ECLI:NL:RBGEL:2013:1809

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
23 juli 2013
Zaaknummer
06/880089-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Vos
  • A. Ouweneel
  • J. Moolenburgh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met veegauto en voetganger in Silvolde

Op 23 juli 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een bestuurder van een veegauto, die op 9 mei 2012 in Silvolde een voetganger heeft aangereden. De verdachte reed achteruit met de veegauto en raakte de voetganger, die op dat moment de Lichtenbergseweg overstak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet voldoende op het verkeer en de situatie heeft gelet, wat heeft geleid tot het ongeval. De tenlastelegging omvatte roekeloos rijden en het niet verlenen van voorrang aan de voetganger. De officier van justitie heeft vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit geëist, maar de rechtbank heeft het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gevaar op de weg heeft veroorzaakt door niet voldoende oplettend te zijn tijdens het achteruitrijden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen hechtenis, en heeft rekening gehouden met verzachtende omstandigheden, zoals het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest en de impact van het ongeval op hem zelf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Zutphen
Team strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/880089-1206/880089-12
Uitspraak d.d.: 23 juli 2013
tegenspraak / dip

VONNIS

in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedag],
wonende te[adres].
Raadsman: mr. M.C. Molenaar, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juli 2013.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 09 mei 2012 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek,
althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig, daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeerde
openstaande weg(en), De Roomberg en/of Lichtenbergseweg,
roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijke onoplettend, onvoorzichtig
en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl het zicht ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt en/of werd
gehinderd, en/of
ter hoogte van de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg een
bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 heeft uitgevoerd, namelijk,
met dat motorrijtuig op de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg
achteruit is gaan rijden,
(daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte
van die kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg en/of het overige
verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of
en/of (daarbij) in strijd met artikel 54 van het Reglement verkeersegels en
verkeerstekens 1990 een voetganger, welke op dat moment die Lichtenbergseweg
overstak niet voor heeft laten gaan, en/of
(vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met de voetganger,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan verdachtes schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer])
zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
is ontstaan, werd toegebracht;
zulks terwijl het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij,
verdachte geen voorrang heeft verleend,
Artikel 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 9 mei 2012, te Silvolde, gemeente Oude Iijselstreek,
althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig (veegwagen) daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer
openstaande weg(en), de Roomberg en/of de Lichtenbergseweg,
terwijl het zicht ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt en/of werd
gehinderd, en/of
ter hoogte van de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg een
bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 heeft uitgevoerd, namelijk,
met dat motorrijtuig op de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg
achteruit is gaan rijden,
(daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte
van die kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg en/of het overige
verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of
en/of (daarbij) in strijd met artikel 54 van het Reglement verkeersegels en
verkeerstekens 1990 een voetganger, welke op dat moment die Lichtenbergseweg
overstak niet voor heeft laten gaan, en/of
(vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met de voetganger,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman van verdachte heeft, voor zover hier van belang, aangevoerd dat er geen sprake was van roekeloos, dan wel (zeer) aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam rijden en dat voorts uit het gehele feitencomplex volgt dat verdachte geen schuld treft in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, zodat verdachte van het primair ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte uiterst zorgvuldig heeft gehandeld en dat er sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Verdachte heeft voldoende voorzorgsmaatregelen genomen en heeft continue via zijn spiegels en het camerasysteem om zich heen gekeken, zodat niet gesteld kan worden dat verdachte gevaar op de weg heeft veroorzaakt en/of het verkeer heeft gehinderd. De raadsman is van mening dat verdachte ook van het subsidiair ten laste gelegde eveneens dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank

Vaststaande feiten

Uit het proces-verbaal aanrijding misdrijf [2] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat verdachte op 9 mei 2012 met zijn voertuig stilstond op de Lichtenbergseweg te Silvolde met de voorzijde in de richting van de Jachtlaan, dat hij vervolgens met het voertuig achteruit over de Lichtenbergseweg is gereden en daarbij het slachtoffer Roerig heeft geraakt met de linkerachterzijde van de veegauto, waardoor zij ten val kwam en haar been werd overreden door een achterwiel van de veegauto.

