ECLI:NL:RBGEL:2013:1130
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestemmingsplan en gebruik van woning voor recreatieve doeleinden
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H.E. Davelaar, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, vertegenwoordigd door mr. L.M. Scheuter. Eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen om het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van zijn woning als recreatiewoning te beëindigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestemmingsplan "Agrarisch Buitengebied Ede" de bestemming "Wonen" op het perceel van eiser rustte, en dat het gebruik van de woning voor recreatieve doeleinden in strijd was met deze bestemming. Eiser betwistte de handhaving en voerde aan dat hij slechts de woning verhuurde en niet zelf gebruikte, maar de rechtbank oordeelde dat hij als verhuurder ook als gebruiker kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat verweerder bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de handhaving rechtvaardigden. Eiser's beroep op het vertrouwensbeginsel werd verworpen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan door een bevoegd persoon. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de handhaving van het bestemmingsplan gerechtvaardigd was.