ECLI:NL:RBDOR:2012:BY5946

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
97783 / FA RK 12-7697 + 99104 / FA RK 12-8315
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing echtscheiding en nevenvoorzieningen wegens betwisting duurzame ontwrichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 14 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding van de man, die lijdt aan de ziekte amyotrofische laterale sclerose (ALS). De man, die in een verpleeghuis verblijft en niet meer kan praten, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, maar de vrouw heeft de duurzame ontwrichting van het huwelijk betwist. Tijdens de zitting, die deels in het verpleeghuis heeft plaatsgevonden, heeft de man, ondanks zijn ziekte, kenbaar gemaakt dat hij de echtscheiding niet langer wenst. De vrouw heeft aangevoerd dat er geen bewijs is dat de man van haar wil scheiden en dat de communicatie tussen hen bemoeilijkt wordt door zijn ziekte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet in staat was om de zitting bij te wonen, maar dat hij desondanks zijn wil heeft geuit door middel van non-verbale communicatie. De rechter heeft opgemerkt dat de man de vrouw niet fysiek heeft afgewezen en dat de spanningen tussen de vrouw en de kinderen van de man niet automatisch leiden tot een duurzame ontwrichting van het huwelijk. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de man de echtscheiding niet wenst en dat de betwisting van de vrouw voldoende is om het verzoek tot echtscheiding af te wijzen.

Daarnaast zijn ook de nevenvoorzieningen die de man had verzocht, afgewezen, omdat er geen basis is voor het uitspreken van de echtscheiding. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door de enkelvoudige kamer van de rechtbank en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 97783 / FA RK 12-7697 + 99104 / FA RK 12-8315
beschikking van de enkelvoudige kamer van 14 november 2012
in de zaak van
[man],
wonende te [adres]
feitelijk verblijvende te [adres verpleeghuis],
verzoeker,
advocaat mr. M.M.J. Bos te Dordrecht,
tegen
[vrouw]
wonende te [adres]
verweerster,
advocaat mr. M.E. Visser te Alblasserdam.
Partijen worden hieronder aangeduid als de man respectievelijk de vrouw.
1. Het procesverloop
1.1. De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- het verzoekschrift van de man, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 17 april 2012;
- de brief van de advocaat van de man, met bijlagen, waaronder het betekeningsexploit, ingekomen ter griffie op 15 mei 2012;
- het verweerschrift van de vrouw, ingekomen ter griffie op 29 juni 2012;
- het aanvullend verzoekschrift van de man, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 25 september 2012;
- het faxbericht van de advocaat van de vrouw, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2012;
- het faxbericht van de advocaat van de man, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 18 oktober 2012.
1.2. De mondelinge behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2012 in de ochtend te [adres verpleeghuis]
De rechter heeft aldaar gehoord:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
1.3. De voortgezette mondelinge behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden in de rechtbank Dordrecht op de terechtzitting met gesloten deuren van 22 oktober 2012 in de middag. Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de advocaat van de man;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat tussen partijen vast dat zij op 15 februari 2002 te Bussum na het maken van huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. Deze huwelijkse voorwaarden zijn blijkens een akte de dato 16 februari 2009, verleden voor mr. R.J.W.J. Meyer, gewijzigd in die zin dat hun huwelijksvermogensregime is gewijzigd naar een wettelijke gemeenschap van goederen.
3. Het verzoek en het verweer
Het verzoek
3.1. De man verzoekt de echtscheiding uit te spreken.
Hij heeft daarbij, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de volgende nevenvoorzieningen verzocht, kosten rechtens:
a. partijen te veroordelen over te gaan tot verdeling van de echtelijke woning, staande en gelegen aan de [adres echtelijke woning], met inachtneming van de waarde van de woning en de omvang van de hypothecaire restschuld ten tijde van de verdeling;
b. partijen te veroordelen over te gaan tot verdeling van de inboedel van de echtelijke woning, inclusief de tot de gemeenschap behorende elektrische fietsen;
c. de verdeling van de ontbonden gemeenschap van partijen vast te stellen, zoals onder punt 16 tot en met 20 van het verzoekschrift tot echtscheiding door de man is voorgesteld;
d. te verklaren voor recht dat de betaling van het bedrag van € 300.000,-- op 29 maart 2012 door de vrouw op de rekening van de heer H. [P.] rechtsgeldig door de man is vernietigd op grond van pauliana;
e. te verklaren voor recht dat de vrouw haar aandeel in de gemeenschap met betrekking tot de effectenrekening met nummer 1266.37.385 heeft verbeurd op de voet van artikel 3:194 lid 2 BW;
f. de vrouw te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de man te betalen het bedrag van € 334.344,28, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2012, althans een datum in goede justitie te bepalen.
