ECLI:NL:RBDOR:2012:BV6398

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
20 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
96861 / HA RK 12-2005
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechters in civiele procedure wegens vermeend gebrek aan onpartijdigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 20 februari 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Ulvenhout. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 16 februari 2012, waar de verzoeker de wrakingskamer had gewraakt. De wrakingskamer, bestaande uit de gewraakte rechters, heeft het verzoek beoordeeld. De rechtbank constateerde dat het wrakingsverzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend waren geworden. De argumenten van de verzoeker waren reeds eerder behandeld in een andere wrakingszaak, die had geleid tot een uitspraak op 8 februari 2012. Daarom werd het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld.

De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Tevens werd artikel 37 lid 4 Rv ingeroepen, dat bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten zijn. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van misbruik van het rechtsmiddel wraking, omdat de verzoeker te lichtvaardig een wraking had ingediend van leden van de wrakingskamer. Dit soort verzoeken dient alleen in uitzonderlijke gevallen in behandeling te worden genomen. De rechtbank besloot dat een volgende wraking van een lid of meerdere leden van de wrakingskamer door de verzoeker niet in behandeling zou worden genomen.

De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters A. Hello, M.A.C. Prins en W.P.M. Jurgens.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK DORDRECHT
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 96861 / HA RK 12-2005
Beslissing van 20 februari 2012
op het derde verzoek tot wraking ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de zaak met kenmerk 95753 / HA RK 11-2058 van
[verzoeker],
verzoeker,
wonende te Ulvenhout.
Het verzoek strekt tot wraking van
[mr. A], [mr. B] en [mr. C],
rechters in de wrakingskamer van deze rechtbank, hierna tezamen aangeduid als de gewraakte rechters.
1. Het procesverloop en de beoordeling
1.1. Ter behandeling van een eerder door verzoeker ingediend wrakingsverzoek was op 16 februari 2012 om 14.00 uur een zitting bepaald van de wrakingskamer. Bij faxbericht van 16 februari 2012, ontvangen ter griffie om 11.29 uur, heeft verzoeker de wrakingskamer gewraakt. Daarop is een (nieuwe) wrakingskamer samengesteld die op 16 februari 2012 het nieuwe wrakingsverzoek buiten zitting heeft beoordeeld.
1.2. Ingevolge artikel 36 Rv kan elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
1.3. Ingevolge artikel 37 lid 4 Rv wordt een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
1.4. De wrakingskamer stelt vast dat in het wrakingsverzoek geen sprake is van feiten of omstandigheden die pas na het eerdere wrakingsverzoek aan verzoeker bekend zijn geworden. De argumenten van verzoeker zien op een door hem betwist spreekrecht van andere partijen. Deze argumenten zijn echter al aan de orde geweest, en beoordeeld, in de wrakingszaak van verzoeker die heeft geleid tot de uitspraak van de wrakingskamer van
8 februari 2012 met kenmerk 96448 / HA RK 12-2002. Het verzoek zal daarom buiten behandeling worden gesteld.
1.5. De rechtbank ziet voorts aanleiding om toepassing te geven aan artikel 39 lid 4 Rv omdat gebleken is van misbruik van het rechtsmiddel wraking, nu verzoeker te lichtvaardig een wraking van leden van de wrakingskamer, een situatie die alleen in uitzonderlijke omstandigheden voor behandeling in aanmerking komt, heeft ingediend en voorkomen dient te worden dat de inhoudelijke behandeling van het eerste wrakingsverzoek te lang op zich laat wachten. Een volgende wraking van een lid, of meerdere leden, van de wrakingskamer wordt derhalve niet in behandeling genomen.
2. De beslissing
De rechtbank:
2.1. stelt het verzoek tot wraking van [mr. A], [mr. B] en
[mr. C], gedaan bij faxbericht van 16 februari 2012, buiten behandeling;
2.2. bepaalt dat een volgende wraking van een lid, of meerdere leden, van de wrakingskamer door verzoeker niet in behandeling wordt genomen.
Deze beslissing is genomen door mr. A. Hello, mr. M.A.C. Prins en mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2012.