ECLI:NL:RBDOR:2012:BV2149
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 26 januari 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Nijverdal. Het verzoek tot wraking was ingediend naar aanleiding van een comparitie van partijen die op 9 januari 2012 had plaatsgevonden. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker een zelfopgestelde verklaring voorgelezen, waarna de gewraakte rechter, die de zaak behandelde, opmerkingen maakte die de verzoeker als onterecht en niet serieus genomen ervoer. De verzoeker was van mening dat de gewraakte rechter had aangegeven dat zijn verklaring niet zou worden meegenomen in de beoordeling van de zaak.
De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 19 januari 2012, waarbij zowel de verzoeker als de gewraakte rechter aanwezig waren. De verzoeker heeft zijn gronden voor de wraking uiteengezet, waarbij hij zich beroept op de onpartijdigheid van de rechter. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de stelling van de verzoeker dat de gewraakte rechter de voorgelezen verklaring niet zou meenemen, niet vaststaat en onaannemelijk is. Dit werd ondersteund door het proces-verbaal van de comparitie, waarin staat dat het voorgelezen stuk aan het proces-verbaal is gehecht en daarmee als processtuk is behandeld.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de gewraakte rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid heeft aangetoond. Daarom heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, waarbij de beslissing openbaar is uitgesproken op 26 januari 2012.