ECLI:NL:RBDOR:2012:BV3149
Rechtbank Dordrecht
- Wraking
- M.G.L. de Vette
- E.D. Rentema
- P. Joele
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te Ulvenhout, op 29 november 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. D, rechter in de familiekamer van de Rechtbank Dordrecht. Dit verzoek werd behandeld door een wrakingskamer bestaande uit mr. A, mr. B en mr. C. Verzoeker heeft zijn verhinderingen opgegeven voor de behandeling van het wrakingsverzoek, maar de wrakingskamer heeft de zitting vastgesteld op 19 januari 2012, een datum waarop verzoeker verhinderd was. Verzoeker heeft vervolgens op 17 januari 2012 een nieuw wrakingsverzoek ingediend tegen de leden van de wrakingskamer, omdat hij van mening was dat zijn privacy werd geschonden door de griffier die om een reden van verhindering vroeg.
De wrakingskamer heeft de zaak behandeld op 31 januari 2012, waarbij verzoeker en mr. A aanwezig waren. Verzoeker heeft zijn bezwaren uiteengezet, onder andere dat de gewraakte rechters niet zijn verzoek om verplaatsing van de zitting hebben gehonoreerd en dat hij geen spreekrecht kreeg bij de behandeling van het wrakingsverzoek. De gewraakte rechters hebben niet in de wraking berust.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 36 Rv een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de datum van de zitting voor verzoeker nadelig was, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen, omdat verzoeker geen klemmende reden van verhindering had opgegeven en de gewraakte rechters vrij waren om een datum vast te stellen die buiten de opgegeven verhinderingen viel. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 februari 2012.