ECLI:NL:RBDOR:2012:BY0703

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
2 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/766080-11
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige vervaardiging van afbeeldingen met seksuele gedragingen en bezit van kinderpornografisch materiaal

Op 2 oktober 2012 heeft de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op een damestoilet van een ziekenhuis een kledinghaak met een ingebouwde camera had opgehangen. Deze camera was gebruikt om ongewenste opnames te maken van vrouwelijke personeelsleden. De verdachte bleek ook in het bezit te zijn van kinderpornografisch materiaal, waaronder afbeeldingen en video's van seksuele handelingen met minderjarigen en dieren. De rechtbank oordeelde dat het maken van opnames met de camera niet als aanranding kan worden gekwalificeerd, maar wel strafbaar is op grond van artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht maanden geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht en een behandeling. De verdediging pleitte voor vrijspraak van de meeste tenlastegelegde feiten, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het bezit van kinderpornografie en het vervaardigen van ongewenste opnames. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uur, te vervangen door 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar. Tevens werd de verdachte verplicht om mee te werken aan reclassering en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Dordrecht
Sector strafrecht
parketnummer: 10/766080-11
verkort vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 oktober 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1952],
wonende te [adres en woonplaats],
hierna: verdachte.
De zaak is inhoudelijk behandeld ter terechtzitting van 18 september 2012.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
1 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.
2 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
3 Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - het tenlastegelegde bewezen achtend - gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact, ook als dat inhoudt het ondergaan van een behandeling. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de rechtbank de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden beveelt.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 1 aan verdachte ten laste gelegde feit vrijspraak bepleit van de gedragingen verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren en verwerven. Ten aanzien van het bezit van de afbeeldingen heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleit van de gedragingen verspreiden, vervaardigen, invoeren, uitvoeren en heeft zij zich ten aanzien van het bezit van de afbeeldingen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Voorts heeft zij een strafmaatverweer gevoerd.
4 De bewijsbeslissing
4.1 De vrijspraak
4.1.1
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 3 primair ten laste is gelegd, nu uit (onder andere) het arrest van de Hoge Raad van 8 mei 2012 (LJN: BW5000) volgt dat het maken van video- en/of foto-opnames van andere, (half)naakte, personen zonder dat de desbetreffende persoon zich daarvan bewust is, op zichzelf geen ontuchtige handelingen zijn als bedoeld in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dat feit.
4.1.2
De raadsvrouw heeft deelvrijspraken bepleit voor de andere aan verdachte ten laste gelegde gedragingen betreffende de verboden pornografische afbeeldingen, dan het in bezit hebben. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het in het dossier aanwezige bewijs, gelet op de verklaring van verdachte en gelet op het requisitoir van de officier van justitie - die eveneens gerekwireerd heeft tot vrijspraak van de andere gedragingen dan het in bezit hebben van de verboden pornografische afbeeldingen - verdachte moet worden vrijgesproken van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren en verwerven van kinderpornografische afbeeldingen en van het verspreiden, vervaardigen, invoeren en uitvoeren van afbeeldingen met mens-en-dierenporno.
