vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 85164 / HA ZA 10-2118
Vonnis van 12 oktober 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPORT IMPORT EUROPE B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.R. van Manen,
1. de rechtspersoon naar Engels recht
HAB INTERNATIONAL LTD,
gevestigd te Southam, Engeland,
2. de rechtspersoon naar Engels recht
HAB LICENSING LTD.,
gevestigd te Southam, Engeland,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. M.T. van Helden.
Partijen zullen hierna SIE en HaB c.s. genoemd worden. De in de hoofdzaak overgelegde producties zullen hierna worden aangeduid met respectievelijk de letter S (voor SIE) en de letter H (voor HaB c.s.) gevolgd door het volgnummer van de productie.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 november 2010,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 februari 2011.
2. De feiten
2.1. Iron Man is een verzamelnaam voor verschillende producten, evenementen en trainingsprogramma’s die zijn gelieerd aan atletische sporten. Het Amerikaanse bedrijf World Triathlon Corporation (verder: WTC) is eigenaar van verscheidene hieraan gerelateerde merknamen, waaronder ‘Iron Man’, modelrechten en andere auteursrechten.
2.2. Eind 2007 zijn SIE en HaB International Ltd. (verder: HaB) met elkaar in gesprek getreden over een vorm van samenwerking. SIE had op dat moment een licentie van WTC voor de verkoop van Iron Man producten.
2.3. Op 20 augustus 2008 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen [directeur SIE], directeur van SIE, en [directeur HaB], directeur van HaB, waarbij tevens de accountant van HaB, [accountant HaB], aanwezig was (deze personen zullen hierna worden aangeduid als [directeur SIE], [directeur HaB] en [accountant HaB]).
2.4. Bij e-mail van 27 augustus 2008 heeft [accountant HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld (producties S7):
“[…]
To clarify a number of points & “Subject to Contract”:
1. Once WTC have confirmed & agreed that the current license between WTC & SIE is assignable on the same therms, HAB will consider forming a new company in the Netherlands, subject to expert professional financial advise to the benefits of doing this instead of operating out of the UK & through the current HaB International Ltd structure.
If a new corporate company is formed in the Netherlands the proposed share holding would be:-
a) [X]/HaB (…) 95%
b) Yourself 5%
2. Salary 100,000 euros per annum […]
[…]
5. Payment to SIE for costs incurred re samples, catalogues, design, stands, stock en prepayments £ 68,000 (85,000 euros).
6. Payment to SIE for Licenses £ 68,600 (85,600 euros) payable over 15 months £ 4,573 per month.
[…]”
2.5. Bij e-mail 27 augustus 2008 (productie H7) heeft [directeur SIE] op voormelde e-mail van [accountant HaB] geantwoord onder meer door vermelding van de volgende reacties in de tekst van die e-mail:
“1. [X] mentioned between 5-10% so 10% would be more appropiate
2. [...] I mentioned between 100,000 and 150,000 so lets discuss 120,000,- euro per year (ex expenses and car costs)
[…]
6. […] if possible in 12 months euro 7133,33
[…]”
2.6. Op een e-mail van [directeur SIE] van 11 september 2008 heeft B. Potts, bestuurder van WTC, per e-mail (onderdeel productie S10) onder meer het volgende geantwoord:
“This email provides written approval for Sport Import Europe to assign its WTC license to [X] [directeur HaB] and his company, effective upon closing the deal.”
2.7. Bij e-mail van 23 september 2008 (productie S9) heeft [directeur HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
Please note: HaB International will not be responsible for any financial commitments relating to the project in discussion until we have confirmed & signed off all detail. […]
[…]
During the meeting involving [Y] & ourselves we discussed & agreed to pay SIE for assets listed out & also we agreed to pay SIE in consideration for Assignment of License.
[…]”
2.8. Bij e-mail van 25 september 2008 (productie S5) heeft [directeur HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
Sorry we are not prepared to commit to any fixed period over the 12months & certainly would not consider 3-4 years !
[…]”
2.9. Bij e-mail van 4 oktober 2008 (productie H4) heeft [directeur HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
[Z], the simple fact is that it looks like HaB will get caught up in significant additional costs due to e.g. “TUPE” regulations involving SIE employees & SIE’s Commission Agents & possible even Distributor relationships, if the deal between SIE & HaB was done in the current proposed format.
[…] These risk & associated costs are unacceptable to HaB, especially in the difficult economic environment. Therefore, as discussed unless we can come up with an acceptable alternative option that will allow the deal to be clean & uncomplicated, we are not going to be able to proceed.
[…]”
2.10. SIE heeft haar licentieovereenkomst met WTC per 23 oktober 2008 beëindigd.
2.11. Bij e-mail van 10 november 2008 (onderdeel productie H33) heeft [directeur HaB] aan [betrokkene 1] van Triangle South Africa, een afnemer van Iron Man producten – voor zover hier van belang – meegedeeld:
“[…]
I am pleased to advise you that HaB Licensing Ltd. […] has secured the Exclusive Rights for the manufactoring, sales, marketing & distribution of IRONMAN branded […] effective 24th October ’08. […]”
2.12. Bij e-mail van 10 december 2008 (productie H5) heeft [directeur SIE] geantwoord op een eerdere e-mail van [directeur HaB] door in een ander lettertype zijn reacties in laatstgenoemde e-mail te incorpereren. Daarbij heeft [directeur SIE] – voor zover hier van belang – meegedeeld:
“[…]
[X], […] talking invoices, we have agreed that I send you for the license (good will) for 12 months a 1/12 of the total agreed amount, I like to address that there are 2 invoices un paid.
[…]”
2.13. SIE heeft HaB de volgende facturen voor Power Breathe Software and electronic development services gestuurd (onderdeel productie S13 en productie 2 bij conclusie van antwoord in het incident tot absolute onbevoegdheid):
factuurnummer datum bedrag onder vermelding van
0319087 5 november 2008 € 7.145,83 Monthly for 12 months
Month: November (1 of 12)
0319174 5 december 2008 € 7.145,83 Monthly for 12 months
Month: December (2 of 12)
0319219 6 januari 2009 € 7.145,83 Monthly for 12 months
Month: January (3 of 12)
0319248 4 februari 2009 € 5.500,00 Monthly for 15 months
Month: February (4 of 15)
0319281 2 maart 2009 € 5.500,00 Monthly for 15 months
Month: March ( 5 of 15)
2.14. Bij e-mail van 21 januari 2009 (productie S12) heeft [betrokkene 2], medewerkster van HaB – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
We are going to send € 40,707.87 by Friday 23rd January made up as follows:
[…]
Invoice no. 319087 7,145.83
Invoice nr. 319174 7,145.83
[…]
We are paying the First 2 invoices for the POWERbreathe services that were raised in 2008 but the balance needs to be spread over 18 months as [X] requested in our meeting. When the agreement was made last November the rate was 1.25:£1, it now stands at 1.06 and is creating havoc with our cashflow. […]”
2.15. Bij e-mail van 2 april 2009 (productie S14) heeft [directeur HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
1) It has been made very clear in writing by myself, on several occasions over some periode of time, the consultancy arrangements set up in good faith between HaB International and Sport Import Europe BV is reviewable from time to time & is not for a fixed period. […]
2) In the meantime, I confirm that HaB will pay SIE the sum of 18,145 Euro (…) for the three invoices numbered: 0319129; 0319248; 0319281 (Please note: the wording “Monthly for 12 months”& “Monthly for 15 months” used within the above mentioned invoices, this is not wording that HaB accept.)
Furthermore, as these payments relate to an understanding between HaB&SIE, based on HaB International Ltd receiving certain benefits in relation to the Ironman business that SIE was previously involveld in (…) my suggestion is that we re-issue all invoices that have referred to the POWERbreathe SW development, with the wording below:
‘Goodwill Payment in relation to information, knowledge & commercial projects transfer in relating to Ironman related business including (…)’
[…] HaB’s records will show that the total “Goodwill payment” sum that will have been paid to date including the above mentioned amount will have been 32,435 (…).
This leaves a balance of 52,565 Euro (…) that would be payable based on the understanding of the “Goodwill Payment” agreed between HaB & SIE, in return for providing the services, information & commercial opportunities mentioned above. It is our understanding that any monies payable here, will be done so based on payment being spread over a 15 month period, effective from November ’08.
[…]”
2.16. Bij brief van 26 februari 2009 (productie H13) heeft [directeur SIE] namens SIE – voor zover hier van belang – aan HaB meegedeeld:
“[…]
I would like to conform on behalf of SIE that the domain names as mentioned below will be assigned & held in te name of HaB International Ltd.
www.ironmanactivewear.com and www.ironmanstoreeurope.com
Per 26 february 2009 the costs related to hold the domain names will be for HaB International Ltd.
[…]”
2.17. Bij e-mail van 8 mei 2009 (onderdeel van productie H25) heeft [directeur HaB] – voor zover hier van belang – aan [directeur SIE] meegedeeld:
“[…]
Also, as SIE has not assigned to HaB it’s exclusive rights to the Expo business @ the Ironman Events in Germany, as originally proposed, HaB proposes that for the 2009, 2010 and 2010 years that original Contractual Agreement between XDream & SIE runs. That SIE @ no cost to HaB:-
- provides to HaB […]”
2.18. Een document van [directeur SIE] getiteld ‘Team order update 05 jan. 2008’ (productie H29) – voor zover hier van belang – vermeldt:
“A. CLUB LA SANTA /IRONMAN LANZAROTE
[…]
3. GREEN TEAM ORDER
The order of the green team is going to be confirmed but after showing them first samples made by Wuhan Dawn (cherry) we made some adjustments and will need to ask for new samples an have a package ready to be picked up. (need account nr. UPS) its only short for color reference (the problem is that they have already “green team” products an the color has to be the same.
I will/asked Cherry to re produce correct samples and give us final pricing in order to offer Club La Santa also the final prices.
[…]
B. EROX
Erox is a Swiss company who sells mostly […].
The contact person and woner of the company is […].
The order has been places by […].
Please check if the pro forma has been send to EROX from your side and confirm.
[…]”
3. Het geschil
in conventie
3.1. SIE vordert samengevat - veroordeling van HaB c.s. tot betaling van € 139.647,15, vermeerderd met wettelijke rente over € 136.805,15 vanaf 5 september 2009 tot de voldoening, met veroordeling van HaB c.s. in de proceskosten.
3.2. SIE legt aan haar vordering het volgende ten grondslag.
HaB c.s. dienen hun verplichtingen uit de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst tot overname door HaB c.s. van de activiteiten van SIE uit hoofde van de door WTC aan haar verleende licentie tot verkoop van Ironmanproducten na te komen. Deze verplichtingen bestaan uit betaling van de overnamesom van het licentie-bestand, de managementvergoeding en de koopprijs van de aan HaB c.s. ter beschikking gestelde voorraad Ironmanproducten.
3.3. HaB c.s. voeren verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, per onderdeel van de vordering nader ingegaan.
in reconventie
3.5. HaB c.s. vorderen samengevat - :
A. SIE te veroordelen tot betaling aan HaB van de volgende bedragen , dan wel zulke bedragen als de rechtbank in goede justitie redelijk acht:
I. USD 37.087,67, € 2.066,74 en USD 21.437,50 en € 68.519,55,
II. € 830,- en £ 172.175,- ,
III. € 19.575,33,
IV. € 2.266,66,
V. € 300.000,-,
VI. € 199.492,24,
te vermeerderen met wettelijke handelsrente over deze bedragen vanaf de dag van de conclusie van eis in reconventie tot aan de voldoening;
B. SIE te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 5.160,- inclusief BTW, te vermeerderen met wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag van de conclusie van eis in reconventie tot de voldoening;
C. SIE te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder de nakosten.
3.6. HaB c.s. leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat SIE toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van diverse verplichtingen tot levering van producten en diensten aan HaB, althans onrechtmatig jegens HaB heeft gehandeld en dat SIE de schade die HaB daardoor lijdt dient te vergoeden.
3.8. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, per onderdeel van de vordering nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Toepasselijk recht
4.1.1. Op de in het tussenvonnis van 18 augustus 2010 onder 3.8 en 3.9 vermelde gronden, die als hier herhaald en overgenomen moeten worden beschouwd, wordt de door SIE gestelde overeenkomst tussen partijen beheerst door het Nederlands recht.
