ECLI:NL:RBDOR:2012:BV6401
Rechtbank Dordrecht
- Wraking
- R.R. Roukema
- W.P.M. Jurgens
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter in civiele zaak
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te Leerdam, een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. X, de voorzieningenrechter in een kort geding bij de Rechtbank Dordrecht. Het verzoek tot wraking werd gedaan tijdens de zitting op 16 februari 2012, waar de voorzieningenrechter het onderzoek schorste om het verzoek door een meervoudige kamer te laten behandelen. De wrakingskamer heeft het verzoek op dezelfde dag behandeld, waarbij de directeur van verzoekster en de voorzieningenrechter aanwezig waren.
Verzoekster stelde dat de voorzieningenrechter niet onpartijdig was, omdat deze de eis om de reconventionele vordering inhoudelijk te behandelen had afgewezen. Verzoekster voerde aan dat de eis correct was ingediend volgens de voorschriften van het Landelijk procesreglement voor kort gedingen en dat de directeur onvoorbereid het woord moest voeren, omdat de voorzieningenrechter dit niet toestond aan de gemachtigde van verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft haar zienswijze gegeven en verklaarde dat zij enkel procesbeslissingen had genomen en zich niet inhoudelijk over de zaak had uitgelaten. De voorzieningenrechter gaf aan dat de reconventionele vordering niet was toegelaten omdat deze door een advocaat ingediend moest worden en de advocaat van verzoekster niet aanwezig was. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was, aangezien de beslissing van de voorzieningenrechter een procesbeslissing betrof en niet getuigde van vooringenomenheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de conclusie dat de voorzieningenrechter op juiste wijze had gehandeld. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 16 februari 2012 door de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.R. Roukema, mr. W.P.M. Jurgens en mr. M.G.L. de Vette, waarbij mr. W.P.M. Jurgens de beslissing ondertekende in afwezigheid van mr. R.R. Roukema.