ECLI:NL:RBGEL:2013:1442

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
4 juli 2013
Zaaknummer
05/721469-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor poging tot moord, stalking en bezit van kinder- en dierenporno

Op 28 juni 2013 heeft de Rechtbank Gelderland een 40-jarige man uit Ophemert veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd. De man werd schuldig bevonden aan poging tot moord op zijn ex-vriendin, stalking en het bezit van kinder- en dierenporno. De feiten vonden plaats tussen 1 augustus en 9 oktober 2012, waarbij de verdachte op 9 oktober in Wageningen zijn ex-vriendin met een mes aanviel, haar meerdere keren stak en haar verwondingen bijna fataal waren. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van voorbedachte raad, ondanks de verdediging die aanvoerde dat de verdachte onder invloed van alcohol en medicijnen handelde. De rechtbank achtte de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar, maar oordeelde dat de ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling een gevangenisstraf en TBS noodzakelijk maakten. De benadeelde partij, de ex-vriendin, heeft een schadevergoeding van € 6.131,04 toegewezen gekregen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/721469-12
Data zittingen : 22 januari 2013, 9 april 2013 en 14 juni 2013
Datum uitspraak : 28 juni 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedag]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in Zwolle PPC.
raadsman : mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 09 oktober 2012 te Wageningen in de gemeente Wageningen,
in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, opzettelijk na kalm
beraad en rustig overleg, voorzien van een mes, althans een puntig en/of
scherp voorwerp naar Wageningen is gereden, naar die[slachtoffer] is
toegerend/gelopen en/of die[slachtoffer] heeft vastgepakt en/of die[slachtoffer] heeft
meegetrokken en/of in daar aanwezige bosjes/struiken heeft geduwd en/of met
dat mes of genoemd voorwerp één of meermalen die[slachtoffer] in haar nek/hals
en/of borst heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
in de gemeente Veenendaal en/of Neerijnen, in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met
het oogmerk die[slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet
te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers in die periode via G-mail
stelselmatig aan die[slachtoffer] (seksistisch getinte) teksten en/of berichten
heeft doen toekomen en/of via de internetsites van facebook, Speurders.nl,
Marktplaats.nl en/of[site].nl (een) tekst(en) heeft geplaatst, waarin die[slachtoffer]
(onder andere) werd aangeprezen als prostitué en/of anderszins
negatieve uitlatingen over haar werden gedaan;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
te Ophemert in de gemeente Neerijen, in elk geval in Nederland, een
gegevensdrager, te weten een computer bevattende (acht), althans een aantal
afbeelding(en)en/of film/s en/of filmfragment/en in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en), film/s en/of filmfragment/en (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer): het (laten) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen van (een)
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben
bereikt door een volwassen man/een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt (zie foto 07, name(s) het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten
en/of billen in beeld gebracht worden en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (zie foto 01, name(s)
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
in de gemeente Veenendaal en/of Neerijnen, in elk geval in Nederland,, één of
meermalen (een)gegevensdrager(s), te weten een computer in bezit heeft gehad,
bevattende ongeveer 186, in elk geval een hoeveelheid afbeelding(en), film/s
en/of filmfragment/en, terwijl op die afbeelding(en), film/s en/of filmfragment/en (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit (ondermeer): het penetreren van een vrouw door een hond en/of andere ontuchtige handelingen
waarbij een mens en een hond was/waren betrokken of schijnbaar was/waren
betrokken, zie: foto 12,name(s)(bestanden) en/of het door een vrouw in de mond nemen van het geslachtsdeel van een paard en/of andere ontuchtige handelingen waarbij een mens en een paard was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, zie foto: (bestanden)

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 14 juni 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.
Als benadeelde partij heeft zich ten aanzien van de feiten 1 en 2 schriftelijk in het geding gevoegd [slachtoffer].
De officier van justitie, mr. C.Y. Huang, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
2a. De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
De raadsman heeft ten aanzien van feit 2 gepleit voor niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, nu aangeefster pas op 21 januari 2013 de klacht heeft gedaan dat zij wenste dat verdachte werd vervolgd voor het strafbare feit, derhalve niet binnen drie maanden na kennisneming van het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 66 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat aangeefster in haar aangifte van 10 oktober 2012 reeds heeft aangegeven dat zij wenste dat verdachte zou worden vervolgd terzake het strafbare feit, zodat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is.
De rechtbank overweegt met betrekking tot dit verweer als volgt.
