Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- woning vrijstaand
- schuur
- kas type tralie
- 3 kassen type folie
- waterbassin
- erfverharding.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een glastuinbouwbedrijf voor de onroerende-zaakbelasting (OZB) op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser, eigenaar van het bedrijf, was het niet eens met de door de gemeente Voorst vastgestelde waarde van € 581.000 per 1 januari 2011, zoals vermeld in de beschikking van 20 juli 2012. Eiser stelde dat de hertaxatie met toepassing van de Landelijke Taxatiewijzer tot een onterecht hoge waarde leidde, en voerde aan dat de taxatie niet correct was uitgevoerd. Tijdens de zitting op 27 mei 2013 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar en een taxateur.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de heffingsambtenaar, in zijn keuze voor de taxatiemethodiek vrij was en dat de toepassing van de Landelijke Taxatiewijzer een geoorloofde wijze van waardebepaling was. De rechtbank stelde vast dat de taxateur voldoende onderbouwing had gegeven voor de vastgestelde waarde en dat eiser geen alternatieve taxatie had ingediend om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog was vastgesteld en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Tevens werd vastgesteld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep ongegrond werd verklaard.