Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- meermalen, althans eenmaal aangifte heeft/hebben gedaan van vermissing en/of verlies en/of diefstal van een identiteitsbewijs en/of bankpas, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de personalia/identiteit van een ander aannam(en)/opgaf/opgaven, en/of
- vervolgens), als ware(n) hij/zij de betreffende persoon die de betreffende aangifte had gedaan, (een kopie van) voornoemde aangifte(s) heeft/hebben getoond aan voornoemde medewerker(s) van de ING-bank om aan te tonen dat hij/zij op dat moment niet in het bezit was/waren van een bankpas en/of identiteitsbewijs, en/of
- voornoemde medewerker(s) van de ING-bank heeft/hebben verzocht voornoemd(e) geldbedrag(en) op te nemen van de rekening(en) van de persoon wiens identiteit verdachte(n) op dat moment had(den) aangenomen, waardoor voornoemde (medewerker(s) van) de ING-bank (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
- meermalen, althans eenmaal aangifte heeft/hebben gedaan van vermissing en/of verlies en/of diefstal van een identiteitsbewijs en/of bankpas, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de personalia/identiteit van een ander aannam(en)/opgaf/opgaven, en/of
- vervolgens), als ware(n) hij/zij de betreffende persoon die de betreffende aangifte had gedaan, (een kopie van) voornoemde aangifte(s) heeft/hebben getoond aan voornoemde medewerker(s) van de ING-bank om aan te tonen dat hij/zij op dat moment niet in het bezit was/waren van een bankpas en/of identiteitsbewijs, en/of
- voornoemde medewerker(s) van de ING-bank heeft/hebben verzocht voornoemd(e) geldbedrag(en) op te nemen van de rekening(en) van de persoon wiens identiteit verdachte(n) op dat moment had(den) aangenomen, waardoor voornoemde (medewerker(s) van) de ING-bank (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte, terwijl verdachte bij het plegen van dit feit opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door meermalen, althans eenmaal een door hem gedane (valse) aangifte tegen betaling aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) te verstrekken.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3. De beslissing inzake het bewijs
(pen
)in de periode van 03 oktober 2010 tot en met 27 januari 2011 te Zaltbommel, en
/ofte Rotterdam en
/ofte Leiden en/te 's-Gravenhage en te Breda, (telkens) opzettelijk bij een bevoegde ambtenaar aangifte heeft gedaan van vermissing en/of verlies en/of diefstal van een rijbewijs en/of identiteitskaart en/of een paspoort, terwijl verdachte (telkens) wist dat bedoeld strafbaar
(pen
)in de periode van 03 oktober 2010 tot en met 27 januari in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse aangifte
(s
)van vermissing van (een) identiteitsbewijs/identiteitsbewijzen, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die
/datgeschrift
(en
)(telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of zijn mededader
(s)voornoemde aangifte
(s)(ter identificatie) heeft/hebben overhandigd en/of getoond aan een of meerdere medewerker(s) van de ING-bank en/of aan een of meerdere medewerkers van NS Hispeed en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat voornoemde aangifte
(s
)op naam waren gesteld van perso
(o)n
(en
), niet zijnde verdachte en/of zijn mededader
(s),terwijl deze person
(en
)deze aangifte niet hadden gedaan en
/ofterwijl
de/het identiteitsbewijs van die perso
(o)n
(en
)niet vermist was;
/ofdie medewerker(s) heeft verzocht voornoemd geldbedrag op zijn, verdachtes, rekening over te maken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de sanctie(s)
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [benadeelde1], te betalen € 282,61 (tweehonderdtweeëntachtig euro en eenenzestig cent)
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde1], te betalen € 282,61 (tweehonderdtweeëntachtig euro en éénenzestig cent), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.