Uit het tweede lid van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht volgt dat vervolging niet plaatsvindt dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat de klacht (net) niet binnen de termijn van artikel 66 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is gedaan in dit geval geen gevolgen behoeft te hebben, nu reeds uit de aangifte van het slachtoffer [slachtoffer], gedaan op 10 oktober 2012, ondubbelzinnig de wens tot vervolging blijkt. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman. Het Openbaar Ministerie is derhalve ontvankelijk.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 9 oktober 2012 omstreeks 9.15 uur heeft verdachte in Wageningen zijn ex-vriendin [slachtoffer], terwijl zij op de grond lag, gestoken met een mes [2] . Nadien zijn bij[slachtoffer] een klaplong, een gat in de aorta en een steekwond in haar hals geconstateerd. Ook had zij twee steekwonden in de borstkas. Bij een steekwond was de aorta en bij een andere steekwond de linkerlong geraakt.[slachtoffer] zou aan haar verwondingen zijn overleden, indien de steek een paar millimeter lager was geweest [3] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot moord.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft voor vrijspraak van het primair tenlastegelegde gepleit. Daartoe is aangevoerd dat cliënt veel gedronken had en onder de medicijnen zat en zich in een zodanige roes bevond dat er geen sprake was van kalm beraad en rustig overleg. Er is ook geen bewijs voor voorbedachte raad.
De verdediging concludeert dat een bewezenverklaring van poging tot doodslag mogelijk is, gezien de bewijsmiddelen.
Beoordeling door de rechtbank
Vastgesteld dient te worden welke gedragingen, zoals ten laste gelegd, kunnen worden bewezen. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Opzet
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte die ochtend maar bleef inbeuken op haar, dat er mensen kwamen en dat verdachte toen is weggegaan. Zij heeft verklaard dat verdachte in haar gezicht sloeg en op haar borst, terwijl zij in de struiken lag [4] . Getuigen [getuige1] en[getuige2] hebben verklaard dat de man meerdere slaande bewegingen maakte richting de vrouw op de grond en dat hij midden op het lichaam sloeg, ter hoogte van de borst. [5]
Aangeefster heeft drie steekwonden opgelopen (in de aorta, de long en in de nek) en snijwonden. Zij heeft een spoedoperatie ondergaan. De behandelend chirurg heeft verklaard dat mevrouw[slachtoffer] geluk heeft gehad, omdat zij zeker aan haar verwondingen had kunnen overlijden. Benoemd wordt dat er ten minste 2 centimeter in het lichaam moet zijn gestoken om de long te raken en 5 à 6 centimeter om de aorta te raken [6] .
Uit het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat gelet op de aard en de wijze van steken alsmede het deel van het lichaam waar[slachtoffer] is gestoken, wettig en overtuigend bewezen kan worden gedacht dat verdachte het opzet heeft gehad op het doden van[slachtoffer].
Voorbedachte raad
Verdachte kon het niet verdragen dat[slachtoffer] de relatie met hem had verbroken. Hij had psychische problemen, ging veel drinken en heeft een zelfmoordpoging ondernomen7.
Getuigen hebben verklaard dat verdachte psychische problemen had en labiel was8.
Voorts blijkt dat getuige [getuige3] een telefoongesprek heeft gehad met verdachte, waarin verdachte zei ”al moet ik 20 jaar zitten, zij zal altijd achterom moeten kijken. Ik zal haar pakken”.9 In het dossier bevindt zich ook een mail van verdachte aan[slachtoffer], verzonden op 29 september 2012, met dezelfde strekking 10.
Uit onderzoek van de laptop van verdachte blijkt dat hij op 7 oktober 2012 om 23.09 op de zoekterm(en) “moord+ straf” heeft gezocht11. Op 7 oktober 2012 is ook gezocht op “tankstation + tiel”12. Ook heeft hij, in de weken voor het feit, gezocht op “knife+ heart”, “iemand+ bewusteloos + slaan” en op “beste + moordwapen”13 .
Getuige[getuige4], de vader van verdachte, heeft verklaard dat verdachte hem op 7 oktober om 23.20 uur belde en aangaf dat hij de avond erna bij zijn ouders wilde eten en dat hij graag nog een keer lekker wilde eten. Ook blijkt uit deze verklaring dat het afscheid van verdachte van zijn ouders op 8 oktober anders was dan normaal, nu verdachte getuige een klopje op zijn schouder gaf, wat hij anders nooit doet14.
