ECLI:NL:RBDOR:2012:BV6398
Rechtbank Dordrecht
- Wraking
- A. Hello
- M.A.C. Prins
- W.P.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedure wegens vermeend gebrek aan onpartijdigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 20 februari 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Ulvenhout. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 16 februari 2012, waar de verzoeker de wrakingskamer had gewraakt. De wrakingskamer, bestaande uit de gewraakte rechters, heeft het verzoek beoordeeld. De rechtbank constateerde dat het wrakingsverzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend waren geworden. De argumenten van de verzoeker waren reeds eerder behandeld in een andere wrakingszaak, die had geleid tot een uitspraak op 8 februari 2012. Daarom werd het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld.
De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Tevens werd artikel 37 lid 4 Rv ingeroepen, dat bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten zijn. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van misbruik van het rechtsmiddel wraking, omdat de verzoeker te lichtvaardig een wraking had ingediend van leden van de wrakingskamer. Dit soort verzoeken dient alleen in uitzonderlijke gevallen in behandeling te worden genomen. De rechtbank besloot dat een volgende wraking van een lid of meerdere leden van de wrakingskamer door de verzoeker niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters A. Hello, M.A.C. Prins en W.P.M. Jurgens.