4.2 Het verweer
De raadsvrouw heeft ook vrijspraak bepleit van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde nu zij van mening is dat het voorwaardelijk opzet op dit feit ontbreekt. De rechtbank is echter van oordeel dat de gedraging van verdachte, waarbij hij een camera, verstopt in een kledinghaak, heeft opgehangen op het damestoilet, gericht is geweest op het vervaardigen van een afbeelding (opname). De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij de haak zonder enig oogmerk heeft opgehangen, in een situatie kort na een voor hem belastend gesprek met een collega en dus niet met de bedoeling om opnames te maken, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Hierbij heeft de rechtbank tevens de algehele gemoedstoestand van verdachte in die periode in 2011 betrokken waarbij hij zich bezig hield met het op zijn werk bekijken van afbeeldingen met daarop onder meer seksuele gedragingen van vrouwen met dieren. Deze gemoedstoestand in combinatie met de specifieke aard van de kledinghaak/camera en de plaats op het damestoilet maken het door verdachte geschetste alternatieve scenario onaannemelijk. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw en acht het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 7 september 2011 te Rotterdam en Barendrecht, afbeeldingen, te weten 21 foto's en 44 video's en gegevensdragers, bevattende die afbeeldingen (te weten een computer en een harddisk van een computer en een cd) in bezit heeft gehad terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis en/of een voorwerp en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
- het oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met een vinger/hand en/of de mond/tong en
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of een vinger/hand en
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met een vinger/hand de mond/tong en
- het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn op een wijze die niet bij hun leeftijd passen en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar - seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het ejaculeren en/of het zichtbaar maken van een op sperma gelijkende substantie op het lichaam van persoon die kennelijk de leeftijd van 18 nog niet heeft bereikt en/of waarbijde afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
op tijdstippen in de periode van 1 juli 2010 tot en met 7 september 2011 te Rotterdam en Barendrecht, afbeeldingen, te weten 14 video's en121 foto's en gegevensdragers bevattende die afbeeldingen (te weten een harddisk van een computer en cd's ) van ontuchtige handelingen waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit:
- het door volwassen vrouwen vastpakken van de penis en aftrekken van een hond en een paard en
- het door volwassen vrouwen houden van de penis van een hond en een paard langs/bij hun mond en
- het door volwassen vrouwen pijpen/in de mond nemen van de penis van een hond en een paard en
- het door een hond vaginaal penetreren van een volwassen vrouw
in bezit heeft gehad, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
op tijdstippen op 1 juli 2011 te Rotterdam ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om door gebruik te maken van een technisch hulpmiddel en de aanwezigheid van dat technisch hulpmiddel niet op duidelijke wijze kenbaar te maken, opzettelijk en wederrechtelijk van vrouwelijke personeelsleden van het [ziekenhuis], aanwezig op een niet voor publiek toegankelijke plaats, te weten in een personeelsdamestoilet van het [ziekenhuis], een afbeelding te vervaardigen een camera, ingebouwd in een kledinghaakje, heeft bevestigd aan de muur van dat toilet recht tegenover de toiletpot op ooghoogte, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.4 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De rechtbank bezigt de inhoud van de geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid en sub 5°, van het Wetboek van Strafvordering alleen in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
1.
EEN AFBEELDING EN GEGEVENSDRAGERS BEVATTENDE EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN OF SCHIJNBAAR IS BETROKKEN, IN BEZIT HEBBEN, TERWIJL VAN HET PLEGEN VAN DIT MISDRIJF EEN GEWOONTE WORDT GEMAAKT;
2.
EEN AFBEELDING EN GEGEVENSDRAGERS BEVATTENDE EEN AFBEELDING VAN EEN ONTUCHTIGE HANDELING, WAARBIJ EEN MENS EN EEN DIER ZIJN BETROKKEN OF SCHIJNBAAR ZIJN BETROKKEN, IN BEZIT HEBBEN, TERWIJL VAN HET PLEGEN VAN DIT MISDRIJF EEN GEWOONTE WORDT GEMAAKT;
3.
POGING TOT GEBRUIK MAKENDE VAN EEN TECHNISCH HULPMIDDEL WAARVAN DE AANWEZIGHEID NIET OP DUIDELIJKE WIJZE KENBAAR IS GEMAAKT, OPZETTELIJK EN WEDERRECHTELIJK VAN EEN PERSOON, AANWEZIG OP EEN ANDERE NIET VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE PLAATS, EEN AFBEELDING VERVAARDIGEN, MEERMALEN GEPLEEGD.