Indien en voor zover de door SIE gestelde overeenkomst niet tot stand is gekomen en, zoals HaB c.s. aanvoeren, sprake is van losse opdrachten tot koop van producten en diensten, worden ook die overeenkomsten op grond van artikel 4 van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO) beheerst door het Nederlands recht. Van een rechtskeuze is immers geen sprake en SIE moet als de partij die de producten en diensten zou moeten leveren worden beschouwd als de partij die de kenmerkende prestatie verricht. Voorts is door HaB c.s. niets gesteld dat het vermoeden rechtvaardigt dat de overeenkomst(en) nauwer is/zijn verbonden met een ander land.
4.1.2. Op grond van artikel 8 lid 1 EVO wordt het bestaan en de geldigheid van de overeenkomst(en) of een bepaling daarvan eveneens beheerst door het Nederlands recht.
4.2. Vordering tegen HaB Licensing Ltd.
4.2.1. Tegenover de gemotiveerde betwisting van HaB c.s. heeft SIE niet onderbouwd dat HaB Licensing Ltd. partij is bij de gestelde overeenkomst. De vordering tegen HaB Licensing Ltd. zal derhalve worden afgewezen, met veroordeling van SIE in de kosten van de procedure jegens HaB Licensing Ltd. De door HaB Licensing Ltd. tot aan dit vonnis gemaakte proceskosten worden begroot op € 1.535,- (€ 3.070 : 2) aan griffierecht en € 1.421,- aan salaris van de advocaat (2 punten tarief € 1.421,- : 2). Deze beslissingen zullen in het dictum worden opgenomen wanneer ook tussen SIE en HaB eindvonnis gewezen kan worden.
4.3. Totstandkoming overeenkomst
4.3.1. SIE stelt op 20 augustus 2008 een overeenkomst tussen HaB en SIE tot stand is gekomen en dat de afspraken die daarbij zijn gemaakt zijn neergelegd in de als productie S7 overgelegde e-mail van 27 augustus 2008. Deze stelling van SIE kan niet worden gevolgd. Uit de hiervoor weergegeven inhoud van producties H7 en S5 blijkt immers dat SIE en HaB, zoals HaB heeft aangevoerd, na 20 augustus 2008 nog over de inhoud van de overeenkomst hebben onderhandeld, terwijl uit productie H4 blijkt dat HaB op 4 oktober 2008 de transactie niet volgens de toen voorgestelde formule wilde aangaan.
4.3.2. Niet ter discussie staat echter dat SIE na 4 oktober 2008 goederen en diensten aan HaB heeft geleverd en dat HaB daarvoor betalingen aan SIE heeft gedaan. Hiermee is gegeven dat tussen HaB en SIE één of meer overeenkomst(en) tot stand is/zijn gekomen en dat partijen daaraan uitvoering hebben gegeven. Het ontbreken van een getekende overeenkomst kan aan de totstandkoming van die overeenkomst(en) niet afdoen. Op grond van de aanvaarding van de door SIE geleverde goederen en diensten door HaB mocht SIE er redelijkerwijs op vertrouwen dat HaB ten aanzien daarvan de door haar gestelde voorwaarde van een getekende overeenkomst liet varen. Het beroep van HaB op de door haar gestelde voorwaarde van een getekende overeenkomst en het ontbreken daarvan, is onder deze omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
4.3.3. Over de inhoud van de overeenkomst(en) verschillen partijen van mening. Hierop zal voor zover nodig hierna worden ingegaan.
4.4.1. SIE vordert aan overnamesom een bedrag van € 71.308,34 en stelt daartoe het volgende.
SIE is met HaB overeengekomen dat HaB de door WTC aan SIE verleende licentie en de activiteiten van SIE uit hoofde van die licentie zou overnemen. Ter zake van de overname van de licentie is tussen deze partijen afgesproken dat SIE de contracten met WTC eenzijdig zou beëindigen, waarna deze – met toestemming van WTC – zou voortzetten. Voorts is onder meer overeengekomen dat HaB voor het ‘licentie-bestand’ een overnamesom van € 85.600,- in termijnen zou betalen. Partijen hebben uitvoering aan deze afspraken gegeven. HaB heeft in mindering op de overeengekomen overnamesom slechts € 14.291,66 voldaan, zodat zij nog € 71.308,34 dient te voldoen.
4.4.2. HaB voert als verweer aan dat er geen schriftelijke overeenkomst tussen HaB en SIE tot stand is gekomen, zodat niet is voldaan aan de bij artikel 6:159 BW gestelde vereisten voor contractsovername. Zij meent dat de gestelde overeenkomst daarom nietig is, zodat de gepretendeerde vordering tot betaling van (het restant van) de overnamesom grondslag mist. Dit verweer faalt, omdat overname van de rechtsverhouding van SIE tot WTC door HaB niet aan de orde is en artikel 6:159 BW daarom toepassing mist.
4.4.3. Vast staat dat SIE en HaB over de overdracht van de licentie van SIE aan HaB hebben onderhandeld. Uit productie S10 blijkt dat WTC met die overdracht heeft ingestemd. Voorts staat vast dat SIE haar licentieovereenkomst per 23 oktober 2008 heeft opgezegd en blijkt uit de e-mail van HaB van 10 november 2008 (productie H33) dat zij met ingang van 24 oktober 2008 de licentie heeft verkregen. Gelet hierop heeft HaB onvoldoende gemotiveerd bestreden dat tussen haar en SIE is afgesproken dat SIE de contracten met WTC eenzijdig zou beëindigen, waarna deze – met toestemming van WTC – zou voortzetten.
4.4.4. SIE stelt dat met de betaling van de facturen voor Powerbreathe service over november 2008 en december 2008, twee termijnen van de overeengekomen overnamesom zijn voldaan. Hieruit volgt dat SIE zich op het standpunt stelt dat de facturen voor Powerbreathe services termijnen voor de overeengekomen overnamesom betreffen.
