ECLI:NL:RBDOR:2012:BY2277
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oproeping in vrijwaring deels toegewezen in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Dordrecht, is op 31 oktober 2012 een vonnis gewezen in een incident betreffende de oproeping in vrijwaring. De eiser in de hoofdzaak, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.B.M. Swart, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagden, die ook eisers in het incident zijn, met als doel de besloten vennootschap [betrokkene 1] en [betrokkene 3] in vrijwaring op te roepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde zich op het standpunt stelt dat de rechtsvoorganger van eiser haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen. Dit heeft geleid tot de mogelijkheid voor gedaagde om de rechtsvoorganger van eiser in vrijwaring op te roepen.
De rechtbank heeft de oproeping in vrijwaring van de bestuurder van de rechtsvoorganger van eiser afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de vordering op de rechtsvoorganger onbetaald en onverhaalbaar zal blijven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de oproeping in vrijwaring van [betrokkene 1] kan worden toegewezen, aangezien er een rechtsverhouding bestaat die een verplichting tot vrijwaring inhoudt. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere behandeling op 12 december 2012, waarbij de gedaagden in hoofdzaak de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten.
De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A. Eerdhuijzen, die de zaak heeft behandeld.