ECLI:NL:RBDOR:2012:BX1136
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om machtiging tot verkoop van woning ex artikel 3:174 BW
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 27 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarbij [verzoekster] een machtiging vroeg om de woning, die zij samen met [gerekestreerde] had gekocht, te verkopen. De partijen hadden een affectieve relatie gehad, maar deze was in 2008 beëindigd. [gerekestreerde] bleef in de woning wonen, terwijl [verzoekster] stelde dat hij onvoldoende medewerking verleende aan de verkoop. Ze voerde aan dat hij potentiële kopers afschrikt en de woning verwaarloost. [verzoekster] verzocht de rechtbank om haar te machtigen tot verkoop van de woning en om [gerekestreerde] te veroordelen tot ontruiming van de woning of om deze te verlaten tijdens bezichtigingen.
In zijn verweer erkende [gerekestreerde] dat hij in het verleden te weinig had meegewerkt, maar stelde dat hij nu zijn volledige medewerking verleende aan de verkoop. Hij had de woning inmiddels te koop gezet bij een makelaar en betwistte de beschuldigingen van [verzoekster]. De rechtbank oordeelde dat voor toewijzing van het verzoek ex artikel 3:174 BW gewichtige redenen vereist zijn. Hoewel [verzoekster] haar redenen uiteenzette, concludeerde de rechtbank dat [gerekestreerde] nu ook bereid was om mee te werken aan de verkoop. De rechtbank vond dat er geen zodanige gewichtige redenen waren dat de machtiging moest worden verleend. Het verzoek werd afgewezen en [verzoekster] werd veroordeeld in de proceskosten.