4.4.5. Uit de e-mail van HaB van 2 april 2009 (productie S14) blijkt dat de facturen die SIE voor Powerbreathe services aan HaB zijn gebaseerd op een overeenstemming tussen partijen over zekere voordelen die HaB ontvangt in relatie tot de Ironman activiteiten waarbij SIE voorheen was betrokken. Op grond hiervan staat tegenover de betwisting van HaB voldoende vast dat de facturen voor Powerbreathe services zijn gebaseerd op een mondelinge overeenkomst tussen partijen. Uit de e-mail van [betrokkene 2] van 21 januari 2009 (productie S12) blijkt dat die overeenkomst in november 2008 tot stand is gekomen.
4.4.6. In zijn e-mail van 10 december 2008 (productie H5) heeft [directeur SIE] de vergoeding voor de licentie tevens als vergoeding van goodwill aangeduid. Dit stemt overeen met de in de e-mail van HaB van 2 april 2009 neergelegde visie dat op de facturen voor Powerbreathe services betaling voor goodwill (met een verdere omschrijving) zou moeten staan. Dat SIE jegens HaB gehouden was mee te werken aan de door HaB voorgestelde wijziging van de omschrijving op de betreffende facturen, is niet door HaB aangevoerd, laat staan dat het,
gelet op de eerder door HaB geaccepteerde en betaalde facturen met de omschrijving Powerbreathe services, voldoende is gemotiveerd.
4.4.7. Uit zowel de voormelde e-mail van [betrokkene 2] als de voormelde e-mail van HaB blijkt dat er na betaling van de in die e-mail genoemd facturen voor Powerbreathe services een tegoed resteerde dat door HaB in maandelijkse termijnen diende te worden voldaan. Dat HaB, zoals zij aanvoert, in haar e-mail van 2 april 2009 heeft geprotesteerd tegen het gebruik van de woorden ‘Monthly for 12 months’ en ‘Monthly for 15 months’ doet daaraan niet af. Anders dan HaB aanvoert, valt in de e-mail van 2 april 2009 niet te lezen dat het tegoed een extra vergoeding betreft die zou worden betaald onder voorwaarde dat door SIE nog bepaalde prestaties zouden worden verricht.
4.4.8. Tot slot is door HaB aangevoerd dat slechts sprake is van vergoedingen voor losse opdrachten tot koop van producten en diensten. Zonder nadere toelichting valt die zienswijze niet te rijmen met het in de e-mail van [betrokkene 2] van 21 januari 2009 namens HaB met betrekking tot de facturen voor Powerbreathe services ingenomen standpunt dat het tegoed door koerswijzigingen problemen voor de cashflow van HaB veroorzaakt. Evenmin valt het zonder toelichting te rijmen met het in de e-mail van 2 april 2009 vermelde onderwerp van de facturen voor Powerbreathe services en de daarbij voorgestelde omschrijving daarvoor. Dergelijke toelichtingen heeft HaB niet gegeven.
4.4.9. Uit het vorenstaande blijkt dat HaB in het licht van de hiervoor vermelde overgelegde producties onvoldoende gemotiveerd heeft bestreden dat zij voor de medewerking van SIE aan de verkrijging van de licentie door HaB en de daaraan verbonden activiteiten een overnamesom is verschuldigd waarop zij in mindering € 14.291,66 heeft voldaan en nog (€ 18.145 + € 52.565 =) € 70.710 dient te voldoen.
4.4.10. Uit de voormelde berekening van HaB volgt dat de totale overnamesom ongeveer € 85.000 bedraagt. Dat die totale overnamesom € 600 meer bedraagt, zoals SIE stelt, kan niet uit de door SIE verzonden facturen voor Powerbreathe services worden opgemaakt en – gelet op hetgeen onder 4.3.1 is overwogen – niet op basis van de e-mail van 27 augustus 2008 alleen worden aangenomen. Het ter zake van overnamesom gevorderde dat het bedrag van € 70.710 te boven gaat, wordt derhalve als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
4.4.11. Op grond van het vorenstaande ligt ter zake overnamesom een bedrag van € 70.710 voor toewijzing gereed.
4.5. Managementvergoeding en onkosten
4.5.1. SIE vordert een bedrag van € 58.333,31 aan managementvergoeding en een bedrag van € 4.292,91 aan kostenvergoeding. Zij legt daaraan het volgende ten grondslag.
Partijen hebben een managementovereenkomst voor de duur van 12 maanden gesloten, op basis waarvan [directeur SIE] werkzaamheden voor HaB zou verrichten tegen een vergoeding van € 100.000 per jaar exclusief (auto)kosten. Het loon en de kosten zouden maandelijks worden gefactureerd. HaB heeft het loon over de maanden april 2009 tot november 2009 niet voldaan. Over de maanden november 2008 tot en met april 2009 dient HaB nog € 4.292,91 te voldoen.
4.5.2. HaB betwist dat partijen een managementovereenkomst hebben gesloten. Zij betwist niet dat [directeur SIE] werkzaamheden voor haar heeft verricht en dat zij over de maanden november 2008 tot en met maart 2009 facturen voor consultancy fee ter hoogte van 1/12de van € 100.000 heeft voldaan, maar voert aan dat zij en SIE besloten hebben om ad hoc te werken en steeds op maandbasis te bezien welke kosten redelijk waren. De rechtbank begrijpt hieruit HaB bedoelt te betwisten dat zij met SIE is overeengekomen dat [directeur SIE] voor de duur van 12 maanden werkzaamheden tegen het totale loon van € 100.000 voor HaB zou verrichten.
4.5.3. De door SIE gestelde managementovereenkomst moet worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:401 BW.
4.5.4. Ingevolge artikel 7:408 BW kan een opdracht te allen tijde door de opdrachtgever worden opgezegd, tenzij tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer anders is overeengekomen. Dit geldt ook indien het een opdracht voor bepaalde duur betreft. De opzegging is vormvrij.
4.5.5. Niet ter discussie staat dat vanaf april 2009 [directeur SIE] geen werkzaamheden meer voor HaB heeft verricht, omdat HaB geen gebruik meer wilde maken van zijn diensten. Wanneer sprake is van een managementovereenkomst voor de duur van 12 maanden valt dit aan te merken als een opzegging van die overeenkomst door HaB.