Verdachte is volgens eigen zeggen in de nacht van maandag (8 oktober) op dinsdag (9 oktober) om 01.00 uur wakker geworden en is toen gaan drinken. Hij is op de computer gaan kijken, maar werd emotioneel door mailtjes van zijn ex-vriendin[slachtoffer]. Verdachte is een benzinepomp gaan zoeken en heeft getankt en wat goederen gekocht bij een tankstation in Tiel15. Verdachte heeft daarna[slachtoffer] opgewacht bij de woning van haar moeder16. Hij wist dat[slachtoffer] haar moeder regelmatig bezocht en wist ook het adres van de moeder17.
Uit de verklaringen van aangeefster en van getuigen blijkt dat verdachte aangeefster vrijwel direct heeft aangevallen, zodra hij aangeefster bij de woning van haar moeder aantrof 18. Getuige[getuige5] heeft verklaard dat verdachte stond te wachten, een sprint trok en[slachtoffer] aanvloog19. Ook getuige [getuige6] heeft verklaard dat verdachte en[slachtoffer] elkaar tegen kwamen en begonnen te vechten20.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte vantevoren het plan heeft beraamd om[slachtoffer] van het leven te beroven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de voorbedachte raad wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De verdediging heeft gesteld dat er contra-indicaties zijn die maken dat er niet gesproken kan worden over voorbedachte raad, nu verdachte onder invloed van drank en medicijnen was. Alles gebeurde volgens hem in een roes.
Kalm beraad en rustig overleg is in beginsel een objectief vast te stellen vereiste, zoals blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 28 februari 2012 (LJN: BR2342). Het gaat daarbij niet om het daadwerkelijk nadenken of zich rekenschap geven, maar om de tijd en gelegenheid daartoe. Dit tijdsverloop behoeft niet in alle gevallen lang te zijn en kan zich ook ten dele afspelen tijdens de gewelddadige handelingen. Het begrip voorbedachte raad staat daarmee ver af van een kwalitatieve beoordeling van de psychische gesteldheid van de dader in de zin van een vaststelling van zijn motieven of van handelen in ‘ koele bloede”. Het is wel invoelbaar en voorstelbaar dat bij verdachte verschillende, heftige emoties speelden, waardoor zijn handelen mede is bepaald, maar dat staat niet in de weg aan het aannemen van voorbedachte raad. Wel kan de ernstig emotionele toestand van de dader een rol spelen bij de toerekeningsvatbaarheid van het strafbare feit. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er geen contra-indicaties zoals door de verdediging is gesteld, die in de weg staan aan een bewezenverklaring van voorbedachte raad. Voor de stelling dat verdachte geheel in een roes heeft gehandeld en zich geen moment bewust is geweest van de strekking van zijn handelen zijn geen aanwijzingen in het dossier. Getuige [getuige7] heeft immers verklaard dat het hem opviel dat de man zo afgerond 20 euro in de vroege ochtend kon tanken en ook netjes 60 eurocent erbij gaf, zodat hij 15 euro gepast terugkreeg. Hieruit concludeert de rechtbank dat verdachte redelijk helder van geest moet zijn geweest. Ook het posten bij de parkeerplaats bij de woning van de moeder van het slachtoffer wijst op bewust handelen. Verder merkt de rechtbank op dat de politie, in het kader van de aanhouding van verdachte, geen aanleiding heeft gezien om hem op het gebruik van alcohol te testen. Het verweer van de raadsman wordt dan ook niet gevolgd.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], pagina’s 38-41;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 juni 2013.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 tenlastegelegde:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van bevindingen beoordeling multimediafiles, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], gedateerd 15 november 2012, pagina’s 672-682;
  • het proces-verbaal van bevindingen aanvullende beoordeling multimediafiles, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], gedateerd 12 december 2012, pagina’s 683-684 en
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 juni 2013.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 09 oktober 2012 te Wageningen in de gemeente Wageningen,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, opzettelijk na kalm
beraad en rustig overleg, voorzien van een mes, naar Wageningen is gereden, naar die[slachtoffer] is
toegerend/gelopen en
/ofdie[slachtoffer] heeft vastgepakt en die[slachtoffer] heeft
meegetrokken en
/ofin daar aanwezige bosjes/struiken heeft geduwd en
/ofmet
dat mes meermalen die[slachtoffer] in haar nek/hals
en
/ofborst heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
in de gemeente Veenendaal en/of Neerijnen,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met
het oogmerk die[slachtoffer]
,te dwingen iets te doen, niet
te doen, te dulden en vrees aan te jagen, immers in die periode via G-mail
stelselmatig aan die[slachtoffer] (seksistisch getinte) teksten en berichten
heeft doen toekomen en via de internetsites van facebook, (sites) tekst
(en
)heeft geplaatst, waarin die[slachtoffer] (onder andere) werd aangeprezen als prostitué en/of anderszins
negatieve uitlatingen over haar werden gedaan;
3.
