ECLI:NL:RBDOR:2012:BW2007
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.R. Roukema
- A.M.H. Geerars
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in meervoudige strafkamer
In deze zaak heeft de rechtbank Dordrecht op 12 april 2012 een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. H.E. Brink. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters van de meervoudige strafkamer, mr. [A], mr. [B] en mr. [C]. De raadsman voerde aan dat er een schijn van vooringenomenheid bestond, omdat de meervoudige strafkamer beslissingen had genomen die de belangen van de verdediging niet voldoende in acht zouden nemen. De verdachte had ongeveer zes maanden in voorlopige hechtenis gezeten, en de verdediging stelde dat de beslissingen van de rechtbank waren gebaseerd op misleidende informatie van het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking behandeld in een openbare zitting op 10 april 2012, waar de verdachte, zijn raadsman, de officier van justitie mr. J. Spaans, en de gewraakte rechters aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de beslissingen van de meervoudige strafkamer niet onbegrijpelijk waren en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat de vrees voor partijdigheid van de rechters niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking ongegrond was en wees dit af. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 april 2012.