ECLI:NL:RBGEL:2013:1480

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 juli 2013
Publicatiedatum
5 juli 2013
Zaaknummer
05/901015-10
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man uit Duitsland voor de gewelddadige overval op een 82-jarige vrouw in Nijmegen

Op 5 juli 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een man uit Duitsland, die beschuldigd werd van een gewelddadige overval op een 82-jarige vrouw in Nijmegen. De overval vond plaats op 14 september 2010, waarbij de verdachte de woning van het slachtoffer binnendrong met het oogmerk van diefstal. Tijdens de overval bedreigde hij de vrouw met een mes en dwong haar naar het toilet, waar hij haar opsloot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de vrouw heeft beroofd van verschillende waardevolle goederen, waaronder horloges en een televisie, en dat hij daarbij geweld heeft gebruikt.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De beslissing is gebaseerd op de feiten en omstandigheden die in het dossier zijn vastgelegd, waaronder getuigenverklaringen en DNA-bewijs. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte, dat hij op het moment van de overval in Duitsland verbleef, als ongeloofwaardig bestempeld. De rechtbank heeft ook de impact van de overval op het slachtoffer in overweging genomen, waarbij werd benadrukt dat dergelijke misdrijven een diepgaande invloed hebben op de slachtoffers en de gemeenschap.

De benadeelde partij, de 82-jarige vrouw, heeft zich in het proces gevoegd voor schadevergoeding, maar de rechtbank heeft haar vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen bewijs was dat de gevorderde schade verband hield met de feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een tweede tenlastegelegd feit, omdat dit niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de noodzaak om dergelijke misdrijven streng te bestraffen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/901015-10
Data zitting : 3 april 2012, 7 september 2012, 26 oktober 2012, 21 juni 2013
Datum uitspraak : 5 juli 2013
VERSTEK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedag] te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
raadsvrouw : mr. J.A.P.M. van Dal, advocaat te Arnhem.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 september 2010 te Nijmegen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisie en/of één of meer horloges en/of een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voormelde [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, de woning van voormelde [benadeelde 1] is binnengedrongen/binnengegaan en/of (daarbij) die [benadeelde 1]
richting de keuken van die woning heeft geduwd en/of die [benadeelde 1] (vervolgens/daarbij) de woorden heeft toegevoegd: "dit is een overval" en/of "ik wil goud en geld" en/of (vervolgens) die [benadeelde 1] (krachtig) bij haar arm heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (krachtig) aan diens arm heeft gerukt/getrokken en/of (daarbij) een mes aan die [benadeelde 1] heeft getoond, althans
(duidelijk) zichtbaar voor die [benadeelde 1] heeft vastgehouden en/of (vervolgens) dat mes op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde 1] heeft gehouden en/of (vervolgens) die [benadeelde 1] heeft meetrokken richting het toilet en/of die [benadeelde 1] (vervolgens) het toilet in heeft geduwd en/of (vervolgens) in dat toilet heeft ingesloten, althans de deur - van dat toilet - van de buitenzijde heeft afgesloten;
2.
hij in of omstreeks de periode van 7 september 2010 tot en met 16 september 2010 te Nijmegen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een horecapand (gelegen aan [adres 2]) heeft weggenomen een computer met (flatscreen) beeldscherm en/of een cd-speler en/of een hoeveelheid kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het ingooien/stukgooien van een ruit van voormeld pand);
3.
hij op of omstreeks 14 september 2010 te Nijmegen opzettelijk [benadeelde 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door opzettelijk voornoemde persoon wederrechtelijk (krachtig) bij haar arm te pakken en/of vast te houden en/of (daarbij) een mes aan die [benadeelde 1] te tonen, althans duidelijk zichtbaar voor die [benadeelde 1] vast te houden en/of (vervolgens) dat mes op (zeer) korte afstand van het gezicht van die [benadeelde 1] te houden en/of
(vervolgens) voormelde [benadeelde 1] mee te trekken in de richting van het toilet en/of (vervolgens) dat toilet in te duwen en/of die [benadeelde 1] (vervolgens) in dat toilet op te sluiten, althans de deur - van dat toilet - van de buitenzijde af te sluiten;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 21 juni 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen. Wel is verschenen raadsvrouw mr. J. Schaap, namens mr. J.A.P.M. van Dal, niet uitdrukkelijk gemachtigd.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [benadeelde 1].
