar woon je, ik maak je kapot en/of ik weet jullie te werken, ik maak je/jullie kapot en/of ik weet jullie te vinden en/of ik steek jullie allemaal neer en/of ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op 17 november 2012 in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkel (aan de [adres] cosmetica-artikelen (o.a. merk Olaz) en andere verzorgingsproducten, toebehorend aan de firma Trekpleister, welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer2] (filiaalleider/personeelslid van de Trekpleister), gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan een andere deelnemer aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, genoemde [slachtoffer2] tegen het hoofd heeft geslagen;
3.
hij op 5 november 2012 in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkel (aan de [adres] flessen shampoo (head & shoulders en/of andrelon) en 1 fles wasmiddel toebehorend aan de Jumbo Supermarkt;
4.
hij op 17 november 2012 in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkel (aan [adres] flessen geurwater/parfum althans cosmetica/verzorgingsproducten, toebehorend aan de firma Kruidvat;
De rechtbank acht tevens wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 06/850011-13 als feit 1 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 14 september 2012 te Deventer [slachtoffer3](bedrijfsleider van Plus Supermarkt aan de [adres]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend met zijn hoofd stotende bewegingen in de richting van het hoofd van die [slachtoffer3] heeft gemaakt en daarbij voornoemde [slachtoffer3] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "ik trap je in elkaar, maak je dood en breek je neus" en "ik haal een pistool op en schiet je hartstikke dood" en "ik loop naar de auto en haal even wat", (waarna verdachte is weggelopen en terug is komen lopen) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De rechtbank acht tevens wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/820624-13 als feiten 1, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 24 oktober 2012 tot en met 25 oktober 2012, te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een hoeveelheid (tuin)gereedschap, toebehorend aan
[slachtoffer5], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak (het doorknippen/forceren van het slot van die schuur);
3.
hij in de periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit sportcomplex (aan de [adres]) heeft weggenomen een hoeveelheid drank en frisdrank en bier en een geldbedrag (uit een fooienpot) en een aantal doeken, toebehorend aan [naam vereniging], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming (het forceren van een raam en/of een deur van dat complex);
4.
hij op 17 november 2012 te Zutphen tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportcomplex (aan de Waarden 309) heeft weggenomen een hoeveelheid kaas en snoep en een hoeveelheid drank en een afroomkluis, toebehorend aan Voetbalvereniging [naam vereniging], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming (het forceren van ramen van dat complex);
5.
hij op 21 november 2012 te Dieren, gemeente Rheden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid drank en gehakt en saus en kruiden, toebehorend aan de Coop;
6.
hij op 29 oktober 2012 te Deventer tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid koffie en toiletartikelen en wijn en koekjes, toebehorend aan de Jumbo;
7.
hij op 29 oktober 2012 te Deventer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid koffie en scheermesjes, toebehorend aan [naam BV] BV.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde onder parketnummer 06/940482-12 levert op de misdrijven:
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, gevolgd van geweld, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad zichzelf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren;
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het bewezenverklaarde onder parketnummer 06/850011-13 levert op het misdrijf:
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
Het bewezenverklaarde onder parketnummer 05/820624-13 levert op de misdrijven:
1.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
5.
diefstal;
6.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
7.
diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd oplegging van een ISD-maatregel voor de duur van twee jaar.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte gedurende een ISD-maatregel, zeker in de beginfase daarvan, niet aan zijn problemen kan werken. Bovendien wil verdachte zelf niet meewerken aan een ISD-maatregel. Er is een indicatiestelling en verdachte is eerder ook begeleid door Irispluszorg. De raadsman verzoekt de rechtbank dan ook een voorwaardelijke straf op te leggen, zodat deze begeleiding weer kan worden opgepakt. Subsidiair verzoekt de raadsman een voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een flink aantal misdrijven, gepleegd in een relatief korte periode en net na de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde ISD-maatregel. Hij heeft daarbij schade, schrik en overlast veroorzaakt en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers aangetast. Verdachte is bovendien geweld en het dreigen daarmee niet uit de weg gegaan. Feiten als deze dragen ook bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank heeft verder rekening gehouden met het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij meermalen is veroordeeld voor vermogensdelicten en hem in 2010 een ISD-maatregel is opgelegd.
Op 12 februari 2013 is een advies uitgebracht door de reclassering waarin is aangegeven dat verdachte zijn eigen plan lijkt te trekken en niet in staat lijkt te zijn om zijn leven richting te geven. Er zijn geen mogelijkheden voor gedragsbeïnvloeding, nu verdachte een gebrek aan zelfinzicht heeft en ervan overtuigd lijkt te zijn de goede weg te kiezen door hulp te weigeren. Volgens de rapporteur is sprake van een hoog recidiverisico. Ondanks alle begeleiding, van de reclassering dan wel in het kader van de ISD-maatregel, is verdachte binnen korte tijd weer in aanraking gekomen met justitie. Middelengebruik is nog steeds aan de orde en in combinatie met zijn persoonlijkheidsproblematiek en onstabiliteit op andere leefgebieden levert dat een hoog en onverminderd recidiverisico op. De reclassering schat in dat het risico op onttrekken aan voorwaarden hoog is. Verdachte heeft in het verleden meerdere malen werkstraffen niet voltooid en heeft niet op uitnodigingen van de rapporteur gereageerd. Daarnaast is hij meerdere malen opgepakt voor nieuwe delicten die hij zou hebben gepleegd en is het reclasseringstoezicht meerdere keren negatief geretourneerd. Er bestaat een risico op letselschade voor verdachte zelf en voor willekeurige personen.
De reclassering concludeert dat een nieuwe ISD-maatregel wenselijk is. Dit gelet op de zorgelijke ontwikkeling van verdachte, het hoge recidiverisico, het feit dat er nauwelijks tot geen sprake is van gedragsverandering of recidivevermindering en de ernstige en complexe problematiek bij verdachte, die tot nu toe niet behandeld is.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting en heeft daarbij meegewogen dat verdachte, in ieder geval naar de strekking van de omschrijving, als frequente recidivist moet worden beschouwd.
De rechtbank stelt vast dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor oplegging van een ISD-maatregel, zoals opgenomen in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht en de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (waaronder vordering van de maatregel ISD bij stelselmatige daders). Verdachte is immers niet in de vijf jaren voorafgaand aan het door hem begane feit ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf veroordeeld dan wel bij onherroepelijke strafbeschikking een taakstraf opgelegd. In de richtlijn is aangegeven dat als een stelselmatige dader na de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel opnieuw een misdrijf pleegt waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, opnieuw een ISD-maatregel kan worden gevorderd mede op grond van de eerdere veroordelingen. Het is dus niet zo dat de eerdere veroordelingen slechts één keer mee zouden mogen tellen. Wel geldt dan opnieuw de voorwaarde dat de veroordelingen, waarvan de eerder opgelegde ISD-maatregel er dan één is, dateren van ten hoogste vijf jaar voorafgaand aan het nieuwe feit en deze ook ten uitvoer zijn gelegd. Gelet op deze toelichting bestaat voor de rechtbank geen ruimte verdachte opnieuw een ISD-maatregel op te leggen.
Ook overigens acht de rechtbank oplegging van de ISD-maatregel, al dan niet in voorwaardelijke zin, niet opportuun.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een volledig voorwaardelijke straf, zoals de raadsman heeft verzocht, niet passend is. Zij zal verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van van 22 (tweeëntwintig) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaar en met aftrek van de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Aan het voorwaardelijk deel worden enkel de algemene voorwaarden verbonden. Verdachte kan dan in de proeftijd laten zien dat hem ernst is een positieve wending aan zijn leven te geven. Voor oplegging van bijzondere voorwaarden acht de rechtbank mede gelet op voormelde reclasseringsrapportage geen termen aanwezig. Voor zover verdachte behandeld kan en wil worden, hoeft dit naar het oordeel van de rechtbank niet in een strafrechtelijk kader te geschieden.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer14] (parketnummer 06/940482-12, feit 2), vertegenwoordigd door [slachtoffer15], heeft zich met een vordering tot vergoeding van materiële schade ten bedrage van € 162,80 gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [naam vereniging] (parketnummer 05/820624-13, feit 3), vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger], heeft zich met een vordering tot vergoeding van materiële schade ten bedrage van € 466,31, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van beide vorderingen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Niet is weersproken dat de benadeelde partijen, zoals deze hebben gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot het gevorderde bedrag. De vorderingen komen de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor.
De vordering van [slachtoffer14] zal worden toegewezen tot een bedrag van € 162,80. Verdachte is voor deze schade naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De vordering van [naam vereniging] zal worden toegewezen tot een bedrag van € 466,31, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 november 2012.
De verdachte is voor deze schade naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57, 285, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
 verklaart
niet bewezen, dat verdachte het
onder parketnummer 06/850011-13 als feit 2 en het onder parketnummer 05/820624-13 als feit 2 ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/940482-12 als feiten 1, 2, 3 en 4, het onder parketnummer 06/850011-13 als feit 1 en het onder parketnummer 05/820624-13 als feiten 1, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Parketnummer 06/940482-12:
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, gevolgd van geweld, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad zichzelf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren;
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Parketnummer 06/850011-13:

1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.

Parketnummer 05/820624-13

1.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
5.
diefstal;
6.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
7.
diefstal.
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
  • beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan
benadeelde partij
[slachtoffer14]van € 162,80 met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan verdachte de
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer14] een bedrag te betalen van
€ 162,80met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal
3dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag aan [slachtoffer14] is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de benadeelde partij
[naam vereniging]ten bedrage van
€ 466,31, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 november 2012en met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan verdachte de
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam vereniging] een bedrag te betalen van € 466,31, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 november 2012 met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 9 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen, de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, E.G. de Jong en Welbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Korevaar, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juli 2013.
Mr. Van der Mei is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0631 2012170003-15, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, team Zutphen, gesloten en ondertekend op 3 januari 2013.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer1], pagina 36
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 41
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 42
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], pagina 50
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 53 e.v.
7.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer2], pagina 114
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 109 e.v.
9.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer8], pagina 59
10.Proces-verbaal van verhoor, pagina 91
11.Proces-verbaal van verhoor, pagina 93
12.Proces-verbaal van aangifte, pagina 96
13.Proces-verbaal van verhoor, pagina 109 e.v.
14.Proces-verbaal van verhoor, pagina 110
15.Wanneer hierna terzake feit 1 verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL04CB 2012080918, Regiopolitie IJsselland, team Groot-Colmschate-Bathmen, gesloten en ondertekend op 6 oktober 2012.
16.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer3], pagina 7
17.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte], pagina 27
18.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 40 en 41
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], pagina 42
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 47
21.Proces-verbaal van aangifte, pagina 9
22.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], pagina 7
23.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], pagina 9
24.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 11
25.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0630 2012145635-6, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, team Recherche IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 10 april 2013.
26.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer5], pagina 34
27.Proces-verbaal van verhoor, pagina 43
28.Proces-verbaal van aangifte, pagina 46
29.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer10], pagina 51 e.v.
30.Proces-verbaal van verhoor, pagina 133
31.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer11], pagina 76 e.v.
32.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer12], pagina 126
33.Proces-verbaal van verhoor, pagina 133
34.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer7], pagina 136
35.Proces-verbaal van verhoor, pagina 153
36.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer13], pagina 156
37.Proces-verbaal van verhoor, pagina 168