4.5.6. Niet gesteld is dat door SIE uitdrukkelijk is bedongen dat de managementovereenkomst niet kon worden opgezegd. Dit neemt niet weg dat de onopzegbaarheid van de managementovereenkomst in de overeenkomst tussen HaB en SIE besloten kan liggen. Dit zal het geval zijn indien, zoals SIE stelt, zij met HaB een managementovereenkomst voor de duur van 12 maanden tegen een totaal loon van € 100.000,- zijn overeengekomen als onderdeel van een conglomeraat van afspraken, waarbij het afnemen van de diensten van SIE gekoppeld is aan de verkrijging van de bij SIE berustende verkooplicentie door HaB. Ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv zal SIE bewijs dienen te leveren van deze door HaB gemotiveerd betwiste stelling.
4.5.7. Indien SIE in dat bewijs slaagt, staat vast dat HaB gehouden is het restant van het overeengekomen loon te voldoen en ligt de gevorderde managementvergoeding van € 58.331,31 voor toewijzing gereed. Indien SIE niet in dat bewijs slaagt zal de gevorderde managementvergoeding afgewezen dienen te worden, ook indien wel bewezen is dat een managementovereenkomst voor de duur van 12 maanden is overeengekomen. In dit geval dient er immers vanuit te worden gegaan dat de managementovereenkomst door opzegging rechtsgeldig is beëindigd. De stelling van SIE dat een valide reden voor opzegging ontbreekt, maakt dat niet anders, omdat dit niet voor een rechtsgeldige opzegging is vereist. Van een opdracht als bedoeld in artikel 7:411 lid 1 BW is geen sprake, nu het loon door SIE maandelijks werd gefactureerd.
4.5.8. SIE heeft geen inzicht gegeven in de kosten die volgens haar nog door HaB moeten worden vergoed en heeft ter zake slechts verwezen naar productie S13 die een facturenoverzicht en aantal ongespecificeerde declaraties bevat. Aldus heeft zij ten aanzien van de gevorderde kostenvergoeding niet voldaan aan haar stelplicht. Derhalve dient dit onderdeel van haar vordering afgewezen te worden.
4.6.1. SIE vordert een bedrag van € 2.870,59 en legt daaraan ten grondslag dat HaB voor een bedrag van € 85.000 haar Ironman voorraad voor 2009 inclusief de investeringen voor het seizoen 2009 heeft overgenomen en dat HaB heeft verzuimd een bedrag van € 2.870,59 te voldoen. SIE verwijst ter zake naar de door haar bij productie S13 overgelegde facturen 0319146 en 0319192 met bijbehorende creditnota’s.
4.6.2. HaB betwist dat zij de genoemde voorraad heeft overgenomen en voert aan dat zij slechts losse producten van SIE heeft gekocht. De facturen met nummers 0319146 en 0319192 heeft zij niet voldaan omdat deze facturen deels dezelfde items betroffen die onder factuur nummer 0319090 zijn betaald en voor het overige items betroffen die geen onderdeel waren van de bestelde producten, aangezien de productie- en verkooprechten daarvoor bij een derde berustten.
4.6.3. SIE heeft niet bestreden dat de facturen met nummers 0319146 en 0319192 items bevatten die reeds bij factuur nummer 0319090 in rekening waren gebracht en voorts items bevatten waarvoor de productie- en verkooprechten bij een derde berustten. Onder deze omstandigheden volgt uit het onbetaald blijven van de facturen met nummers 0319146 en 0319192 niet zonder meer dat HaB in verzuim zou zijn met de volledige voldoening van de gestelde koopsom van € 85.000. SIE heeft nagelaten dat nader te onderbouwen en aldus niet aan haar stelplicht voldaan, zodat dit onderdeel van haar vordering dient te worden afgewezen.
4.7. Buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente
4.7.1. SIE vordert een bedrag van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten. Dergelijke kosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking, indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten. SIE heeft weliswaar gesteld dat de gevorderde kosten geen betrekking hebben op verrichtingen ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, maar uit de gegeven omschrijving van deze werkzaamheden dient, zoals HaB heeft aangevoerd, het tegendeel te worden afgeleid. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
4.7.2. HaB heeft niet weersproken dat zij door SIE brief van 24 augustus 2009 tot betaling voor 5 september 2009 is gesommeerd, zodat de door SIE vanaf 5 september 2009 gevorderde wettelijke rente voldoende steun in de wet en de vaststaande feiten vindt en toegewezen dient te worden.
in reconventie
4.8. Vorderingen van HaB Licensing Ltd.
4.8.1. De vorderingen zijn mede ingesteld door HaB Licensing Ltd., maar niet gesteld is dat zij enige vordering op SIE heeft. HaB Licensing Ltd. zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen en worden veroordeeld in de daardoor veroorzaakte proceskosten. Aan de zijde van SIE worden deze kosten worden begroot op nihil, nu SIE geen verweer tegen het optreden van HaB Licensing Ltd. heeft gevoerd.
4.9. Door HaB aan SIE betaalde vergoedingen (vordering A.I)
4.9.1. HaB vordert betaling van:
(i) USD 37.087,67
(ii) € 2.066,74 en USD 21.437,50
(iii) € 68.519,55.
Zij legt daaraan het volgende ten grondslag.
HaB heeft de voormelde bedragen aan SIE voldaan voor (i) levering van producten die onder de kwalitatieve leiding van SIE werden geproduceerd, (ii) levering van ‘samples’ die onder de kwalitatieve leiding van SIE werden geproduceerd inclusief een lijst van reeds geboekte bestellingen op basis van deze samples (iii) kwaliteitscontrole en het bewaken van termijnen zodat tijdig zou worden geleverd. SIE is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dient de daardoor geleden vermogensschade te vergoeden. De genoemde betalingen vallen daaronder.
4.9.2. SIE betwist de gestelde tekortkomingen. Voorts betwist zij dat de gevorderde bedragen als schade zijn aan te merken alsmede de hoogte daarvan.
4.9.3. Niet gesteld, laat staan voldoende onderbouwd, is dat HaB zonder de gestelde tekortkomingen de voormelde bedragen niet zou hebben betaald. Een causaal verband ontbreekt derhalve en vordering A.I dient reeds daarom te worden afgewezen.
