ECLI:NL:RBDOR:2011:BQ9488

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
22 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
83771 / HA ZA 09-2807
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering wegens gebrek aan stelplicht en beschikkingsbevoegdheid in een geschil over een fitnesscentrum

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 22 juni 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en [gedaagden], waarbij de vordering van [eiseres] werd afgewezen. De eiseres, die een fitnesscentrum exploiteerde, had een koopovereenkomst gesloten voor de verkoop van haar onderneming aan Fitnesscentrum Rico B.V. i.o. voor een bedrag van EUR 250.000,00. De eiseres vorderde dat [gedaagden] hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een restantbedrag van EUR 130.000,00, omdat zij meende dat de volledige koopsom niet was voldaan. De rechtbank oordeelde echter dat de eiseres niet aan haar stelplicht had voldaan, omdat zij niet kon aantonen dat zij de eigendom van de fitnessapparatuur had kunnen overdragen, gezien er een leaseovereenkomst met Fitnesslease B.V. bestond. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet beschikkingsbevoegd was over de apparatuur en dat de vordering om die reden moest worden afgewezen. De eiseres had bovendien een foutieve leasemaatschappij genoemd in haar dagvaarding, wat haar zaak verder ondermijnde. De rechtbank veroordeelde de eiseres in de proceskosten, waarbij de kosten in het incident werden gecompenseerd. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de stelplicht en de noodzaak van beschikkingsbevoegdheid bij het indienen van vorderingen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 83771 / HA ZA 09-2807
Vonnis van 22 juni 2011
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. L.P. Quist,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonende te St. Willibrord,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FITTNESCENTRUM RICO B.V.,
gevestigd te St. Willebrord,
gedaagden,
advocaat mr. V.C. Andeweg
Partijen zullen hierna [eiseres], [gedaagden], of afzonderlijk [gedaagde 1] en
Rico genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord tevens houdende incidentele conclusie tot oproep in
vrijwaring tevens houdende preliminair verweer;
- de antwoordakte in het incident;
- vonnis van 12 mei 2010;
- herstelvonnis van 2 juni 2010;
- comparitievonnis van 27 oktober 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 24 februari 2011;
- akte houdende depot;
- antwoordakte zijdens [gedaagde 1];
- alle producties van partijen.
1.2. Deze procedure wordt om proces-economische redenen tezamen behandeld met
een bij de rechtbank Dordrecht, sector kanton, onder zaak-/rolnummer 264220 CV EXPL
83771 / HA ZA 09-2807
22 juni 2011
2
10-9213 aanhangige procedure, tussen Rico als eiseres en Hairhold Lease B.V., gevestigd te
Capelle aan den IJssel, hierna verder te noemen Hairhold, als gedaagde.
1.3. Die kantonprocedure is een gevolg van een vonnis van de rechtbank Rotterdam,
sector civiel, van 17 maart 2010 onder zaak-/rolnummer 344523/09-3612, waarbij die te
Rotterdam aanhangige procedure tussen Rico en Hairhold Lease B.V. wegens samenhang en
verknochtheid naar de rechtbank Dordrecht is verwezen, aanvankelijk naar de sector civiel,
maar na een door Hairhold Lease B.V. opgeworpen exceptie van onbevoegdheid naar de
sector kanton (vonnis rechtbank Dordrecht, sector civiel van 25 augustus 2010 zaak-
/rolnummer 87239/ HA ZA 10-2442), aangezien de grondslag van die vordering
(operational lease) betreft.
1.4. Beide procedures kunnen formeel niet worden gevoegd, maar zij worden om
proces-economische redenen wel gezamenlijk behandeld. De akte van depot, die op de
kantonprocedure ziet, is om die reden ook in deze procedure ingebracht. Bovendien hebben
alle betrokken partijen er ter comparitie van 24 febuari 2011 mee ingestemd dat hun
verklaringen en alle processtukken, inclusief alle toekomstige processtukken uit beide
procedures in beide procedures worden gebruikt.
2. De feiten
2.1. [eiseres] exploiteerde een fitnesscentrum te St. Willebrord, dat
door haar bij overeenkomst van 13 november 2008 tegen 1 januari 2009 aan Fitnesscentrum
Rico B.V. i.o. is verkocht voor een bedrag van EUR 250.000,00.
2.2. [gedaagde 1], de latere aandeelhouder van Rico, vertegenwoordigde de B.V. i.o..
2.3. De koopovereenkomst omvat de gehele onderneming waaronder het ledenbestand,
de handelsnaam, de goodwill, een huurovereenkomst, de bedrijfsmiddelen en de inventaris.
2.4. Naast de in de aan de koopovereenkomst gehechte bijlage vermelde roerende zaken
zijn geen andere roerende zaken aan [gedaagden] verkocht.
