ECLI:NL:RBDOR:2012:BV0211
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke WOZ-zaak met betrekking tot huwelijksrelatie tussen eiseres en gemachtigde
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht geoordeeld over de toekenning van proceskostenvergoeding in een bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Eiseres, vertegenwoordigd door haar echtgenoot, heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van haar woning. De heffingsambtenaar van de gemeente Nieuw-Lekkerland heeft het bezwaar gegrond verklaard, maar de vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat de gemachtigde niet als derde kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft de relevante jurisprudentie van de Hoge Raad in overweging genomen, waarin is vastgesteld dat een huwelijksrelatie niet in de weg staat aan de toekenning van proceskostenvergoeding, mits de gemachtigde op zakelijke basis heeft opgetreden. De rechtbank concludeert echter dat eiseres niet heeft aangetoond dat haar echtgenoot beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend. De overgelegde factuur voldeed niet aan de eisen van bewijsvoering, en de rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.