De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte de beschuldigingen ontkent. Zij heeft er voorts op gewezen dat de consistentie van de verklaringen van aangeefster moeilijk te toetsen is vanwege het ontbreken van details in haar verklaringen. Daar waar zij wel details heeft gegeven zijn de verklaringen niet consistent en niet logisch in de tijd. Er kunnen volgens de raadsvrouw vraagtekens worden gesteld bij de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster.
Er is geen direct steunbewijs voor de verklaring van aangeefster dat zij samen met verdachte naar het toilet moest om plasseks te hebben. Getuigen verklaren slechts over wat aangeefster hierover heeft gezegd, aldus de raadsvrouw. De omstandigheid dat verdachte plasseks heeft gehad met zijn echtgenote kan niet dienen als steunbewijs, nu niet kan worden uitgesloten dat aangeefster dit heeft gezien of erover heeft gehoord. Het gegeven dat aangeefster in ieder geval één keer in haar prullenbak heeft geplast levert evenmin steunbewijs op. De verklaringen die aangeefster destijds aan verdachte en haar moeder heeft gegeven, namelijk dat zij het niet kon ophouden en het eng vond twee trappen naar beneden te lopen naar het toilet, zijn niet onaannemelijk.
De raadsvrouw heeft voorts naar voren gebracht dat er ook met betrekking tot de handelingen die in de slaapkamer van aangeefster zouden hebben plaatsgevonden geen ondersteunende bewijsmiddelen zijn. Het dekbed van aangeefster, waarop verdachte volgens aangeefster zou zijn klaargekomen, is onderzocht, maar daarop zijn geen sporen gevonden. Ook van de gedragingen in de slaapkamer van aangeefster zijn geen directe getuigen.
Veel gedrag dat op dat moment niet opvallend was, wordt nu achteraf ingekleurd, waarbij de raadsvrouw heeft gewezen op de verklaringen van aangeefster over het wisselen van het hoofdeind van haar bed, het zodanig plaatsen van de lader van de mobiele telefoon dat de draad langs de deur liep en de omstandigheid dat verdachte wist wanneer aangeefster menstrueerde.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat de medische klachten van aangeefster zijn veroorzaakt door het gestelde misbruik. Er zijn immers meerdere oorzaken mogelijk voor de klachten van aangeefster.
Aangeefster heeft op twee momenten voordat de zaak echt ging lopen iets gezegd over misbruik, namelijk in de zomer van 2012 tegen haar broer en in oktober 2012 tegen haar vriendin, en in beide gevallen was er ruzie thuis. De broer van aangeefster heeft verklaard dat hij dacht dat aangeefster verdachte wilde pesten. Als aangeefster het verhaal eenmaal heeft verteld aan de orthopedagoog kan ze niet meer terug, aldus de verdediging.
De raadsvrouw heeft primair geconcludeerd dat verdachte moet worden vrijgesproken en subsidiair dat geen bewijs voorhanden is voor de handelingen die in de slaapkamer zouden hebben plaatsgevonden, ook in het licht van de verklaring van de stiefbroer van aangeefster.