ECLI:NL:RBDOR:2011:BQ7153

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
17 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-710798-09
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige kinderen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 17 mei 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met vier van zijn zeven minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vier kinderen door de politie zijn gehoord in zogenaamde studioverhoren. De verklaring van de oudste dochter was onvoldoende concreet en vertoonde innerlijke tegenstrijdigheden. De oudste zoon had aanvankelijk een belastende verklaring afgelegd, maar kwam daar later op terug. De andere twee kinderen hebben tijdens hun verhoor niet over ontuchtige handelingen van hun vader verklaard. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van derden in het dossier onvoldoende steun vinden in de verklaringen van de kinderen zelf.

De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 3 mei 2011, waarbij de officier van justitie, mr. J. Spaans, en de raadsman van de verdachte, mr. M.R. Dill, hun standpunten hebben gepresenteerd. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor de tenlastegelegde feiten en heeft vrijspraak gevorderd. De verdediging heeft zich hierbij aangesloten en heeft ernstige twijfels geuit over de verklaringen van de kinderen en pleegouders, die voornamelijk op horen zeggen zijn gebaseerd.

Na zorgvuldige overweging van het bewijs heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende overtuiging is dat de verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen van ontucht met zijn minderjarige kinderen. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 11/710798-09 [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 mei 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1975],
wonende te [adres en woonplaats],
hierna: verdachte.
Raadsman mr. M.R. Dill, advocaat te Hendrik-Ido-Ambacht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 3 mei 2011, waarbij de officier van justitie mr. J. Spaans, de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2008 te Alblasserdam ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige kinderen, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4].
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
Mr. J. Spaans acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde handelingen heeft gepleegd en heeft daartoe het volgende gesteld. Er is namens de Stichting Gereformeerde Jeugdzorg aangifte gedaan en er is een vermoeden van seksueel misbruik ontstaan naar aanleiding van uitspraken door de kinderen van verdachte tegen hun afzonderlijke pleegouders en het gedrag dat zij bij de pleegouders vertoonden.
Een tijd later heeft de pleegmoeder van [slachtoffer 1], [pleegmoeder slachtoffer 1], verklaard dat [slachtoffer 1] tegen haar heeft verteld dat hij heeft gelogen en dat zijn geheim, betreffende het seksueel misbruik door verdachte, niet waar was. Bovendien is er een deskundigenrapport opgesteld door mw. Vink, waarin zij oordeelt dat de kans dat er geen seksueel misbruik heeft plaatsgevonden groter is dan de kans dat het wel heeft plaatsgevonden. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en sluit zich aan bij het requisitoir van de officier van justitie. De verdediging heeft ernstige twijfels aan de inhoud van de verklaringen van de kinderen van verdachte en de verklaringen van de pleegouders, omdat deze van horen zeggen zijn. Bovendien wijst de verdediging op de conclusies in het rapport van de deskundige mw. Vink, dat ook door de officier van justitie is aangehaald. Op basis van het voorgaande dient verdachte volgens de verdediging te worden vrijgesproken.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt het volgende vast. Alle vier de kinderen, genoemd in de tenlastelegging zijn door de politie gehoord in zogenaamde studioverhoren. De bij die gelegenheid afgelegde verklaring van dochter [slachtoffer 2] is ten aanzien van eventuele ontuchtige handelingen van verdachte naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concreet en op onderdelen innerlijk tegenstrijdig. [slachtoffer 1] heeft weliswaar een voor verdachte in grote lijnen belastende verklaring afgelegd, maar is daar bij monde van zijn pleegmoeder weer op teruggekomen. De andere twee kinderen hebben bij hun verhoor niet verklaard over ontuchtige handelingen van hun vader.
De verklaringen van de pleegmoeders, die hun informatie hebben verkregen uit het zelf bevragen van de kinderen en mogelijk - zo valt althans niet uit te sluiten - deels ook uit hun onderlinge contacten, vinden onvoldoende steun in de (studio-)verhoren van de kinderen. Verdachte heeft de vermeende ontucht met zijn kinderen altijd ontkend.
Gelet op dit alles heeft de rechtbank niet de overtuiging gekregen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank zal hem daarvan vrijspreken.
5 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. van Walree voorzitter, mr. G.J. Schiffers-Hanssen,
mr. A.M.G. van de Kragt, rechters, in tegenwoordigheid van L. Koppenaal, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2011.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
1 mei 2005 tot en met 30 april 2008 te Alblasserdam
meermalen, althans eenmaal, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn
minderjarig(e) kind(eren),
- [slachtoffer 1], geboren op [1999] en/of
- [slachtoffer 2], geboren op [2001] en/of
- [slachtoffer 3], geboren op [2002] en/of
- [slachtoffer 4], geboren op [2003],
bestaande die ontucht hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- de schaamstreek en/of vagina en/of penis en/of hals/nek en/of schouders
en/of buik en/of billen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft betast en/of bevoeld en/of gestreeld
en/of gelikt en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft getongzoend
en/of op het lichaam (nek en/of hals en/of buik) en/of in het gezicht van
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gezoend en/of
- de onderbroek van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft laten uittrekken
en/of
- op het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] is gaan en/of blijven
liggen en/of
- met zijn, verdachtes (stijve) penis "rijdende bewegingen" tegen het lichaam
(billen en/of schaamstreek en/of vagina) en/of in/in de richting het gezicht
van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
heeft gemaakt,
althans zijn, verdachtes, (stijve) penis tegen het lichaam (billen en/of
schaamstreek en/of vagina) en/of in/in de richting van het gezicht van die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft geduwd
en/of gebracht
- zijn, verdachtes, (stijve) penis door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft laten vastpakken en/of betasten,
en/of
- zich met zijn, verdachtes, (stijve) penis in de onmiddellijke
nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] heeft begeven en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft
gedwongen om naar zijn, verdachtes, (stijve) penis te kijken, althans zijn,
verdachtes, (stijve) penis aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft getoond en/of
- die [slachtoffer 1] (aan) zijn, verdachtes, penis heeft laten likken en/of zuigen;
Parketnummer: 11/710798-09
Vonnis d.d. 17 mei 2011