De officier van justitie, mr. B. Molenaar, heeft gerekwireerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

Ten aanzien van feit 2:
De officier heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring op grond van de bewijsmiddelen uit het dossier. Verdachte heeft bij de politie ontkend het feit te hebben gepleegd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het feit niet wettig en overtuigend worden bewezen. In het pand van aangever is op de bar een peuk aangetroffen. De DNA-sporen die zich hierop bevonden matchen met het DNA-profiel van verdachte. Hieruit kan volgen dat verdachte in het pand is geweest maar niet dat hij daar ook heeft ingebroken. Verdachte heeft bij de politie verklaard wel eens in een pand in Nijmegen, een leegstaand café, te zijn geweest, terwijl in het pand ook anderen verbleven. De rechtbank kan niet uitsluiten dat verdachtes verklaring juist is. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 1 en 3 [1] :
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 14 september 2010 tussen 11.00 uur en 11.40 uur is aangeefster [benadeelde 1] in haar woning aan de [adres 5] in Nijmegen overvallen door een man. De man drong haar huis binnen met een smoes. Hij sprak daarbij in het Nederlands en in het Duits. Hij duwde aangeefster verder het huis in. Vervolgens heeft deze man gezegd “dit is een overval, ik wil goud, geld”. Aangeefster ging toen in de keuken zitten. De man trok haar toen hard aan de linkerarm en hield haar vast. Toen zij zich omdraaide zag ze dat de man een mes vasthield. De man hield het mes 20 centimeter voor haar gezicht. Vervolgens duwde de man haar naar het toilet, duwde haar naar binnen en zei dat hij ging zoeken. Hierna sloot hij haar op het toilet op door de deur van de buitenzijde af te sluiten met het mes. Toen zij later door haar buurvrouw werd bevrijd, ontdekte zij dat drie gouden horloges, twee telefoons, drie kettingen, een ring, een krultangset en een flat screen televisie waren verdwenen. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring op grond van de bewijsmiddelen uit het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft de volgende kenmerken beschreven van de man die haar heeft beroofd [3] :
  • [signalement]
  • [signalement]
  • [signalement]
  • [signalement]
  • [signalement]
  • [signalement]
Getuige [getuige 1] ging rond 11.00 uur die dag vanuit de wijk Leuvensbroeck naar haar moeder aan de [adres 3]. Bij de flat aangekomen kwam een man met hoge snelheid aangefietst, die op dwingende toon in het Duits vroeg om de deur open te maken. Hij had een kleiner formaat flatscreen televisie onder zijn arm en liep op de eerste verdieping naar binnen bij de onderbuurvrouw ([betrokkene]) van haar moeder Hij had een [omschrijving 2]. Een dag eerder was deze man bij haar moeder aan de deur geweest en vroeg of hij mocht bellen. Haar moeder vertelde dat de man een tatoeage in zijn nek heeft. [4]
De politie heeft een onderzoek ingesteld in de woning aan het aders [adres 4], waar de man naar binnen ging. De daar aanwezigen [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] wisten te vertellen dat sinds enkele dagen een Duits sprekende man in de woning geweest was die [naam] (fonetisch) heette. Hij was gekleed in een donkere broek en een grijze jas met capuchon. [naam] was op 14 september 2010 rond 13.00 uur in de woning geweest en had een aantal kettingen en horloges aangeboden aan aanwezig [getuige 4]. Verder had [naam] aan de aanwezige [getuige 3] een flat screen televisie te koop aangeboden. [5]
Voorts is als getuige [getuige 5] gehoord, die heeft verklaard dat hij “[naam]” onderdak heeft verschaft bij [betrokkene] aan de [adres 4]. Na twee dagen had hij [naam] de woning uitgezet omdat deze gestolen spullen te koop aanbood. [getuige 5] beschrijft [naam] als een [omschrijving 1]. [6]
Op 16 september 2010 hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een man aangehouden met een Duits accent, met in zijn nek een tatoeage “[tatoeage]”. Dit betrof verdachte [verdachte].
Voorts bevindt zich in het dossier een foto van verdachte waarop zijn tatoeage in de nek zichtbaar is. [7]
Gelet op de beschrijvingen door [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] van de Duits sprekende man/[naam]/[naam] die op het adres [adres 4] heeft verbleven, kan het niet anders dan dat deze man de door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] aangehouden verdachte is.
De vraag is of verdachte ook de persoon is die in de woning van aangeefster is geweest. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte beantwoordt aan het signalement dat aangeefster heeft gegeven van de overvaller. Bij de overval zijn onder meer horloges, kettingen en een flatscreen meegenomen. Op de dag van de overval is verdachte door [getuige 1] gezien met onder zijn arm een flatscreen. Op de dag van de overval heeft verdachte voorts aan [getuige 4] horloges en kettingen te koop aangeboden en aan [getuige 3] een flatscreen. Dit alles speelde zich af vlak bij de plaats delict. [getuige 5] heeft verder verklaard dat verdachte gestolen spullen te koop aanbood.