4.10. Niet geleverde websites (vordering A.II)
4.10.1. HaB vordert een bedrag van € 830 en een bedrag van £ 172.175 en legt daaraan het volgende ten grondslag.
SIE heeft de domeinnamen www.ironmanactivewear.com en www.ironmanstoreeurope.com en aanverwante websites verkocht. HaB heeft hiervoor de overnamesom van £ 1 en een bedrag van € 830 aan de hoster van de websites voldaan. De genoemde domeinnamen en aanverwante websites zijn echter niet door SIE geleverd. HaB heeft daardoor schade geleden, bestaande uit het aan de hoster betaalde bedrag van € 830, ontwikkelingskosten van een nieuwe website ad £ 47.175 (£ 14.175 + £ 33.000) en de winst die HaB heeft gederfd doordat zij gedurende het jaar 2009 en 9 maanden van het jaar 2010 zonder website heeft moeten werken ad £ 125.000.
4.10.2. SIE betwist dat zij met HaB de gestelde koopovereenkomst heeft gesloten en voert aan dat zij de genoemde websites (nagenoeg) om niet aan HaB ter beschikking heeft gesteld. Voorts betwist SIE de gestelde schade en voert zij aan dat een deugdelijke ingebrekestelling ontbreekt.
4.10.3. De door HaB als productie H13 overgelegde brief van SIE van 26 februari 2009 vermeldt dat de kosten die zijn gerelateerd aan het houden van de domeinnamen per die datum voor rekening van HaB zijn. De door HaB overgelegde rekening van de hoster ad € 830 (productie H14) dateert van 6 april 2009. Een causaal verband tussen de betaling van dat bedrag en de gestelde tekortkomingen van SIE ontbreekt derhalve, althans is niet door HaB onderbouwd.
4.10.4. Niet gesteld, laat staan voldoende onderbouwd, is dat de levering van de websites blijvend onmogelijk was. Van aansprakelijkheid van SIE voor de door HaB gestelde ontwikkelingskosten en gederfde winst kan derhalve slechts sprake zijn indien SIE ter zake van de levering van de websites in verzuim is geraakt. Het beroep van HaB op de ingebrekestelling bij brief van 22 september 2010 kan haar niet baten, aangezien SIE op grond daarvan eerst op 28 september 2010 in verzuim kan zijn geraakt. Dat er na die datum nog ontwikkelingskosten zijn gemaakt of door het ontbreken van een website winst is gederfd blijkt niet uit de stellingen van HaB. Evenmin blijkt daaruit van een e-mail waarbij HaB over het niet leveren van de domeinnamen en aanverwante websites heeft geklaagd. Dat, zoals HaB in zijn algemeenheid heeft aangevoerd, naar Engels recht een ingebrekestelling zoals in diverse emails verwoord juridisch voldoende zou zijn, kan haar derhalve hier niet baten.
4.10.5. Op grond van het vorenstaande dient vordering A.II te worden afgewezen.
4.11. Late en kwalitatief slechte leveringen onder leiding van SIE (vordering A.III)
4.11.1. HaB vordert op grond van toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatige daad van SIE een schadevergoeding van € 19.575,33. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende schadeposten:
a) een creditering aan Club La Santa van € 5.893,54,
b) crediteringen aan Sport Bittl, Lunge Filiale Bermbeck en HaB GmbH van in totaal € 2.412,58,
c) een creditering aan BK Sportpromotion AG van € 11.569,21.
Hierna zal, voor zover nodig, per schadepost op de stellingen van partijen worden ingegaan.
Ad a)
4.11.2.
Niet ter discussie staat dat HaB een creditnota van € 5.893,54 aan Club La Santa heeft gestuurd. HaB stelt dat deze creditering heeft plaatsgevonden omdat de levering aan Club La Santa te laat heeft plaatsgevonden en dat SIE daarvoor aansprakelijk is omdat de levering aan Club La Santa onder haar leiding en toezicht plaatsvond.
4.11.3. SIE betwist dat de creditering aan enig handelen of nalaten van SIE is te wijten. Zij voert aan dat de niet tijdige levering van Club La Santa is veroorzaakt doordat de goederen enige tijd door de Spaanse douane voor controle zijn opgehouden, wat geen aan SIE te wijten omstandigheid is.
4.11.4. Van enig handelen of nalaten van SIE dat los van de contractuele verhouding tussen partijen een onrechtmatige daad jegens HaB oplevert blijkt niet. Voorts heeft HaB niet onderbouwd dat en waarom de late levering aan Club La Santa het gevolg is van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van SIE jegens HaB, hetgeen door SIE gemotiveerd is bestreden. Aldus heeft HaB niet voldaan aan haar stelplicht, zodat dit onderdeel van de vordering dient te worden afgewezen.
Ad b)
4.11.5. HaB stelt het volgende. De crediteringen van in totaal € 2.412,58 vonden plaats omdat aan Sport Bittl, Lunge Filiale Brembeck en HaB GmbH geleverde producten niet voldeden aan de kwaliteitsgaranties en de monsters op basis waarvan deze bedrijven de producten hadden besteld. De producten zijn geproduceerd onder leiding en toezicht van SIE en door genoemde bedrijven aan HaB geretourneerd. Nalevering van producten die wel aan de kwaliteitseisen voldeden was niet meer mogelijk.
4.11.6. SIE betwist dat haar enig verwijt valt te maken ter zake de levering aan voormelde bedrijven en de kwaliteit van de geleverde producten.
4.11.7. Ook hier blijkt uit de stellingen van HaB niet van enig handelen of nalaten van SIE dat los van de contractuele verhouding tussen partijen een onrechtmatige daad jegens HaB oplevert. Voorts heeft HaB geen feiten of omstandigheden gesteld aan de hand waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat de geleverde producten niet aan de vereiste kwaliteit voldeden. HaB heeft derhalve ook ten aanzien van de onderhavige schadepost niet aan haar stelplicht voldaan, zodat dit onderdeel van de vordering dient te worden afgewezen.
Ad c)
4.11.8. HaB stelt het volgende. HaB heeft BK Sportpromotion AG een creditfactuur van € 11.569,21 gezonden voor geleverde producten die kwalitatief slecht waren. Deze producten waren vanwege SIE geproduceerd en door HaB gekocht, dan wel geproduceerd onder leiding en toezicht van SIE. Zij was verantwoordelijk voor de levering van kwalitatief volwaardige producten. Nalevering van producten die wel aan de kwaliteitseisen voldeden was niet meer mogelijk.
4.11.9. SIE betwist dat het feit dat BK Sportpromotion AG niet dezelfde kwaliteit goederen heeft ontvangen als was afgesproken het gevolg is van handelen dan wel nalaten van SIE. Voorts betwist SIE dat het gecrediteerde bedrag kan worden aangemerkt als daardoor geleden schade en voert zij daartoe aan dat de creditering onnodig was omdat [directeur SIE] aan BK Sportpromotion AG reeds een compensatie voor de order van het volgende jaar had aangeboden. Tevens heeft SIE in zijn algemeenheid aangevoerd dat zij niet in gebreke is gesteld.
4.11.10. SIE heeft niet gemotiveerd bestreden dat zij verantwoordelijk was voor de levering van kwalitatief volwaardige producten. Zij heeft erkend dat de aan BK Sportpromotion AG geleverde producten niet voldeden aan hetgeen was afgesproken en niet bestreden dat nalevering van producten die wel aan de kwaliteitseisen voldeden niet meer mogelijk was. Hiermee is gegeven dat SIE ter zake de levering aan BK Sportpromotion SIE toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen jegens HaB en dat nakoming blijvend onmogelijk was, zodat SIE de schade die HaB daardoor heeft geleden dient te vergoeden. Een ingebrekestelling was onder deze omstandigheden niet vereist.
4.11.11. Ook indien, zoals SIE heeft aangevoerd, BK Sportpromotion AG genoegen zou hebben genomen met een compensatie voor de order voor het volgende jaar had dat vermogensschade voor HaB opgeleverd. Dat die compensatie minder vermogensschade zou hebben opgeleverd dan het gecrediteerde bedrag van € 11.569,21 is niet door SIE aangevoerd. Aangezien niet bestreden is dat die creditering het gevolg is van de levering van producten die niet aan de kwaliteitseisen voldeden, staat hiermee genoegzaam vast dat HaB door de tekortkoming van SIE een schade van € 11.569,21 heeft geleden.
4.11.12. Op grond van het vorenstaande zal vordering A.III tot het bedrag van € 11.569,21 worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag slechts kan worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW nu de vordering niet berust op de primaire betalingsverbintenis uit een handelsovereenkomst (de verbintenis tot betaling als tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten).
4.12. Levering aan Intersport Gent (vordering A.IV)
4.12.1. De vordering tot betaling van € 2.266,66 baseert HaB op de volgende stellingen.
SIE heeft buiten HaB om producten aan Intersport Gent verkocht en geleverd. Die producten voldeden niet aan de daaraan te stellen eisen en zijn ook te laat geleverd. Intersport Gent heeft HaB daarover aangesproken, waarop HaB de helft van het gefactureerde bedrag, zijnde € 2.266,66 aan Intersport Gent heeft gecrediteerd. Aldus is SIE toerekenbaar tekort gekomen in de nakoming van haar verplichtingen jegens HaB, althans heeft zij onrechtmatig jegens HaB gehandeld en aansprakelijk voor de schade die HaB daardoor heeft geleden.
4.12.2. SIE betwist dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen jegens HaB. De door haar aan Intersport Gent geleverde goederen vallen niet onder enige licentie en zijn correct geleverd en op factuur van SIE aan haar voldaan. Betwist wordt dat HaB daarvoor een creditnota heeft verzonden en dat HaB daartoe aanleiding had.
4.12.3. Uit de stellingen van HaB blijkt niet dat zij contractspartij bij de verkoop en levering van de onderhavige producten was of dat SIE met die verkoop en levering tekort is gekomen in de nakoming van enige contractuele verplichting jegens HaB. Evenmin is door HaB onderbouwd dat het gestelde handelen van SIE een onrechtmatige daad jegens haar oplevert. Van inbreuk op enig recht van HaB of schending van een wettelijke plicht blijkt niet en niet ingezien kan worden dat SIE met een gebrekkige levering aan een derde, waarbij HaB geen partij is, in strijd heeft gehandeld met hetgeen in het maatschappelijk verkeer jegens HaB betaamt.
4.12.4. Op grond van het vorenstaande kan SIE niet aansprakelijk worden geacht voor de door HaB gestelde schade, zodat de onderhavige vordering dient te worden afgewezen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de gestelde creditering niet met bescheiden is gestaafd.
4.13. Rechten voor het organiseren van beurzen (vordering A.V)
4.13.1. HaB vordert betaling van een schadevergoeding van € 300.000 op grond van toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatige daad en stelt daartoe het volgende. SIE heeft zich jegens HaB verbonden om er voor te zorgen dat HaB voor drie jaar conferenties/beurzen zou kunnen organiseren, maar uitvoering daarvan bleek onmogelijk omdat de partij die deze rechten aan SIE had verleend niet wilde meewerken aan de indeplaatsstelling van HaB. HaB heeft aan SIE gelegenheid gegeven alsnog na te komen, maar dat is niet gebeurd. HaB heeft hierdoor een winst gederfd van € 300.000, te weten een geprognosticeerde winst van € 50.000 per beurs voor 6 beurzen.
4.13.2. SIE betwist dat zij gehouden was haar rechten voor het organiseren van beurzen aan HaB over te dragen, alsmede de gestelde schade. Zij voert aan dat de organisatie van beurzen was gebaseerd op tussen SIE en Xdream Sports & Events GmbH (verder: Xdream) gesloten contracten en dat voor september 2008 duidelijk was dat laatstgenoemde niet instemde met de overname van de contracten door HaB. Voor de contracten met Xdream moest SIE per jaar € 55.000 betalen.
4.13.3. Uit de stellingen van HaB blijkt niet van enig handelen of nalaten van SIE dat los van de gestelde contractuele verhouding tussen deze partijen een onrechtmatige daad jegens HaB oplevert.
