vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 92093 / HA ZA 11-2186
Vonnis in incident van 23 november 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEURENFABRIEK [X] B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. G.P. Jongeneel,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TTH DEUREN B.V.,
gevestigd te Geldrop,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. A.J.A. Simons-Schröer.
Partijen zullen hierna [eiseres] en TTH genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 maart 2011,
- de akte houdende vermeerdering van eis en overlegging producties,
- de conclusie in het incident tot onbevoegdverklaring,
- de conclusie van antwoord in het incident,
- de door beide partijen overgelegde producties.
2. De feiten
2.1. [eiseres] heeft in de periode van 10 februari 2010 tot en met 1 maart 2011 diverse orderbevestigingen en facturen aan TTH gezonden (zie prod. 3, 4 en 7 bij de dagvaarding en 27 t/m 47 bij de akte houdende vermeerdering van eis).
2.2. Onderaan de orderbevestigingen en facturen van [eiseres] is een verwijzing naar haar algemene voorwaarden (hierna: Uniforme voorwaarden) opgenomen, die luidt als volgt:
Op al onze aanbiedingen, overeenkomsten en leveringen zijn van toepassing de algemene verkoops-, leverings-, en betalingsvoorwaarden van de Vereniging van Deurenfabrikanten, zoals deze voorwaarden op de datum van aanbieding of totstandkoming der overeenkomst luiden. Deze voorwaarden zijn door deze vereniging gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage.
2.3. Art. 20 van de Uniforme voorwaarden (hierna: het forumkeuzebeding) luidt als volgt:
GESCHILLEN
Geschillen, uitgezonderd de in de volgende alinea van dit artikel genoemde, tussen de leden van deze Vereniging en hun afnemers, betrekking hebbende op overeenkomsten, waarop deze verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden van toepassing zijn, kunnen uitsluitend ter beslissing worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in het arrondissement waarin de verkoper woont of gevestigd is.
Geschillen betreffende de garantieregeling t.a.v. deuren gefabriceerd volgens de Nederlandse Praktijkrichtlijn voor Houten Buitendeuren NPR 7069 kunnen uitsluitend ter behandeling worden voorgelegd aan een commissie van arbitrage.
3. Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
De vordering in de hoofdzaak
3.1. Na vermeerdering van eis vordert [eiseres] dat TTH wordt veroordeeld, uitvoerbaar bij voorraad voor zover wettelijk geoorloofd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te voldoen een bedrag van EUR 176.290,61 te vermeerderen met de geconvenieerde rente subsidiair de wettelijke handelsrente over een bedrag ad
EUR 166.187,80 vanaf 25 mei 2011 tot de dag van de algehele voldoening en met veroordeling van TTH in de kosten van de procedure.
De vordering in het incident
3.2. TTH vordert, uitvoerbaar bij voorraad, dat de rechtbank Dordrecht zich onbevoegd zal verklaren van het geschil kennis te nemen en deze zaak zal verwijzen naar de rechtbank ’s-Hertogenbosch, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het incident, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3. TTH heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat op grond van
art. 99 lid 1 Rv de rechter van de woonplaats van gedaagde bevoegd is. TTH is gevestigd in het arrondissement ’s-Hertogenbosch, zodat die rechtbank de bevoegde rechtbank is om van het geschil kennis te nemen.
3.4. TTH betwist dat zij overeenkomsten met [eiseres] heeft gesloten en dus ook dat de Uniforme voorwaarden van toepassing zijn, waardoor het forumkeuzebeding (zie hiervoor r.o. 2.3.) niet geldt. TTH wijst op de stelling van [eiseres] in punt 3 van de dagvaarding, inhoudende dat [eiseres] overeenkomsten heeft gesloten met TTH Deurentechniek B.V., en niet met TTH.
3.5. TTH stelt voorts dat de algemene voorwaarden – en daarmee de forumkeuze - van TTH Deurentechniek B.V. van toepassing zijn, mocht al vastgesteld worden dat er algemene voorwaarden van toepassing zijn.
3.6. TTH voert verder aan dat de Uniforme voorwaarden nimmer aan TTH Deuren ter hand zijn gesteld, zodat zij geen redelijke mogelijkheid heeft gekregen om van de Uniforme voorwaarden kennis te nemen. Op grond daarvan vernietigt zij het forumkeuzebeding.
