ECLI:NL:RBDOR:2011:BU1411

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
19 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
92000 / HA RK 11-2016
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om toestemming voor verkoop van in beslag genomen aandelen in het kader van alimentatievordering

In deze zaak verzoekt de verzoekster, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CREDIT RETRIEVE COMPANY B.V., de rechtbank om toestemming voor de verkoop van in beslag genomen aandelen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een vordering uit niet betaalde bedragen aan levensonderhoud die de gerekestreerde, een voormalige echtgenoot van mevrouw [X], aan haar verschuldigd is. De rechtbank heeft op 19 oktober 2011 uitspraak gedaan in deze zaak.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de gerekestreerde is gehuwd geweest met mevrouw [X], en na hun echtscheiding is er bij beschikking van 9 februari 2005 een bedrag aan levensonderhoud vastgesteld dat hij aan haar moet betalen. Echter, de gerekestreerde heeft nagelaten deze bedragen te voldoen, wat heeft geleid tot een vordering van € 64.893,12 van mevrouw [X] op hem. Deze vordering is op 16 september 2010 gecedeerd aan de verzoekster, CREDIT RETRIEVE COMPANY B.V.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet beschikt over een executoriale titel die haar in staat stelt om de alimentatiebedragen te innen. De overeenkomst van 26 april 2005, waarin nadere afspraken zijn gemaakt over het levensonderhoud, is niet als executoriale titel te beschouwen, omdat deze niet is gehecht aan een door de rechtbank gegeven beschikking. De rechtbank concludeert dat de beschikking van 9 februari 2005 niet van toepassing is op de overeenkomst van 26 april 2005, en wijst het verzoek van de verzoekster af.

De rechtbank heeft de beschikking op 19 oktober 2011 in het openbaar uitgesproken, waarbij de verzoekster in de kosten van de procedure is veroordeeld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 92000 / HA RK 11-2016
Beschikking van 19 oktober 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CREDIT RETRIEVE COMPANY B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
advocaat mr. A.M. van Heest,
tegen
[gerekestreerde]
wonende te Zwijndrecht,
gerekestreerde,
advocaat mr. J. van Ravenhorst.
1. De procedure
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 maart 2011;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 25 juli 2011.
2. De feiten
2.1 Gerekestreerde is gehuwd geweest met mevrouw [X] (hierna: [mevrouw X]). De echtscheiding is uitgesproken en bij beschikking van 9 februari 2005 heeft de rechtbank Utrecht een beslissing genomen over het door gerekestreerde aan [mevrouw X] maandelijks te betalen bedrag aan levensonderhoud. Bij overeenkomst van 26 april 2005 hebben gerekestreerde en [mevrouw X] nadere afspraken gemaakt over het te betalen bedrag aan levensonderhoud. Daarbij hebben zij het in de beschikking van 9 februari 2005 opgenomen bedrag aan levensonderhoud na verkoop van de echtelijke woning verlaagd.
2.2 Gerekestreerde heeft nagelaten de bedragen aan levensonderhoud maandelijks aan [mevrouw X] te voldoen, waardoor [mevrouw X] een vordering op gerekestreerde heeft gekregen van € 64.893,12. [mevrouw X] heeft deze vordering bij overeenkomst van 16 september 2010 aan verzoekster gecedeerd.
2.3 Verzoekster heeft bij proces-verbaal van 23 februari 2011 executoriaal beslag doen leggen op de aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Roju Holding Zeist B.V. (hierna: Roju), van welke aandelen gerekestreerde eigenaar is.
3. Het verzoek
3.1 Verzoekster verzoekt de rechtbank om bij beschikking - voor zover rechtens toelaatbaar uitvoerbaar bij voorraad - te bepalen dat tot verkoop van de in beslag genomen aandelen zal worden overgegaan. Zij verzoekt tevens om een termijn te stellen voor de verkoop en vast te stellen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop zal dienen plaats te vinden, met veroordeling van gerekestreerde in de kosten van de procedure.
3.2 Ter zitting heeft verzoekster de rechtbank aanvullend verzocht om de artikelen 14 en 15 van de statuten buiten toepassing te verklaren en om zich uit te laten over de wijze van levering van de aandelen.
4. Het verweer
4.1 Het verweer strekt tot niet-ontvankelijk verklaring dan wel afwijzing van het verzoek.
4.2 Gerekestreerde heeft daartoe allereerst aangevoerd dat verzoekster niet beschikt over een executoriale titel op grond waarvan de alimentatie kan worden geïnd.
De overeenkomst van 26 april 2005 is niet gehecht aan een door de rechtbank nader gegeven beschikking en kan daarom niet worden aangemerkt als executoriale titel.
De titel van 9 februari 2005 is volgens gerekestreerde niet van toepassing, omdat partijen niet zijn overeengekomen dat die titel mocht worden gebruikt voor tenuitvoerlegging van de alimentatieverplichting zoals vastgelegd in de overeenkomst van 26 april 2005. Daarnaast staat in de overeenkomst vermeld dat nakoming gevorderd zal kunnen worden. Daaruit volgt volgens gerekestreerde dat de titel van 9 februari 2005 hier niet van toepassing is.
4.3 Gerekestreerde heeft nog aangevoerd dat alimentatie en de aanspraak daarop een hoogst persoonlijk recht is dat niet voor overdracht vatbaar is.
4.4 Voorts heeft gerekestreerde aangevoerd dat het beslag en de verkoop van de aandelen geen enkel nut dient, nu Roju de facto leeg is. Het laatste registergoed is in 2010 na executoriale veiling verkocht.
4.5 Tenslotte heeft gerekestreerde aangevoerd dat hij hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Utrecht van 4 mei 2011.
5. De beoordeling
5.1 De overeenkomst van 26 april 2005 levert geen in artikel 430 Rv bedoelde executoriale titel op, op grond waarvan de bedragen aan levensonderhoud kunnen worden geïnd. De beschikking van 9 februari 2005 mist executoriale kracht voor de inning van genoemde bedragen, nu partijen niet zijn overeengekomen dat die beschikking van toepassing is op de overeenkomst van 26 april 2005.
5.3 De rechtbank concludeert dat verzoekster niet beschikt over een executoriale titel voor inning van de bedragen aan levensonderhoud. Het verzoek dient dan ook te worden afgewezen.
6. De beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P. Broeders en in het openbaar uitgesproken op
19 oktober 2011.?