Het verweer en de zelfstandige verzoeken
3.2. De vrouw voert verweer en heeft primair verzocht de verzoeken van de man af te wijzen. Voor het geval de echtscheiding wordt uitgesproken, heeft de vrouw verzocht subsidiair:
A. het onder a. genoemde verzoek af te wijzen.
B. het onder b. genoemde verzoek toe te wijzen, waarbij de gehele inboedel inclusief de elektrische fietsen aan de vrouw worden toegedeeld;
C. het onder c. genoemde verzoek af te wijzen en de verdeling van de gemeenschap vast te stellen zoals onder punt 33 tot en met 47 door de vrouw in het verweerschrift, tevens zelfstandige verzoeken, is gesteld.
4. De beoordeling
De echtscheiding
4.1. De man verzoekt de echtscheiding uit te spreken. De vrouw verzet zich hiertegen.
Op grond van artikel 1:151 van het Burgerlijk Wetboek wordt een echtscheiding op verzoek van één van de echtgenoten uitgesproken, indien het huwelijk duurzaam is ontwricht.
Met duurzame ontwrichting wordt gedoeld op een objectief te constateren toestand, die wel nauw verband kan houden met bepaalde in het huwelijk voorgevallen feiten, maar die daarin niet opgaat.
4.2. De man is thans opgenomen in verpleeghuis [naam], omdat hij lijdt aan de ziekte amyotrafe laterale sclerose (ALS). Als gevolg van zijn ziekte is de man niet meer in staat om te praten. Dit was ook reeds het geval ten tijde van de indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding. Beide partijen hebben kinderen uit een eerder huwelijk. Gebleken is dat partijen op gespannen voet staan met elkaars kinderen. De vrouw stelt dat zij de man lange tijd niet heeft bezocht in het verpleeghuis, omdat zij zelf strijdt tegen een ziekte en angstig was om de zoon van de man te treffen. De vrouw stelt dat haar nooit op enige wijze is gebleken dat de man van haar wil scheiden, ook niet nadat zij de man een aantal dagen voor de mondelinge behandeling in het verpleeghuis heeft bezocht. Volgens de vrouw blijkt nergens uit dat het de wens van de man is van haar te scheiden en is van duurzame ontwrichting van het huwelijk geen sprake.
4.3. Nu de man wegens zijn lichamelijke toestand niet in staat bleek om de mondelinge behandeling bij de rechtbank bij te wonen en teneinde te kunnen beoordelen of de man de verzochte echtscheiding thans wenst, heeft de mondelinge behandeling van de zaak gedeeltelijk in het verpleeghuis waar de man verblijft, plaatsgevonden. Gesteld noch gebleken is dat de man als gevolg van zijn ziekte niet langer in staat is zijn wil te bepalen. In het verpleeghuis is gebleken dat de communicatie met de man, als gevolg van zijn ziekte, wel zeer moeizaam verloopt. Desondanks heeft de man aan de rechter duidelijk gemaakt, door het vasthouden en het uitoefenen van druk op de hand van de rechter, dat hij de echtscheiding niet wenst. Daar komt bij dat de rechter heeft waargenomen dat de man de vrouw niet fysiek heeft afgewezen toen zij enige tijd bij hem stond en zijn hand vasthield. Voorts is van belang dat de omstandigheden die naar voren zijn gebracht omtrent de duurzame ontwrichting van het huwelijk van partijen gelegen zijn in de gespannen verhouding tussen de vrouw en de kinderen van de man, dan wel tussen de kinderen van de man en van de vrouw onderling. Dit houdt echter geenszins verband met de duurzame ontwrichting van de relatie van partijen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is duidelijk geworden dat de man de verzochte echtscheiding niet (langer) wenst, terwijl voorts de objectief te constateren toestand van duurzame ontwrichting, in aanmerking nemende de gemotiveerde betwisting door de vrouw, onvoldoende met feiten en omstandigheden is onderbouwd. Het verzoek van de man om de echtscheiding uit te spreken, zal dan ook worden afgewezen.
De verzochte nevenvoorzieningen
4.4. De overige verzoeken die partijen hebben gedaan betreffen nevenvoorzieningen bij de echtscheidingsprocedure. Nu het verzoek van de man tot het uitspreken van de echtscheiding zal worden afgewezen, is er geen plaats voor het treffen van nevenvoorzieningen, zodat de overige verzoeken eveneens zullen worden afgewezen.
De proceskosten
4.5. De rechtbank zal de proceskosten tussen partijen (echtelieden) compenseren.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. compenseert de proceskosten zodat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt;
5.2. wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.M.J. Janssen en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 14 november 2012.