6 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 De redenen die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende een lange periode (gegevensdragers met) afbeeldingen van kinderpornografie en mens-en-dierenpornografie in voorraad dan wel in zijn bezit gehad. Daarmee heeft verdachte de norm dat seksueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan, ernstig geschonden. Immers wordt door het op grote schaal verzamelen van kinderporno de vraag naar dat materiaal gegenereerd. Op die vraag spelen anderen in door daadwerkelijk kinderpornografie te vervaardigen, waarbij kinderen op bijzonder ernstige wijze worden misbruikt. Dusdoende is het verdachte - zij het indirect - mede aan te rekenen dat uiterst laakbare, mensonterende handelingen, die plaatsvinden met kinderen van veelal een zeer jonge leeftijd, in stand worden gehouden en worden bevorderd.
Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat bij de productie van kinderporno enorm veel en vaak onherstelbaar leed aan de vaak (zeer) jeugdige slachtoffers wordt aangedaan en dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen grote psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Kinderen dienen derhalve tegen deze bijzonder ernstige vorm van misbruik beschermd te worden. Ten nadele van verdachte laat de rechtbank dan ook meewegen de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. Ook dierenpornografie acht de rechtbank verwerpelijk en schadelijk voor de betrokkenen.
Daarnaast heeft verdachte een camera opgehangen in het damestoilet. Verdachte heeft daarmee zijn collega's, vrouwen, ernstig in hun privacy geschaad. Dergelijke handelingen zijn verwerpelijk zeker als het gaat om collega's, die zich onbespied moeten gevoelen op het moment dat de meeste privacy is vereist, namelijk wanneer zij gebruik maken van het toilet.
Anderzijds heeft de rechtbank er acht op geslagen dat ten aanzien van feit 1 en 2 verdachte uiteindelijk een relatief gering aantal verboden afbeeldingen in bezit had. Verdachte heeft een blanco strafblad en lijkt na een voor hem moeilijke periode van depressieve stemmingen en uitzichtloosheid inmiddels de draad in zijn leven weer enigszins op te pakken.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel, in tegenstelling tot de officier van justitie, dat verdachte niet nog een onvoorwaardelijke gevangenisstraf behoeft te ondergaan. Ter compensatie legt de rechtbank wel een werkstraf van maximale duur op, te weten 240 uur te vervangen door 120 dagen hechtenis en een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een langere proeftijd dan de officier van justitie heeft gevorderd. De duur van de voorwaardelijke gevangenisstraf bedraagt zes maanden met een proeftijd van drie jaren. Daarmee wordt tevens een verplichte begeleiding door de reclassering, het - op aanwijzing van de reclassering - meewerken aan een psychologisch onderzoek en een behandeling bij De Waag mogelijk gemaakt, hetgeen de rechtbank noodzakelijk acht in verband met de persoon van verdachte.
7.2 De inbeslaggenomen voorwerpen
7.2.1 De verbeurdverklaring
Onder verdachte is een filmcamera in beslag genomen (1.00 STK Filmcamera SPYCAM in de vorm van een kledinghaakje). De raadsman en de officier van justitie hebben ten opzichte van het beslag geen standpunt ingenomen.
De rechtbank stelt vast dat dit voorwerp toebehoort aan verdachte en dat met behulp van dit voorwerp is gepoogd het feit te begaan. Daarom acht de rechtbank het in beslag genomen voorwerp vatbaar voor verbeurdverklaring en zal deze ook uitspreken.
7.2.2 De onttrekking aan het verkeer
Tevens zijn onder verdachte in beslag genomen twee computers (1.00 STK Computer PERSONAL goedcode B.B02.8 en 1.00 STK Computer PERSONAL goedcode A.A01.3) en drie CD's/DVD's (3.00 STK Compactdisc cd/dvd goedcode's A.A01.17/47A.A01.18/22A.A01.18/38). De raadsman en de officier van justitie hebben ten opzichte van dit beslag eveneens geen standpunt ingenomen.