2.5. Levering heeft per 1 januari 2009 plaats gevonden; Rico is op 29 december 2008
opgericht.
2.6. Artikel 4 van de koopovereenkomst luidt:”Verkoper is thans geen eigenaar van de
fitnessapparatuur, genoemd in artikel 1 en omschreven in de bijgevoegde staat in bijlage 1,
vanwege een lopende lease-overeenkomst tussen verkoper en Fitnesslease B.V. Verkoper zal
dientengevolge schriftelijk een onherroepelijke toestemming moeten krijgen van
FitnessLease B.V. om de genoemde apparatuur te kunnen verkopen aan koper. Een kopie
van deze schriftelijke toestemming zal worden aangehecht aan deze overeenkomst als
bijlage 6.”
2.7. [eiseres] heeft tot nu toe niet aan haar verplichtingen jegens
FitnessLease B.V. voldaan, waardoor de hiervoor genoemde bijlage 6 niet door
FitnessLease is verstrekt.
2.8. [gedaagden] hebben voor de financiering van de koop een leaseovereenkomst
(operational lease) gesloten met Hairhold voor de volledige koopsom van EUR 250.000,00.
2.9. Hairhold heeft dat bedrag aan een vennootschap P&A Sports B.V. te Wierden
betaald. P&A Sports heeft op haar beurt een bedrag van EUR 120.000,00 aan Van der
Linde-Kempees betaald.
2.10. De echtgenoot van [eiseres] is gedurende 6 jaar tot de datum van
het faillissement bij P&A Sports als accountmanager België werkzaam geweest.
2.11. P&A Sports (Nederland) is op 14 oktober 2009 in staat van faillissement verklaard.
2.12. [gedaagden] zijn hun betalingsverplichtingen jegens Hairhold steeds nagekomen.
83771 / HA ZA 09-2807
22 juni 2011
3
3. De vordering
3.1. [eiseres] vordert bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
eiseres te voldoen een bedrag van EUR 130.000,00 te vermeerderen met de wettelijke
(handels)rente vanaf 1 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening met hoofdelijke
veroordeling van [gedaagden] in de kosten van deze procedure, de proceskosten
veroordeling eveneens uitvoerbaar bij voorraad.
3.2. Zij legt hieraan ten grondslag dat de koopsom van EUR 250.000,-- slechts voor
EUR. 120.000,00 is betaald, terwijl [gedaagden] met Fit2Finance B.V. te Hengelo een
leaseovereenkomst voor EUR 250.000,-- heeft gesloten. Het bedrag van EUR 120.000,-- is
door P&A Sports B.V. aan [eiseres] betaald. [gedaagden] zal derhalve zijn
verplichting uit de koopovereenkomst tot betaling van het restant dienen na te komen.
4. Het verweer
4.1. Nadat met een door de echtgenoot van [eiseres] voorgestelde
leasemaatschappij Fit2Finance uit Hengelo, dochtermaatschappij van P&A Sports en op 11
november 2009 eveneens gefailleerd, geen leaseovereenkomst tot stand kwam, is
uiteindelijk een operational lease overeenkomst met Hairhold gesloten.
4.2. Ten onrechte is door Hairhold het gehele leasebedrag aan P&A Sports B.V.
betaald.
4.3. P&A Sports B.V. is in het geheel geen partij bij die leaseovereenkomst, noch
daarbij betrokken geweest.
4.4. [eiseres], steeds vertegenwoordigd door haar man Jeroen van der
Linde, is hiervan volledig op de hoogte, omdat van die zijde nota bene bemiddeld is bij de
totstandkoming van de overeenkomst met Hairhold.
4.5. [gedaagde 1] in privé is geen partij bij de koopovereenkomst en evenmin bestuurder
van Rico, zodat [eiseres] in haar vordering jegens hem niet ontvankelijk
dient te worden verklaard
4.6. [gedaagden] betwisten bij gebrek aan wetenschap dat [eiseres]
niet volledig is voldaan en opening van zaken wordt, ondanks verzoeken daartoe, door Van
der Linde-Kempees niet gegeven.
4.7. De geleverde goederen zijn blijkbaar nog steeds ook onderwerp van lease tussen
[eiseres] en Fitnesslease, maar ook daaromtrent geeft Van der Linde-
Kempees desgevraagd geen verdere informatie.
5. De beoordeling
5.1. [eiseres] legt aan haar vordering de niet nakoming van de
koopovereenkomst ten grondslag.
