ECLI:NL:RBGEL:2013:1427
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met driejarige peuter
De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft op 21 juni 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 37-jarige man zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met een driejarige peuter uit Arnhem. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer, waarbij de verdachte niet aanwezig was. De officier van justitie, mr. B. Molenaar, had gerekwireerd voor een veroordeling op basis van getuigenverklaringen en de verklaring van de aangeefster, de moeder van het slachtoffer.
De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de getuigen en de aangeefster vertoonden aanzienlijke tegenstrijdigheden, vooral met betrekking tot het signalement van de dader. De rechtbank merkte op dat de beschrijvingen van de dader door de getuigen niet overeenkwamen en dat er geen confrontatie met de verdachte had plaatsgevonden. Bovendien was er onduidelijkheid over de exacte locatie van het tenlastegelegde feit, wat de twijfel over de schuld van de verdachte vergrootte.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet de dader kon zijn van het tenlastegelegde feit, en sprak hem vrij. De benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer, had een schadevergoeding van € 200,-- gevorderd, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De uitspraak werd gedaan door mr. R.M. Maanicus (voorzitter), mr. C.M.E. Lagarde en mr. J.M. Hamaker, in aanwezigheid van griffier mr. D.G. Wessels-Harmsen.