3.7. Tot slot voert TTH aan dat het forumkeuzebeding op grond van art. 108 lid 2 Rv geen gevolg heeft.
Het verweer in het incident
3.8. [eiseres] concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van TTH, althans afwijzing van de vordering tot onbevoegdverklaring en tot veroordeling van TTH bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover wettelijk veroorloofd, in de kosten van het incident.
3.9. [eiseres] betwist dat de algemene voorwaarden waar TTH naar verwijst, van toepassing zijn. De door TTH overgelegde algemene voorwaarden zijn die van TTH Deurentechniek B.V., en niet van TTH. [eiseres] stelt dat zij overeenkomsten heeft gesloten met TTH, dan wel dat zij ervan uit mocht gaan dat zij overeenkomsten sloot met TTH. Daarnaast zijn de door TTH overgelegde algemene voorwaarden nagenoeg gelijk aan de Uniforme voorwaarden.
3.10. [eiseres] voert aan dat TTH nimmer geprotesteerd heeft tegen de van toepassing verklaarde Uniforme voorwaarden, zodat zij geacht moet worden met deze voorwaarden te hebben ingestemd.
3.11. Tot slot betwist [eiseres] dat art. 108 lid 2 Rv van toepassing is.
4. De beoordeling in het incident
4.1. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan
(art. 217 lid 1 BW). De aanvaarding moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen. Of daarvan sprake is, hangt – overeenkomstig art. 3:33-35 BW – af van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
4.2. Alle in r.o. 2.1 genoemde orderbevestigingen en facturen zijn door [eiseres] aan TTH gezonden. Onweersproken heeft [eiseres] gesteld dat deze zonder protest door TTH zijn behouden.
4.3. [eiseres] heeft TTH in de in r.o. 2.1 genoemde periode acht brieven gezonden (zie prod. 9, 11, 13, 15, 17, 19, 22 en 24 bij de dagvaarding). Door TTH is niet gesteld dat zij naar aanleiding van deze correspondentie [eiseres] heeft laten weten dat zij ([eiseres]) de verkeerde B.V. heeft aangeschreven. TTH heeft in ieder geval bij brieven van 27 juli 2010 en 25 februari 2011 (prod. 10 en 23 bij de dagvaarding) gereageerd.
4.4. Voorts heeft [eiseres] in punt 33 van de dagvaarding onweersproken gesteld dat AHA-adviseurs-in-onderhoud in opdracht van TTH op of omstreeks 20 oktober 2010 een deskundigenonderzoek heeft ingesteld. [eiseres] verwijst – wederom onweersproken - in de dagvaarding naar de volgende passage in het deskundigenrapport:
(…) Deuren zijn onbehandeld aangeleverd door Deurenfabriek [X[ B.V. bij TTH deuren bv die de deuren afgewerkt heeft conform BRL 0817, concept 2. (…)
4.5. Uit r.o. 4.2 t/m 4.4 blijkt dat veelvuldig gecorrespondeerd is tussen [eiseres] en TTH en dat TTH een deskundige heeft ingeschakeld om onderzoek te doen naar deuren die door [eiseres] aan haar (TTH) zijn geleverd. De overeenkomsten tussen [eiseres] en TTH zijn dan ook rechtsgeldig tot stand gekomen, dan wel mocht [eiseres] gerechtvaardigd vertrouwen op de door TTH gewekte schijn dat de overeenkomsten tussen hen rechtsgeldig tot stand zijn gekomen.
4.6. Onderscheid moet worden gemaakt tussen de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en de mogelijkheid van vernietiging van de in de overeenkomst opgenomen algemene voorwaarden.
4.7. De vraag of de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is overeengekomen, moet worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen van aanbod en aanvaarding en de totstandkoming van rechtshandelingen in het algemeen. Aanvaarding kan geschieden door ondertekening van een geschrift of op andere wijze. Onder ‘aanvaarding op andere wijze’ kan begrepen worden mondelinge instemming, gedragingen waaruit de instemming kan worden afgeleid of het niet reageren op een verwijzing naar algemene voorwaarden.
4.8. Uit productie 6 bij de dagvaarding blijkt dat een ‘Bestellijst buitendeuren TTH Deurtechnieken Geldrop’, gedateerd 9 februari 2010, is verzonden aan [eiseres]. Deze bestellijst bevat geen verwijzing naar algemene voorwaarden.