hij in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
te Ophemert in de gemeente Neerijen, ,een
gegevensdrager, te weten een computer bevattende
(acht
),
afbeelding
(en
)in bezit heeft gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding
(en
), seksuele gedraging
(en
)zichtbaar zijn, waarbij
(telkens
)een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer): het
(laten
)betasten van de vagina en de borsten en de billen van
(een
)
perso
(o
)n die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt door een volwassen man
/(zie foto 07, name(s) en
/of foto
08, name het geheel of gedeeltelijk naakt
(laten
)poseren van
(een
)perso
(o
)n die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij
deze perso
(o
)n gekleed is en opgemaakt is en
poseert in een omgeving en met
(een
)voorwerp
(en in
(een
)(erotisch getinte
)houding (op een wijze
)die niet bij haar leeftijd past en
/(waarna
)door het camerastandpunt en de
(onnatuurlijke
)pose en/of
de wijze van kleden van deze perso
(o
)n nadrukkelijk de
(ontblote
)geslachtsdelen en
/ofborsten
en billen in beeld gebracht worden en
/of (waarbij
)de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (zie foto)
4.
hij in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 9 oktober 2012
in de gemeente Veenendaal en/of Neerijnen, een
)gegevensdrager
(s), te weten een computer in bezit heeft gehad, bevattende ongeveer 186, afbeelding
(en
), film
/s
en filmfragment
/en, terwijl op die afbeelding
(en
), film
/s en filmfragment
/en ontuchtige handeling
(en
)zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken welke ontuchtige handelingen bestonden uit (ondermeer): het penetreren van een vrouw door een hond en/of andere ontuchtige handelingen
waarbij een mens en een hond was/waren betrokken of schijnbaar was/waren
betrokken, zie: (bestanden)het door een vrouw in de mond nemen van het geslachtsdeel van een paard en/of andere ontuchtige handelingen waarbij een mens en een paard was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, zie foto: (bestanden).
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
poging tot moord
Ten aanzien van feit 2:
belaging, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben
Ten aanzien van feit 4:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Tevens dient aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met de in het rapport van de Reclassering Nederland van 15 mei 2013 genoemde voorwaarden te worden opgelegd.
De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een lagere gevangenisstraf, teneinde de nadruk te leggen op de behandeling in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Voorts heeft de raadsman verzocht daarbij rekening te houden met de straf die zijn cliënt in een lopende hoger beroepzaak mogelijk zal krijgen. Deze maakt dat cliënt zich naar verwachting geruime tijd in detentie zal bevinden, alvorens de behandeling in het kader van de tbs met voorwaarden een aanvang kan nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 25 mei 2013 en
- een viertal voorlichtingsrapportages van de Reclassering Nederland, d.d. 10 oktober 2012, 16 januari 2013, 4 april 2013 en 15 mei 2013, betreffende verdachte;
- een psychologisch rapport van drs. [psycholoog], psycholoog, gedateerd 15 januari 2013 en
- een psychiatrisch onderzoek van drs. [psychiater], psychiater, gedateerd 20 januari 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot moord op zijn voormalige vriendin, waarbij hij haar onverhoeds heeft vastgepakt en in de struiken heeft gegooid. Daarna is hij op haar gaan zitten of liggen en heeft hij meerdere keren met een mes in haar nek en borst gestoken. Het slachtoffer heeft zeer veel geluk gehad dat zij de steekpartij overleefd heeft. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het belagen van diezelfde ex-vriendin, waarbij hij seksueel en bedreigende mailtjes naar haar stuurde en internetberichten plaatste, waarin zij onder andere werd aangeprezen als prostituee. De rechtbank rekent het verdachte met name aan dat hij met zijn handelen de fysieke integriteit van zijn ex-vriendin ernstig heeft aangetast. Deze ervaringen brengen bij een slachtoffer vaak nog langdurig gevoelens van onveiligheid met zich, hetgeen ook blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring. Ook de belaging heeft op haar diepe (negatieve) indruk gemaakt. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderpornografische afbeeldingen en afbeeldingen van seksuele gedragingen tussen mensen en dieren. Ook dit zijn ernstige feiten. Bij de productie van dergelijke afbeeldingen worden, vaak zeer jonge, minderjarigen en dieren misbruikt. Verdachte heeft door het bezit van dergelijke afbeeldingen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de vraag naar en de productie van kinderporno en dierenporno.