Verdachte heeft verklaard dat hij tussen 14 en 15 september 2010 in Duitsland verbleef. Hij beweert daarvoor drie getuigen te hebben, die echter allen hebben geweigerd hierover te verklaren. Daarentegen blijkt uit eerdergenoemde verklaringen dat vier personen verdachte op 14 september 2010 in Nijmegen in de [straat] hebben gezien. Verdachtes verklaring is dan ook volstrekt ongeloofwaardig.
Gelet op het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat het verdachte is die de overval op de woning van aangeefster heeft gepleegd en daarbij aangeefster van haar vrijheid heeft beroofd door haar op het toilet op te sluiten.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 14 september 2010 te Nijmegen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisie en horloges en een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], welke diefstal werd voorafgegaan van
geweld en bedreiging met geweld tegen voormelde [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, de woning van voormelde [benadeelde 1] is binnengedrongen/binnengegaan en (daarbij) die [benadeelde 1] richting de keuken van die woning heeft geduwd en die [benadeelde 1] (vervolgens/daarbij) de woorden heeft toegevoegd: "dit is een overval" en "ik wil goud en geld" en vervolgens die [benadeelde 1] krachtig bij haar arm heeft vastgepakt en vastgehouden en krachtig aan diens arm heeft gerukt/getrokken en (daarbij) een mes aan die [benadeelde 1] heeft getoond, althans
(duidelijk) zichtbaar voor die [benadeelde 1] heeft vastgehouden en (vervolgens) dat mes op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde 1] heeft gehouden en vervolgens die [benadeelde 1] heeft meetrokken richting het toilet en die [benadeelde 1] vervolgens het toilet in heeft geduwd en vervolgens de deur - van dat toilet - van de buitenzijde heeft afgesloten;
3.
hij op 14 september 2010 te Nijmegen opzettelijk [benadeelde 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd door opzettelijk voornoemde persoon wederrechtelijk krachtig bij haar arm te pakken en vast te houden en (daarbij) een mes duidelijk zichtbaar voor die [benadeelde 1] vast te houden en (vervolgens) dat mes op (zeer) korte afstand van het gezicht van die [benadeelde 1] te houden en vervolgens voormelde [benadeelde 1] mee te trekken in de richting van het toilet en vervolgens dat toilet in te duwen en vervolgens de deur - van dat toilet - van de buitenzijde af te sluiten;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 telkens:
Opzettelijk iemand van de vrijheid beroven
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie van verdachte, gedateerd 6 juni 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heef op laffe wijze een 82-jarig vrouw in haar eigen huis beroofd na haar met een mes te hebben bedreigd en op het toilet te hebben opgesloten. Dit zijn zeer ernstige feiten. Juist de eigen woning moet een plek zijn waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Daar komt bij dat verdachte een kwetsbaar slachtoffer, een bejaarde vrouw, heeft uitgekozen om te overvallen.
De ervaring leert dat dergelijke overvallen diep ingrijpen in het leven van de slachtoffers, die vaak langere tijd angstig blijven en zich onveilig voelen. Voorts veroorzaken zij onrust in de buurt waar de overal heeft plaatsgevonden en in de samenleving in het algemeen. Verdachte heeft dit alles op de koop toe genomen en ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen financiële gewin.
Gelet op het vorenstaande en mede gezien hetgeen doorgaans wordt opgelegd voor woningovervallen met geweld en vrijheidsberoving, acht de rechtbank de straf die de officier van justitie heeft geëist passend en geboden. De rechtbank zal om die redenen de eis volgen, ondanks de vrijspraak voor feit 2.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van
€ 1013,39.
De officier van justitie heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering nu de voorwerpen waar de vordering betrekking op heeft niet in het dossier terug te vinden zijn.
De rechtbank sluit zich hierbij aan. Het door de benadeelde partij gevorderde bedrag ziet op vergoeding van een gebitsprothese en rouge Chanel. In het dossier bevinden zich geen aanknopingspunten waaruit blijkt dat de door de benadeelde partij gevorderde schade verband houdt met de feiten. Om die reden zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaring in haar vordering.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 57, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. M.G.J. Post (voorzitter), mr. C.M.E. Lagarde en mr. W.L.J.M. Duijst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 juli 2013.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de regiopolitie Gelderland-Zuid, SGBO Overvallen, opgemaakte proces-verbaal, OPS-dossiernummer 2011 127389, gesloten op 16 december 2011 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 12-15; bijlage goederen, p. 18; proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 25.
3.Proces-verbaal van aangifte p. 13.
4.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1], p. 28-29.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 37-38
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
7.Schriftelijk bescheid, te weten een foto, p. 7