4.9. Uit productie 7 bij de dagvaarding blijkt dat [eiseres] een orderbevestiging, gedateerd 10 februari 2010, aan TTH heeft gezonden. Onderaan deze orderbevestiging is een verwijzing opgenomen naar de Uniforme voorwaarden (zie hiervoor r.o. 2.2). Als productie 10 en 23 bij de dagvaarding zijn door [eiseres] brieven overgelegd, gedateerd respectievelijk 27 juli 2010 en 25 februari 2011 en geschreven op briefpapier van TTH. Deze brieven bevatten geen afwijzing van de Uniforme voorwaarden.
4.10. [eiseres] heeft daarnaast meer dan 20 facturen en daarbij behorende order-bevestigingen overgelegd, met als geadresseerde TTH. Ook heeft [eiseres] diverse brieven aan TTH gezonden (zie ook hiervoor r.o. 4.3). Op genoemde facturen, orderbevestigingen en een aantal brieven is de verwijzing vermeld naar de Uniforme voorwaarden. TTH heeft niet gesteld op deze correspondentie te hebben gereageerd met een afwijzing van de Uniforme voorwaarden.
4.11. Verwijzen aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden, dan komt aan de tweede verwijzing geen werking toe, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen (art. 6:225 lid 3 BW).
4.12. Op de hiervoor in r.o. 4.9 genoemde brieven van TTH aan [eiseres] (productie 10 en 23 bij de dagvaarding) is vermeld:
(…) Op al onze overeenkomsten zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing, zie: www.tthdeuren.nl/voorwaarden.
4.13. Nu [eiseres] als eerste naar de Uniforme voorwaarden heeft verwezen in de orderbevestiging van 10 februari 2010 en de daaropvolgende brieven van TTH geen afwijzing van de Uniforme voorwaarden bevatten, heeft TTH de Uniforme voorwaarden aanvaard. Aan de algemene voorwaarden van TTH komt op grond van
art. 6:225 lid 3 BW geen werking toe.
4.14. Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (art. 6:233 aanhef en onder b BW). De gebruiker heeft aan de wederpartij deze mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt dat de voorwaarden bij hem ter inzage liggen of bij een door hem opgegeven Kamer van Koophandel en Fabrieken of een griffie van een gerecht zijn gedeponeerd, alsmede dat zij op verzoek zullen worden toegezonden.
4.15. [eiseres] heeft niet gesteld dat zij TTH de Uniforme voorwaarden voor of bij het sluiten van de eerste en/of latere overeenkomsten met TTH ter hand heeft gesteld. Evenmin heeft [eiseres] gesteld dat het redelijkerwijs niet mogelijk was de Uniforme voorwaarden aan TTH ter hand te stellen. Hieruit volgt dat [eiseres] TTH geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. In beginsel komt TTH de bevoegdheid toe het formumkeuzebeding te vernietigen.
4.16. Op de vernietigingsgronden bedoeld in art. 6:233 BW kan geen beroep worden gedaan door een partij die meermalen dezelfde of nagenoeg dezelfde algemene voorwaarden in haar overeenkomsten gebruikt (art. 6:235 lid 3 BW). Deze regel zal bijvoorbeeld toepassing kunnen vinden in het geval in overleg tussen verschillende organisaties van bedrijfsuitoefenaren algemene voorwaarden zijn opgesteld die door hun leden in onderlinge contractuele relaties worden gebruikt. Dat hiervan sprake is, heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwd.
4.17. Nu TTH rechtsgeldig het forumkeuzebeding heeft vernietigd, gelden de algemene regels van art. 99 lid 1 Rv. Ten gevolge daarvan is de rechtbank ’s-Hertogenbosch de bevoegde rechtbank om van het geschil tussen partijen kennis te nemen. Anders dan TTH aanvoert, is de sector civiel bevoegd van het geschil kennis te nemen (art. 42 RO jo de artt. 93, 94 lid 1en 95 Rv).
4.18. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
5. De beslissing
De rechtbank
in het incident
5.1. verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de kosten van het incident, aan de zijde van TTH tot op heden begroot op EUR 452,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskostenveroordeling vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
5.3. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4. verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank
‘s-Hertogenbosch, sector civiel.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.J. de Nijs en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2011.