In deze zaak verzoekt een man de rechtbank om het huwelijk met zijn vrouw nietig te verklaren, omdat zij ten tijde van hun huwelijk nog gehuwd was met een andere man. De vrouw, die oorspronkelijk uit de Filippijnen komt, was in 1972 gehuwd met de heer [H.]. In 1992 werd de echtscheiding tussen hen uitgesproken door het Superior Court of Guam, maar deze echtscheiding wordt niet erkend in de Filippijnen. De man stelt dat het huwelijk met de vrouw, dat in 1993 in Nederland werd gesloten, nietig is omdat de vrouw nog gehuwd was met de heer [H.]. De vrouw betwist dit en stelt dat het huwelijk rechtsgeldig is gesloten, omdat de echtscheiding in Guam geldig was en zij en de heer [H.] daarmee instemden.
De rechtbank oordeelt dat het echtscheidingsvonnis van de rechtbank te Guam in Nederland kan worden erkend, omdat de heer [H.] heeft ingestemd met de ontbinding van het huwelijk. De rechtbank concludeert dat de vrouw op het moment van het huwelijk met de man niet meer gehuwd was met de heer [H.], en dat er dus geen grond is voor de nietigverklaring van het huwelijk. Het verzoek van de man wordt afgewezen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Gelderland, waarbij de rechters de feiten en de juridische context zorgvuldig hebben gewogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erkenning van het echtscheidingsvonnis van Guam niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde, en dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims.