vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 90971 / HA ZA 11-2043
Vonnis van 12 oktober 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEDIN NETBEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.P.J. Elshof,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRO-NET PROJECTONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.W.H. Raadgever.
Partijen zullen hierna Stedin en Pro-Net genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 april 2011,
- het proces-verbaal van comparitie van 5 september 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Pro-Net is een dochtermaatschappij van woningcorporatie Progrez en zij houdt zich bezig met ontwikkeling en financiering van bouwprojecten. Stedin levert nutsvoorzieningen.
2.2. Stedin heeft aan Pro-Net meerdere offertes doen toekomen voor het aanbrengen van nutsvoorzieningen in het nieuwbouwproject Crescent aan de Maasboulevard te Zwijndrecht, waaronder in ieder geval de volgende:
-20 mei 2003: € 90.770 exclusief BTW
-25 juli 2007: € 112.894,04 exclusief BTW
-11 juli 2008: € 137.091,15 exclusief BTW.
Op enig moment is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen.
3. De vordering in conventie
3.1. Stedin vordert, uitvoerbaar bij voorraad, om Pro-Net te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Stedin te voldoen:
I. een bedrag van € 40.418,55 (zegge: veertigduizend vierhonderd achttien 55/100 euro).
II. de wettelijke (handels)rente over bovengenoemde hoofdsom te betalen vanaf 30 dagen
na de factuurdatum d.d. 5 oktober 2009, althans vanaf de dag der dagvaarding tot
aan de dag der algehele voldoening.
III. een forfaitaire vergoeding wegens buitengerechtelijke incassokosten te betalen groot
€ 1.788,-- (zegge: éénduizend zevenhonderd achtentachtig euro).
IV. alsmede om Pro-Net te veroordelen in de kosten van het geding.
Stedin stelt daartoe het volgende.
3.2. Volgens de opdrachtbevestiging van Stedin van 9 juni 2009, die door Pro-Net is ondertekend, is Pro-Net € 161.674,24 inclusief BTW verschuldigd, te betalen in termijnen. Pro-Net heeft de laatste termijn van € 40.418,55 ook na sommatie onbetaald gelaten.
3.3. Pro-Net is gehouden tot betaling van de wettelijke handelsrente. Stedin beroept zich daarbij op art. 8 lid 7 van haar algemene voorwaarden.
3.4. Pro-Net is op grond van de algemene voorwaarden van Stedin en op grond van de wet gehouden tot vergoeding aan Stedin van de gemaakte buitengerechtelijke kosten, die op de voet van Rapport Voorwerk II zijn gesteld op € 1.788,--.
4. Het verweer in conventie
4.1. Pro-Net beroept zich op verrekening. Stedin heeft het werk te laat opgeleverd, omdat zij daarmee te laat is begonnen. Hierdoor heeft Stedin schade heeft geleden. Deze schade is groter dan de vordering van Stedin.
4.2. De overeenkomst is eerder tot stand gekomen dan Stedin stelt. Pro-Net heeft reeds op 10 juni 2008 aan Stedin opdracht gegeven voor het verrichten van de werkzaamheden. Toen was de prijs nog lager. Nadien heeft Stedin, in 2009, de prijs verhoogd. Volgens Stedin was het noodzakelijk dat de prijs omhoog ging omdat de ringleiding van de binnengasleiding via de parkeergarage moest worden aangebracht. Voorheen was het nog de bedoeling van Stedin om deze gasleiding via de gevel aan te leggen. Pro-Net betwist dat een technische noodzaak aan de wijziging in werkwijze ten grondslag lag. Volgens Pro-Net heeft Stedin de prijs om een oneigenlijke reden verhoogd: in het pand Crescent bevindt zich een transformatorruimte. Stedin wenste de transformatorruimte niet alleen te gebruiken voor het pand Crescent, maar voor hele buurt. Daar wilde Pro-Net niet kosteloos aan meewerken. Toen is de transformatorruimte aan Stedin verkocht. Daarom verhoogde Stedin de eigen prijs.
4.3. Omdat de hoofdsom niet verschuldigd is, zijn rente noch incassokosten verschuldigd.
5. De vordering in reconventie
5.1. Pro-Net vordert om Stedin, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan Pro-Net binnen vijf dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis te voldoen het bedrag van € 183.120,05 te vermeerderen met BTW en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 23 maart 2011, zijnde de datum van de rolzitting waarop de conclusie van eis in reconventie wordt genomen. Pro-Net stelt daartoe het volgende.
5.2. Stedin moest het werk aanvangen in week 10 (maandag 2 maart) van 2009. Stedin wist dit. Stedin was aanwezig bij vele bouwvergaderingen waar dit aan de orde is gesteld en zij protesteerde toen niet.
6. Het verweer in reconventie
6.1. Krachtens art. 11 van de algemene voorwaarden van Stedin, die toepasselijk zijn, is Stedin alleen aansprakelijk voor schade die het directe gevolg is van opzet of grove schuld.
6.2. Betwist wordt dat Stedin te laat met het werk begonnen is. Voor 9 juni 2009 was nog geen sprake van wilsovereenstemming. Pro-Net heeft de herziene offerte, van 11 juli 2008 (met daarin het meerwerk voor de post meerwerk binnenleiding gas), niet tijdig ondertekend. In de offerte stond dat deze geldig was tot 11 oktober 2008. Pro-Net heeft deze datum laten verstrijken zonder de offerte/ het opdrachtformulier te ondertekenen.