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt voorts dat verdachte een strafrechtelijk verleden heeft, waarin hij meermalen is veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens onder andere zedendelicten en wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Psycholoog [psycholoog] komt in zijn rapportage tot de conclusie dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar kan worden geacht. Bij verdachte is sprake van een ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van parafilie Niet Anders Omschreven en misbruik van alcohol (kortdurend, voorbijgaand en gedwongen in remissie door detentie). Verdachte heeft een persoonlijkheidsstoornis Niet Anders Omschreven met narcistische, afhankelijke en ontwijkende trekken. De psycholoog noemt de volgende factoren die als delictfactoren onverminderd aanwezig zijn en waardoor de kans op recidive hoog wordt ingeschat: onzekerheid, angst, minderwaardigheidsgevoel, vlucht in hyperseksualiteit als poging letterlijk en figuurlijk zijn mannetje te staan, onverwerkte devaluatie door vader, egocentrisme, afhankelijkheid en zelfvervreemding, waardoor er geen contact is met de innerlijke gevoelswereld. Geadviseerd wordt om een behandeling in het kader van een TBS met voorwaarden op te leggen.
Psychiater [psychiater] komt tot dezelfde conclusie in zijn rapport van 20 januari 2013.
De rechtbank volgt de conclusie van de deskundigen ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Dit betekent dat de rechtbank verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht voor het gebeurde.
Gelet op het hiervoor genoemde is de rechtbank van oordeel dat het gevaar groot is dat verdachte zonder behandeling opnieuw een misdrijf zal plegen waardoor de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen gevaar zal lopen.
De behandeling van verdachte kan blijkens het maatregelenrapport en het adviesrapport van de Reclassering Nederland d.d. 15 mei 2013 plaatsvinden in de Forensisch Psychiatrische Kliniek Assen. De rechtbank zal, gelet op genoemde rapportages, de behandeling opleggen als één van de voorwaarden verbonden aan een terbeschikkingstelling.
De onder 1 en 3 bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die behoren tot een der misdrijven genoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 1 van het Wetboek van Strafrecht en zijn misdrijven die een gevaar opleveren voor de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen en die een gevaar opleveren voor of een krenking zijn van de lichamelijke integriteit van een of meer personen.
Op grond van bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de feiten, de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen tot het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling noopt. Wel acht de rechtbank de beteugeling van het recidivegevaar voldoende verzekerd door het verbinden van voorwaarden aan de op te leggen terbeschikkingstelling. Een eventueel bevel dat verdachte van overheidswege moet worden verpleegd, kan naar het oordeel van de rechtbank (nog) achterwege blijven.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 14 juni 2013 verklaard bereid te zijn de in het adviesrapport van Reclassering Nederland d.d. 15 mei 2013 vermelde voorwaarden na te komen.
De rechtbank acht, gelet op de bijzondere ernst van de feiten, zoals hierboven omschreven, naast een terbeschikkingstelling met voorwaarden, een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren alleszins passend en geboden. Een hogere gevangenisstraf is, naast een terbeschikkingstelling met voorwaarden, gelet op artikel 38 lid 5 van het Wetboek van Strafrecht, niet mogelijk.
Anders dan door de raadsman is betoogd, is de rechtbank van oordeel dat zij niet vooruit kan lopen op de mogelijk op te leggen straf in een nog aanhangige hoger beroepszaak. In die zaak kan het Gerechtshof, op grond van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, rekening houden met de thans door de rechtbank op te leggen straf.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven grijze ducktape, 2 zwarte kabelbinders, een zwart breekijzer, een wit dekbed, een zwarte Nokia telefoon, een zwarte Samsung Smartphone telefoon, een Asus computer, een zwarte Toshiba portable computer en een harde schijf (freecom geheugen 18162, 400G) moeten worden teruggeven aan de rechthebbende.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 12.131,09.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot betaling van het bedrag van € 12.131,04 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de immateriële posten te hoog zijn en verzoekt de rechtbank deze posten bij wijze van voorschot tot een lager bedrag toe te wijzen, waarbij het aan aangeefster is om naar de burgerlijke rechter te gaan, indien zij meer zou willen. Voor wat betreft de materiële posten refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de civiele vordering van [slachtoffer] tot een bedrag van € 1.131,04 aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken op dat bedrag is begroot.
Ten aanzien van de immateriële schadevergoeding overweegt de rechtbank als volgt.
Aan de benadeelde partij is door de onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbare feiten rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade als voorschot begroot op een bedrag van € 5.000,-. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering ter zake van immateriële schade, nu de vordering voor dat gedeelte niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Tevens zal het bedrag worden vermeerderd met de wettelijke rente. De vervangende hechtenis ziet niet op het bedrag van de wettelijke rente, nu de omvang hiervan ten tijde van het wijzen van het vonnis nog niet bekend is. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 9 oktober 2012.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 36f, 37a, 38, 45, 57, 240b, 254a, 285b en 289 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Gelast dat veroordeelde
ter beschikking wordt gesteld enstelt daarbij de volgende voorwaarden:
- veroordeelde zal zich niet schuldig maken aan strafbare feiten;
- veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aanbieden;
- veroordeelde zal zich laten behandelen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) te Assen (of een soortgelijke instelling) op voorspraak van de Indicatiecommissie Forensische Zorg (IFZ), zolang dit door de behandelaren en/of de reclassering geïndiceerd is en zal meewerken aan behandeling in een verder vervolgtraject (deeltijd en/of poliklinisch) indien hieromtrent duidelijkheid is;
- veroordeelde zal zijn dagelijks functioneren bespreken en zich begeleidbaar opstellen en zal tevens inzicht geven in zijn belevingswereld (in het bijzonder zijn angsten, frustraties en irritaties) en zal openheid geven over nieuwe contacten in zijn netwerk en/of relatie;
- veroordeelde zal op het afgesproken adres c.q. de afgesproken locatie verblijven en zal niet van adres veranderen zonder toestemming van de reclassering;
- veroordeelde zal meewerken aan programma’s, gericht op daginvulling en/of integratie op de arbeidsmarkt en aanvaarding van een werkkring en/of functie geschiedt enkel na instemming van de reclassering;
- veroordeelde zal zich begeleidbaar opstellen ten aanzien van financiën, ook als dat inhoudt dat hij onder bewindvoering dan wel financieel beheer wordt gesteld;
- veroordeelde zal de aanwijzingen opvolgen met betrekking tot de voorgeschreven medicatie;
- veroordeelde zal geen alcohol en drugs gebruiken, zolang dit door de behandelaren en/of de reclassering noodzakelijk wordt geacht;
- veroordeelde zal meewerken aan urinecontrole’s, zolang dit door de behandelaren en/of de reclassering geïndiceerd is en
- veroordeelde zal, indien er sprake is van een crisissituatie, meewerken aan een ‘time-out’ c.q. crisis (FPT)-plaatsing in een FPC of een andere soortgelijke instelling.
Beveelt de teruggave van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten grijs ducktape, 2 zwarte kabelbinders, een zwart breekijzer, een wit dekbed, een zwarte Nokia telefoon, een zwarte Samsung Smartphone telefoon, een Asus computer, een zwarte Toshiba portable computer en een harde schijf (freecom geheugen 18162, 400G), aan de rechthebbende.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
  • Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer], te betalen € 6.131,04 (zegge: zesduizend honderdeenëndertig euro en vier eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
  • Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
  • Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], te betalen € 6.131,04 (zegge: zesduizend honderdeenëndertig euro en vier eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 66 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Hamaker (voorzitter), mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra en mr. drs. J.M. Klep, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Wessels-Harmsen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 juni 2013.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten- van de regiopolitie Gelderland-Midden, district recherche West Veluwe Vallei Team OLYMPUS, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2012112470, gesloten op 10 december 2012 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], pagina’s 38-40, het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige2], pagina’s 72 en 74, het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige1], pagina 84 en de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 juni 2013.
3.Het proces-verbaal van getuige [getuige8] (cardio thoracaal chirurg), pagina’s 58-59.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], pagina 40.
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuige van[getuige2], pagina 72 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige1], pagina 84.
6.Het proces-verbaal van getuige [getuige8], pagina’s 58-59.