De rechtbank is van oordeel dat deze in beslag genomen voorwerpen aan het verkeer onttrokken moeten worden, nu op deze voorwerpen kinderpornografisch en mens-en-dierenpornografisch materiaal staat. Gebleken is dat de bewezen verklaarde feiten 1 en 2 zijn begaan met behulp van deze voorwerpen, terwijl deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
8 De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straffen berusten op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 45, 57, 139f, 240b, 254a, van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 3 primair ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen op de wijze als hierboven onder 4.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 uur;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of niet een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat de verdachte geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte mee zal werken aan psychologisch onderzoek indien de reclassering dat noodzakelijk acht;
* dat verdachte een behandeling zal ondergaan bij "De Waag" of een soortgelijke instelling voor zolang als de leiding van deze instelling in overleg met de reclassering dat binnen de proeftijd wenselijk acht;
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- twee computers (1.00 STK Computer PERSONAL goedcode B.B02.8 en 1.00 STK Computer PERSONAL goedcode A.A01.3)
- drie CD's/DVD's (3.00 STK Compactdisc cd/dvd goedcode's A.A01.17/47A.A01.18/22A.A01.18/38).
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten de filmcamera (1.00 STK Filmcamera SPYCAM in de vorm van een kledinghaakje).
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
mr. J.J. Bade en mr. H.W. Schmidt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.J. den Besten, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 oktober 2012.
Mr. H.W. Schmidt is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008
tot en met 7 september 2011 te Rotterdam en/of Barendrecht, in elk geval in
Nederland, één of meermalen (telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten
21 foto's en/of 44 video's en/of een (aantal) gegevensdrager(s), bevattende
(die/een) afbeelding(en) (te weten een computer en/of een harddisk van een
computer en/of een cd/dvd)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven
en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk die leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
voorwerp(en) en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
- het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of
- hét betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de
penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
met (een) vinger(s)/hand de mond/tong en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn op een wijze die niet bij haar/hun leeftijd
past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar - seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het ejaculeren en/of het zichtbaar maken van een op sperma gelijkende
substantie op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van
18 nog niet heeft/hebben bereikt en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een
onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2010
tot en met 7 september- 2011 te Rotterdam en/of Barendrecht, in elk geval in
Nederland één of meermalen (telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten 14 video's
en/of 121 foto's en/of een (aantal) gegevensdrager(s) bevattende (die/een)
afbeelding(en) (te weten een harddisk van een computer en/of één of meer
cd('s) en/of dvd('s))
van (een) ontuchtige handeling(en) waarbij een mens en een dier zijn betrokken
of schijnbaar zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen bestonden uit:
- het door (een) volwassen vrouw(en) (vast)pakken van de penis en/of aftrekken
van een hond en/of een paard en/of
- het door (een) volwassen vrouw(en) houden van de penis van een hond en/of
een paard langs/bij haar/hun mond en/of
- het door (een) volwassen vrouw(en) pijpen/in de mond nemen van de penis van
een hond en/of een paard en/of
- het door een hond anaal en/of vaginaal penetreren van een volwassen vrouw
(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 1 juli 2011 te Rotterdam,
(telkens) ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om door (een)
feitelijkhe(i)d(en) één of meer vrouwelijke personeelslid/leden van het
[ziekenhuis] te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), te weten het maken van een video-opname van deze vrouw(en)
terwijl zij gebruik maakte(n) van het (personeels)(dames)toilet,(heimelijk) een camera (ingebouwd in een kledinghaakje) heeft bevestigd in/aan
de muur van dat toilet (recht) tegenover de toiletpot (op ooghoogte),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 1 juli 2011 te Rotterdam
(telkens) ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
door gebruik te maken van een technisch hulpmiddel en de aanwezigheid van dat
technisch hulpmiddel niet op duidelijke wijze kenbaar te maken, opzettelijk en
wederrechtelijk van één of meer vrouwelijke personeelslid/leden van het
[ziekenhuis], aanwezig op een niet voor publiek toegankelijke
plaats, te weten in een (personeels)(dames)toilet van het [ziekenhuis], een afbeelding te vervaardigen
een camera (ingebouwd in een kledinghaakje) heeft bevestigd in/aan de muur van
dat toilet (recht) tegenover de toiletpot (op ooghoogte),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer: 10/766080-11
Vonnis d.d. 2 oktober 2012