5.2. Ter comparitie heeft [eiseres] verklaard: “In artikel 4 van de
overeenkomst (….) staat vermeld dat een aantal goederen bij Fitness Lease was geleased. In
dat artikel is ook vermeld dat er schriftelijke toestemming van Fitness Lease voor het
vrijgeven van die goederen aan de overeenkomst zou worden gehecht. Dat is nog steeds de
bedoeling, maar dat kan pas nadat wij Fitness Lease de restant leasesom van EUR
40.000,00 ex btw hebben betaald. Wij hebben dat bedrag niet uit de ontvangen EUR
120.000,00 betaald, want we hadden nog meer schulden die voorrang genoten. Zodra de
restantkoopsom zou worden betaald zou Fitness Lease door ons zijn voldaan. Behalve de
83771 / HA ZA 09-2807
22 juni 2011
4
apparatuur zoals beschreven in bijlage 2 (ten onrechte in de koopovereenkomst bijlage 1
genoemd) hebben wij geen apparatuur verkocht.”
5.3. Uit de aan de overeenkomst gehechte lijsten kan worden opgemaakt dat het
overwegende gedeelte van de koopprijs bestaat uit apparatuur die blijkens artikel 4 van die
overeenkomst van een derde, namelijk Fitnesslease B.V., geleased is. Of door Van der
Linde-Kempees nog slechts EUR 40.000,00 aan Fitnesslease moet worden betaald, zoals zij
heeft aangevoerd is niet nader onderbouwd, maar ook niet belangrijk.
5.4. Uit de tekst van artikel 4 van de overeenkomst, luidende “Verkoper is thans geen
eigenaar van de fitnessapparatuur, genoemd in artikel 1 en omschreven in de bijgevoegde
staat in bijlage 1(…).” in samenhang met het door [eiseres] ter comparitie
verklaarde : “Behalve de apparatuur zoals beschreven in bijlage 2 (ten onrechte in de
koopovereenkomst bijlage 1 genoemd) hebben wij geen apparatuur verkocht.” staat vast
dat de gehele apparatuur (nog steeds) geen eigendom van [eiseres] is
geworden.
5.5. Hieruit volgt dat Van Der Linde-Kempees zelf niet heeft voldaan aan de in art. 4
van de koopovereenkomst opgenomen verplichting om haar eigendomsrechten te
garanderen door middel van een verklaring van Fitness Lease, zodat [gedaagden] en in het
verlengde daarvan Hairhold de eigendom van die apparatuur niet hebben verkregen, terwijl
[eiseres] al wel een bedrag van EUR 120.000,00 op de koopprijs heeft
ontvangen.
5.6. Er is geen enkele aanleiding om [eiseres] alsnog in de gelegenheid
te stellen een verklaring van Fitness Lease in het geding te brengen, omdat uit hetgeen ter
comparitie door haar is verklaard voldoende blijkt dat zij daartoe (nog) niet bereid is. Dat is
een keuze die voor haar risico komt. Bovendien heeft zij, indien zij na de comparitie toch
nog tot een andere opvatting hieromtrent zou zijn gekomen, niet de mogelijkheid benut om
die verklaring alsnog te bemachtigen en bij akte in het geding te brengen.
5.7. Het oordeel is dat [eiseres] onvoldoende aan haar stelplicht heeft
voldaan die haar vordering had behoren te onderbouwen, zodat de vordering zal worden
afgewezen. Hierbij weegt mee dat [eiseres] in de dagvaarding een achteraf
gebleken foutieve leasemaatschappij (Fit2Finance B.V.) heeft genoemd en een niet ter zake
doende leaseovereenkomst mede aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd.
5.8. Zelfs indien Van Der Linde-Kempees wel aan haar stelplicht zou hebben voldaan,
zou de vordering niettemin afstuiten op de door Van Der Linde-Kempees zelf toegegeven
omstandigheid, dat zij geen eigenaar van het geleverde was en derhalve
beschikkingsonbevoegd was.
5.9. Van Der Linde-Kempees zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van
de procedure worden veroordeeld, waarbij de akte van depot en de antwoordakte van
[gedaagde 1], die op Hairhold betrekking hebben buiten beschouwing zijn gelaten. De kosten
in het vrijwaringsincident worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij de eigen
kosten draagt. De door [gedaagden] gevorderde beslagkosten wegens beslag onder
Hairhold vallen buiten het bestek van deze procedure.
83771 / HA ZA 09-2807
22 juni 2011
5
6. De beslissing
De rechtbank
6.1. wijst de vordering af en veroordeelt [eiseres] in de kosten aan vast
recht EUR 1.185,00 en EUR 2.842,00 aan kosten procesadvocaat, alsmede in de kosten die
na dit vonnis zullen ontstaan, begroot op EUR 131,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen,
onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de
veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een
bedrag van EUR 68,-- aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente over deze
(na)kosten te rekenen vanaf het tijdstip van verzuim;
6.2. compenseert de proceskosten in het incident in dier voege dat iedere partij de eigen
kost draagt;
6.3. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 22 juni
2011.