In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 mei 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van twee feiten: schennis van de eerbaarheid en het bewegen van een minderjarige getuige te zijn van seksuele handelingen. De feiten vonden plaats op respectievelijk 25 mei 2012 te Valburg en 20 mei 2012 te Elst, beide gelegen in de gemeente Overbetuwe. De verdachte heeft op de openbare weg, met ontbloot geslachtsdeel, zich aan een plaats voor openbaar verkeer vertoond en heeft een minderjarig meisje, van wie hij wist dat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, met ontuchtig oogmerk betrokken bij seksuele handelingen. Tijdens de zitting op 17 mei 2013 heeft de verdachte zijn schuld bekend, wat leidde tot een bekennende verdachte zoals bedoeld in artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de impact van het gedrag van de verdachte op de slachtoffers, in het bijzonder op het jonge meisje, dat geschrokken en angstig was na de gebeurtenis. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, te vervangen door 15 dagen hechtenis bij niet-betaling, en tot het verrichten van een voorwaardelijke werkstraf van 90 uur, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is.