ECLI:NL:RBDOR:2012:BV9633
Rechtbank Dordrecht
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verdeling van schulden en activa na echtscheiding tussen voormalige echtelieden met interne draagplicht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht op 21 maart 2012, gaat het om de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden en de verdeling van de gemeenschap tussen twee voormalige echtelieden. De man en de vrouw zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld, waarbij de man stelt dat de vrouw aanzienlijke schulden heeft gemaakt zonder zijn medeweten. De vrouw heeft tijdens het huwelijk gefraudeerd bij de aanschaf van onroerend goed, wat heeft geleid tot een complexe financiële situatie. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder eerdere tussenbeschikkingen en brieven van de advocaten van beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2012 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
De man verzoekt de rechtbank om een inventarisatie van de gemeenschap en een verdeling van de schulden in een verhouding van 70% voor de vrouw en 30% voor hemzelf. De rechtbank oordeelt echter dat de schulden in beginsel gelijkelijk moeten worden verdeeld, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de man en de vrouw ieder voor de helft aansprakelijk zijn voor de gemeenschappelijke schulden, ondanks de frauduleuze handelingen van de vrouw. De rechtbank wijst erop dat de vrouw heeft erkend dat zij de opbrengst van een levensverzekering zal gebruiken om de gemeenschappelijke schulden te delgen.
De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en eerlijkheid in financiële aangelegenheden binnen een huwelijk, en de gevolgen van frauduleus gedrag op de verdeling van schulden na een echtscheiding.