Ten aanzien van het primair tenlastegelegde

De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende vast is komen te staan dat verdachte schuld aan het ongeval draagt zoals bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte heeft bij het uitvoeren van een bijzondere verrichting met de veegwagen, te weten het achteruit rijden over een T-splitsing, niet dermate verwijtbaar gehandeld, dat kan worden gesteld dat er sprake is van roekeloos, althans zeer, aanmerkelijke onoplettendheid, onvoorzichtigheid en/of onachtzaam gedrag.
De verdachte behoort dan ook van het primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde

De rechtbank dient ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit de vraag te beantwoorden of verdachte - kort gezegd – gevaar op de weg heeft veroorzaakt. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend.
De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend.
Een verbalisant heeft gerelateerd, dat de toentertijd door verdachte bestuurde veegauto was voorzien van een goed werkend akoestisch duidelijk hoorbaar signaal dat klinkt tijdens het achteruitrijden en dat de veegauto ook een goed werkende op de achterzijde van de auto gemonteerde camera had, waardoor vanuit de bestuurderscabine op een scherm te zien is wat er zich achter het voertuig afspeelt.
Uit de verklaring van slachtoffer Roerig [3] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat zij op 9 mei 2012 in Silvolde was, dat zij op een gegeven moment de Lichtenbergseweg wilde oversteken naar de Roomberg en dat zij daar een veegwagen zag stilstaan. Toen zij overstak begon de veegwagen achteruit te rijden en heeft de veegwagen haar geraakt ter hoogte van haar benen. Zij heeft geen geluid gehoord toen de veegwagen achteruit reed.
Uit de verklaring van getuige [getuige4] [4] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat zij op 9 mei 2012 in Silvolde, tegenover haar woning een veegauto achter een personenauto zag staan, die met normale langzame snelheid achteruit reed, in de richting van de Roombergstraat. Zij hoorde hoe de veegwagen een luide herhaaldelijke pieptoon ten gehore bracht. Zij zag vervolgens dat het slachtoffer de straat overstak en dat zij al op de helft van de weg was. Zij heeft ‘pas op, pas op’, geroepen, maar dat hoorde het slachtoffer niet, want zij liep door, waardoor zij werd geraakt door de achteruitrijdende veegwagen. Zij weet dat het slachtoffer erg slecht ziet en al jaren lijdt aan kokervisus.
Uit de verklaring van getuige [getuige1] [5] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat zij op 9 mei 2012 in Silvolde op de kruising Roomberg en Lichtenbergseweg stond en dat zij zag hoe een veegauto voor- en achteruit reed op die kruising. Zij hoorde bij het achteruitrijden een piepend geluid en zag dat de oranje waarschuwingslampen van de auto aanstonden. Zij hoorde, op het moment dat zij het slachtoffer zag oversteken, haar schreeuwen en zag dat zij achter – onder de veegauto lag.
Uit de verklaring van getuige [getuige2] [6] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat zij op 9 mei 2012 met haar auto over de Boterweg in Silvolde reed en dat zij een mevrouw zag die te dicht bij de achteruitrijdende veegauto overstak. Zij heeft nog op de claxon gedrukt om haar te waarschuwen.
Uit de verklaring van getuige [getuige3] [7] komt, zakelijk weergegeven, onder meer naar voren dat zij op 9 mei 2012 samen met haar man over de Lichtenbergseweg in Silvolde liep en dat zij zag dat een mevrouw vanaf het trottoir van de Lichtenbergseweg overstak richting de Roomberg. Vervolgens zag zij dat de op die weg rijdende veegwagen langzaam achteruit reed en dat de vrouw richting de veegwagen liep. Zij heeft nog geroepen: ‘er loopt iemand achter.’
Uit de verklaring van verdachte [8] komt, zakelijk weergeven, onder meer naar voren dat hij op 9 mei 2012 werkzaam was in Silvolde. Op een gegeven moment heeft verdachte vanuit stilstand de veegwagen in zijn achteruit geschakeld, waarop hij het signaal hoorde en is vervolgens langzaam, stapvoets achteruit gereden. Toen hij de Roomberg al bijna achteruit voorbij was gereden, keek hij op de monitor en zag hij dat er een persoon achter de auto, half onder de auto lag. Hij is direct gestopt en uitgestapt. Verdachte heeft het slachtoffer niet op een eerder moment gezien.
Ter zitting heeft verdachte hier nog nader over verklaard [9] , dat hij constant links en rechts in zijn spiegels en op de camera heeft gekeken en een afstand van 11 à 12 meter achteruitreed met een snelheid van maximaal 6 kilometer per uur. Verder heeft hij verklaard, dat hij, vanwege het lawaai dat de veegauto maakte en het feit dat de radio aanstond, niet hoorde dat er door getuige [getuige2] werd geclaxonneerd, noch dat door getuigen [getuige4] en [getuige3] werd geroepen.
Uit de medische verklaring [10] van[specialist], specialist ouderengeneeskunde blijkt dat het slachtoffer een ernstig gecompliceerde onderbeenfractuur heeft opgelopen (waarvoor zij meerdere keren is geopereerd) en een pertrochantere femurfractuur rechts. Uit de medische verklaring blijkt verder, dat het slachtoffer lijdt aan een slechte visus.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, bij het uitvoeren van een bijzondere verrichting met de veegwagen, te weten het achteruit rijden over een T-splitsing, in onvoldoende mate op het achter hem gelegen gedeelte van die kruising en het overige verkeer heeft gelet en is blijven letten, waarbij hij een voetganger, die op dat moment die weg overstak achter de door verdachte bestuurde veegwagen, niet heeft gezien, waardoor die voetganger vervolgens in aanraking is gekomen met de achterkant van de veegwagen. Redengevend voor dit oordeel is de omstandigheid dat het achteruit rijden met een voertuig, over een T-splitsing c.q. kruising in het bijzonder, extra oplettendheid vergt van een bestuurder.
Dat het slachtoffer de veegwagen, mogelijk mede vanwege haar handicap (kokervisus) pas in een (te) laat stadium heeft waargenomen, neemt het gevaarzettende karakter van verdachtes handelen niet weg.
Dit betekent dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte gevaar op de weg heeft veroorzaakt en derhalve het hem subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 9 mei 2012, te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (veegwagen) daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), de Roomberg en de Lichtenbergseweg,
ter hoogte van de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg een
bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 heeft uitgevoerd, namelijk,
met dat motorrijtuig op de kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg
achteruit is gaan rijden
(daarbij) in onvoldoende mate op het achter hem gelegen gedeelte
van die kruising van de Roomberg met de Lichtenbergseweg en het overige
verkeer heeft gelet en is blijven letten, en
daarbij in strijd met artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een voetganger, welke op dat moment die Lichtenbergseweg overstak niet voor heeft laten gaan, en
vervolgens in aanrijding is gekomen met de voetganger,
door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op, de overtreding

Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 600,-, subsidiair 12 dagen hechtenis.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdacht dient te worden vrijgesproken. Voor het geval de rechtbank toch tot een bewezenverklaring zou komen, heeft de raadsman verzocht verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 9 mei 2012 bij het achteruit rijden met een veegauto op een T-spliting, bij welke bijzondere verrichting extra voorzichtigheid geboden is, een gevaarlijke situatie op de openbare weg veroorzaakt. Hierbij heeft een ongeval plaatsgevonden, waarbij een voetganger onder de veegwagen is gekomen en daardoor zeer ernstig letsel heeft opgelopen.
De rechtbank houdt er in het voordeel van verdachte rekening mee dat verdachte volgens het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat het ongeluk ook voor verdachte ingrijpende gevolgen heeft gehad; verdachte heeft ter zitting toegelicht dat hij zich het gebeurde heel erg heeft aangetrokken. De rechtbank heeft tot slot acht geslagen op het gegeven dat verdachte compassie heeft getoond en meermalen contact heeft gehad met het slachtoffer.
Hoewel de rechtbank de eis van de officier van justitie redelijk acht, ziet de rechtbank in de (verzachtende) omstandigheden van het geval aanleiding, om de door de officier van justitie gevorderde geldboete te matigen.
Alles overwegende komt de rechtbank tot oplegging van een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen hechtenis.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5 en 177 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994.

Beslissing

De rechtbank:
  • Verklaart
  • verklaart bewezen dat verdachte het
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:

Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet;

 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
geldboete van € 300,-(driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 dagenvervangende hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Vos, voorzitter, Ouweneel en Moolenburgh, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juli 2013.
Mrs. Ouweneel en Vos zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL06442012062215-1, Politie Regio Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, team Aalten, gesloten en ondertekend op 6 december 2012.
2.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, pag. 6
3.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer], pag. 14
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige4], pag. 18
5.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige1], pag. 20
6.Proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige2], pag. 22
7.Proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige3], pag. 24
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 16
9.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 9 juli 2013
10.10 Proces-verbaal medische verklaring [specialist]