4. De beoordeling
4.1. Blijkens de dagvaarding laat de Bouwcombinatie het aan de Gemeente Dordrecht en de rechtbank over “om te bezien of deze suggestie met proceseconomische redenen wordt gevolgd.”, daarmede doelende op de door haar gekozen procesrichting om vooralsnog alleen de uitleg van het bestek en de berekenmethodiek aan de orde te stellen.
Bij conclusie van antwoord heeft de Gemeente Dordrecht er geen misverstand over laten bestaan, dat zij die gekozen weg niet wenst in te slaan. Nu de Gemeente Dordrecht deze wijze van procederen heeft afgewezen komt deze keuze geheel voor rekening en risico van de Bouwcombinatie.
4.2. Ter onderbouwing van haar op de overschrijding van hoeveelheden gebaseerde vordering heeft de Bouwcombinatie bij dagvaarding (prod. 4) een aantal overzichten overgelegd, die rekenkundig op het gevorderde bedrag van EUR 479.121,50 uitkomen. Of de Bouwcombinatie vooralsnog slechts voor deze lijst heeft gekozen, vanwege haar andere keuze om niet de berekeningen, maar slechts de methodiek ter beoordeling voor te leggen lijkt aannemelijk. Naar het oordeel van de rechtbank is deze productie 4 bepaald onvoldoende om de vordering te onderbouwen.
4.3. Immers bevat die lijst vrijwel uitsluitend hoeveelheden en percentages. Waar door de Bouwcombinatie voor wapeningsnetten is gekozen in plaats van voor losse staven is dat weliswaar aangegeven, maar de reden daarvoor is onvermeld gebleven, terwijl het bestek toch onmiskenbaar losse staven voorschrijft.
4.4. Dit geldt ook voor het door de Bouwcombinatie ter comparitie gestelde ter zake speciale opdracht(en) van de constructeur. In de dagvaarding is daar niet, althans zeker niet concreet over gerept (zie slechts nr 23). De Bouwcombinatie heeft ter comparitie hierover het volgende betoogd: “Daar waar wij zijn afgeweken van losse staven is dat in opdracht van de constructeur geschied. Wij bieden daarvan bewijs aan. Er zijn 150 tekeningen waarop is aangegeven waar losse staven en waar netten konden worden gebruikt. (…).”
Uit de bij dagvaarding overgelegde overzichten is deze stelling echter niet te destilleren.
Naar de tekeningen is in de dagvaarding niet verwezen, terwijl daaruit blijkbaar de stelling te putten zou zijn.
4.5. De Bouwcombinatie heeft ter comparitie verklaard: “ De onderbouwing van de overschrijding van het staal is belichaamd in een drietal ordners, die de Gemeente al lang heeft, maar die in deze procedure om practische redenen niet zijn ingebracht.”
Ook hier heeft de Bouwcombinatie geen moeite genomen om deze stelling eerder dan ter comparitie duidelijker naar voren te brengen, noch om die stelling ten behoeve van de comparitie nader uit te werken, wat zeker van belang zou zijn geweest, al was het maar om inzicht te geven in welke gevallen de constructeur volgens de Bouwcombinatie die opdrachten zou hebben gegeven, wat weer een reactie van de zijde van de Gemeente Dordrecht had kunnen opleveren.
4.6. Begrijpelijk is evenmin, behalve dan vanuit de door de Bouwcombinatie gemaakte keuze om het geschil etappegewijs te willen voorleggen (wat overigens uit het petitum van de dagvaarding niet blijkt), waarom er niet voor is gekozen om die ordners op te vragen, opdat die op zijn minst ter comparitie een rol hadden kunnen spelen. De Gemeente zou dan ook meer inzicht hebben gekregen in hetgeen de Bouwcombinatie met haar stellingen beoogde.
4.7. Ter comparitie heeft de Bouwcombinatie desgevraagd verklaard: “In het geval van de wanden hebben wij er voor gekozen om netten te gebruiken, maar dat hebben we gecorrigeerd. U vraagt ons of daarbij dan ook de arbeidsbesparing is meebetrokken, maar dat is niet het geval. De kraankosten en het vervoer waren echter weer duurder, wat een compensatie met de arbeidsbesparing opleverde.”
In de door de Bouwcombinatie overgelegde overzichten echter is dit evenmin verwerkt.
De Bouwcombinatie heeft ook hier onvoldoende onderbouwd waarop haar eis nu exact is gebaseerd.
4.8. De Bouwcombinatie heeft ter comparitie alsnog meer gespecificeerd bewijs aangeboden. De rechtbank is van oordeel dat dit in het onderhavige geval tardief is, aangezien de Bouwcombinatie, zoals hierboven uitvoerig is overwogen, haar stelplicht heeft verzaakt, zodat aan een bewijsopdracht niet kan worden toegekomen.
4.9. De rechtbank ziet het niet anders dan dat de Bouwcombinatie er op was gericht om aanvankelijk slechts een uitspraak te verkrijgen omtrent uitleg bestek en de berekeningsmethodiek, waarbij zij heeft verzuimd al hetgeen aan te voeren wat voor de volledige procedure (conform het petitum van de dagvaarding) gesteld behoorde te worden, teneinde de Gemeente Dordrecht in de gelegenheid te stellen op alle voor de volle procedure relevante feiten en omstandigheden in te gaan en verweer te voeren. Die mogelijkheid heeft de Gemeente Dordrecht niet gekregen. Zelfs ondanks een comparitie is nog veel onbelicht gebleven
4.10. De vordering zal derhalve worden afgewezen en de Bouwcombinatie zal in de proceskosten worden veroordeeld.
4.11. De door de Gemeente Dordrecht gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen, aangezien het hier vermogensschade betreft, die slechts in reconventie kan worden gevorderd.