4.13.4. Niet in geschil is dat partijen hebben gesproken over de overdracht van de uit de contracten van SIE met Xdream voortvloeiende rechten om beurzen te organiseren. Productie H25 waarop HaB zich ter staving van haar stellingen op beroept, vermeldt dat door SIE oorspronkelijk is voorgesteld om de bedoelde rechten over te dragen en niet dat zulks is overeengekomen. Voorts zijn partijen volgens HaB tot in oktober 2008 in onderhandeling geweest en heeft zij niet weersproken dat reeds in september 2008 duidelijk was dat Xdream niet instemde met overname van de contracten door HaB. Onder deze omstandigheden lag het op de weg van HaB nader te onderbouwen dat en wanneer SIE zich tot overdracht van de rechten om beurzen te organiseren heeft verbonden. Voorts lag het op de weg van HaB enige onderbouwing te geven voor de door haar gestelde geprognosticeerde winst van € 50.000 per beurs. HaB heeft nagelaten die onderbouwingen te geven.
4.13.5. Uit het vorenstaande blijkt dat HaB niet aan haar stelplicht heeft voldaan, zodat de onderhavige vordering afgewezen dient te worden.
4.14. Niet afgenomen bestellingen (vordering A.VI)
4.14.1. HaB vordert betaling van een schadevergoeding van € 199.492,24 op grond van toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatige daad en stelt daartoe het volgende. HaB heeft samples, die waren geproduceerd onder toezicht van SIE, en de catalogus ‘Spring Summer Collection 2009’ van SIE gekocht. Onderdeel van deze koop was een lijst van geplaatste bestellingen op basis van deze samples en catalogus. Green Team en Erox wilden goederen bestellen, maar zijn daartoe niet overgegaan omdat de samples die onder toezicht van SIE waren vervaardigd niet aan de kwaliteitsvereisten voldeden en de goede samples te laat arriveerden. Hierdoor is een winst van (€ 30.592,50 + € 9.321,75=) € 39.914,25 gederfd. Voorts bleek 70% van de bestellingen op de lijst met bestellingen niet te effectueren, omdat SIE met de afnemers irreële prijsafspraken had gemaakt. De daardoor gederfde winst bedraagt € 156.577,99.
4.14.2. SIE betwist dat de onder haar toezicht vervaardigde verkoopsamples niet aan de kwaliteitseisen voldeden, alsmede dat Green Team en Erox niet tot bestelling zijn overgegaan en dat zij (irreële) prijsafspraken heeft gemaakt. Voorts betwist SIE de gestelde schade.
4.14.3. Uit de stellingen van HaB blijkt niet van enig handelen of nalaten van SIE dat los van de gestelde contractuele verhouding tussen deze partijen een onrechtmatige daad jegens HaB oplevert.
4.14.4. Ter staving van haar stelling dat de onder toezicht van SIE vervaardigde samples niet aan de kwaliteitseisen voldeden, heeft HaB verwezen naar productie H29. Daarin valt weliswaar te lezen dat er opnieuw correcte samples geproduceerd moeten, maar uit hetgeen daarboven is vermeld volgt dat de reden daarvoor is dat Green Team een bepaalde kleur groen wenste. Enige klacht van Erox over de kwaliteit van de samples valt in het document niet te ontdekken. Productie H29 biedt dan ook geen steun voor de voormelde stelling. Waarop HaB verder baseert dat de onder toezicht van SIE vervaardigde samples niet aan de kwaliteitseisen voldeden, is door haar niet gesteld.
4.14.5. De stelling van HaB dat SIE irreële prijsafspraken heeft gemaakt kan niet worden gevolgd. HaB stelt weliswaar dat zij op basis van de door SIE gemaakte afspraken de producten 20% onder de marktprijs zou moeten verkopen, maar maakt dat niet inzichtelijk en gaat vervolgens bij de berekening van de gederfde winst uit van een winstmarge van 50%.
4.14.6. Uit het vorenstaande blijkt dat HaB de gestelde aansprakelijkheid van SIE voor het uitblijven van bestellingen van Green Team en Erox en de niet afgenomen bestellingen op de lijst met bestellingen aan SIE onvoldoende heeft onderbouwd. De onderhavige vordering dient derhalve eveneens te worden afgewezen.
4.15. Buitengerechtelijke kosten (vordering B)
4.15.1. Gesteld noch gebleken is dat HaB ter verkrijging van voldoening van haar vordering kosten heeft gemaakt voor buitengerechtelijke verrichtingen die meer omvatten dan de verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te houden. De gevorderde buitengerechtelijke kosten ad € 5.160 dienen derhalve te worden afgewezen.
4.16. Proceskosten (vordering C)
4.16.1. SIE zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, zal de rechtbank de proceskosten aan de zijde van HaB begroten op basis van het toegewezen bedrag. Tot aan dit vonnis worden deze kosten begroot op nihil aan verschotten en € 954,- aan salaris advocaat (2 punten x factor 1 x tarief € 452,-).
4.16.2. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.
4.17.1. De voormelde beslissingen zullen in het dictum worden opgenomen wanneer ook in conventie tussen SIE en HaB eindvonnis gewezen kan worden.
5. De beslissing
De rechtbank
draagt SIE op te bewijzen, desgewenst door middel van getuigen, dat partijen een managementovereenkomst voor de duur van 12 maanden tegen een totaal loon van € 100.000,- zijn overeengekomen als onderdeel van een conglomeraat van afspraken, waarbij het afnemen van de diensten van SIE gekoppeld is aan de verkrijging van de bij SIE berustende verkooplicentie door HaB;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 26 oktober 2011 om SIE in de gelegenheid te stellen alsdan
bij akte bewijsstukken over te leggen
en/of
de namen en woonplaatsen van de voor te brengen getuigen op te geven en de verhinderdata van die getuigen en van beide partijen en hun raadslieden in de daaropvolgende vier maanden mede te delen;
bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden voor mr. E.D. Rentema, die daartoe zal overgaan op een nader te bepalen datum en tijdstip in het gebouw van de rechtbank aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht;
in conventie en in reconventie
houdt elke nadere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2011.(