7. De beoordeling
in conventie
7.1. De gegrondheid van het verrekeningsverweer valt niet op eenvoudige wijze vast te stellen. Daarom zal de rechtbank in conventie aan dit verweer voorbijgaan. Het verweer zal als vordering in reconventie beoordeeld worden.
7.2. In het opdrachtformulier van Stedin wordt een prijs geoffreerd van € 161.674,24. Pro-Net heeft dit opdrachtformulier op 9 juni 2009 ondertekend. Pro-Net moet dus € 161.674,24 betalen. Ook als juist is de stelling van Pro-Net dat al eerder wilsovereenstemming was bereikt, voor een lagere prijs, dan kan haar dat niet baten. Het behoort tot de contractsvrijheid om in onderlinge overeenstemming gemaakte afspraken te wijzigen. Dat is hier gebeurd. Stedin mocht het gerechtvaardigd vertrouwen hebben dat Pro-Net instemde met een prijs van € 161.674,24. Pro-Net heeft niet onder protest of onder een (ander) voorbehoud van enig recht getekend. De stelling van Pro-Net ter comparitie dat men “er toch samen uit moet kunnen komen” miskent het bindende rechtsgevolg van het onvoorwaardelijk plaatsen van een handtekening.
7.3. Van misbruik van omstandigheden is geen sprake. Het gaat hier om professionele, zakelijk handelende partijen. Daarbij komt dat Pro-Net expliciet van tevoren heeft ingestemd met de prijsverhoging wegens “het meerwerk binnenleiding gas.” Pro-Net schrijft daarover in haar brief van 6 april 2009 aan Stedin (productie 15):
“Deze meerwerkpost wordt door ons nu alsnog en node geaccepteerd.”
“Hierbij geven wij u derhalve opdracht voort het maken van de electriciteits- en gasaansluitingen voor bovengenoemd project voor een totaalbedrag van € 137.091, exclusief BTW.”
Voormeld bedrag is, rekening houdend met BTW, zelfs nog iets hoger dan het bedrag van het opdrachtformulier. Pro-Net heeft haar recht verwerkt om te klagen over de prijsverhoging, zowel vanwege de inhoud van voormelde brief als vanwege ondertekening van het opdrachtformulier. Het valt niet in te zien waarom Pro-Net thans, in rechte, een ander standpunt in zou mogen nemen dat afwijkt van haar ongeclausuleerde aanvaarding.
7.4. Nu de hoofdsom toewijsbaar is, zijn ook de wettelijke handelsrente en de incassokosten, als verder onweersproken en genoegzaam onderbouwd, toewijsbaar.
7.5. Pro-Net zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Stedin. Deze kosten worden begroot op:
-dagvaarding € 83,31 (€ 76,31 + € 7)
-griffierecht € 1.181,00
-salaris advocaat € 1.788,00
€ 3.052,31
Het salaris van de advocaat is berekend conform de Liquidatietarieven: twee punten (dagvaarding en comparitie), met toepassing van tarief IV ad € 894 per punt.
in reconventie
7.6. De vordering zal worden afgewezen. Stedin heeft immers haar gestelde aansprakelijkheid uitgesloten in haar algemene voorwaarden. Vast staat dat deze algemene voorwaarden toepasselijk zijn. Dit staat met zoveel woorden in de brief van Stedin de dato 5 juni 2009, waarmee zij de offerte aan Pro-Net stuurt. Bovendien staat het in de offerte zelf ook.
7.7. Ook om inhoudelijke redenen dient de vordering te worden afgewezen. Uit de beoordeling in conventie volgt dat Pro-Net er mee heeft ingestemd dat Stedin pas met het werk behoefde aan te vangen nadat op 9 juni 2009 het opdrachtformulier was ondertekend.
Pro-Net kon voorts uit de offertes van Stedin steeds afleiden dat de offertes slechts een beperkte geldigheidsduur hadden. Dat stond er duidelijk op. Aanwezigheid van een medewerker van Stedin op bouwvergaderingen van Pro-Net maakt dit nog niet anders. De bouwvergaderingen hadden veeleer een technisch dan een juridisch karakter en de aanwezigheid van een medewerker van Stedin ontslaat Pro-Net niet zonder meer van haar plicht om kennis te nemen van de voorwaarden die in de offertes van Stedin stonden.
Pro-Net verwijt Stedin formalisme maar Pro-Net heeft zelf niet in acht genomen dat de offerte -tijdig- ondertekend moest worden.
7.8. Pro-Net zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Stedin. Deze kosten worden begroot op € 1.421 aan salaris advocaat.
Het salaris van de advocaat is berekend conform de Liquidatietarieven: twee punten (conclusie van antwoord in reconventie en comparitie), met toepassing van tarief V ad € 1.421 per punt, en met toepassing van de factor ½ nu de vordering in reconventie voortvloeit uit het verweer in conventie.
8. De beslissing
de rechtbank:
in conventie
8.1. veroordeelt Pro-Net om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Stedin te betalen een bedrag van € 40.418,55;
8.2. veroordeelt Pro-Net om aan Stedin tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de wettelijke handelsrente over het hiervoor onder 8.1 genoemde bedrag vanaf 30 dagen na de factuurdatum de dato 5 oktober 2009;
8.3. veroordeelt Pro-Net om aan Stedin tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een forfaitaire vergoeding wegens buitengerechtelijke incassokosten, groot € 1.788;
8.4. veroordeelt Pro-Net in de proceskosten van Stedin, tot op heden begroot op € 3.052,31;
8.5. verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
8.6. wijst de vordering af;
8.7. veroordeelt Pro-Net in de proceskosten van Stedin, tot op heden begroot op € 1.421.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2011.?