1. De feiten in conventie en in reconventie
1.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
1.2 In 2006 zijn partijen een overeenkomst, ingaande 11 december 2006, aangegaan waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de functie van Manager Purchase (Europe) auto’s inkocht, welke door J&K weer verder werden doorverkocht. In een hiervan opgemaakt en door partijen ([J&K] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie]) ondertekend schriftelijk stuk is – voor zover relevant – het volgende opgenomen:
Samenwerkingscontract tussen [J] & [K] GmbH en [eiser in conventie, verweerder in reconventie], [adres]. (…) Jij factureerd via je Nederlandse bv aan [J]&[K] GmbH. Facturatie nadat de auto is uitgeleverd aan klant.
1.3 [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zocht op naam en voor rekening van J&K auto’s bij leveranciers. J&K plaatste de definitieve order bij de leverancier. De facturen en leveringen van de auto’s gingen rechtstreeks naar J&K. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] liep geen eigen commercieel risico wat betreft de betaling van deze (ingekochte) auto’s. Tussen J&K en de desbetreffende leverancier kwam rechtstreeks een overeenkomst tot stand. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was in het bezit van een visitekaartje van J&K, dat hij bij de leveranciers kon afgeven. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was vrij in het bepalen van de leveranciers die hij bezocht. Het werkgebied van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was voor het grootste gedeelte geconcentreerd in Europa, met Nederland als grootste werkgebied.
1.4 Na een stilzwijgende verlenging is de overeenkomst tussen partijen op 28 maart 2009 voor onbepaalde tijd verlengd.
1.5 Ter beloning van de werkzaamheden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn partijen provisie overeengekomen. Mondeling is in 2006 tussen partijen een voorschotprovisie per maand van € 2.500,00 overeengekomen. In maart/april 2009 is dit verhoogd naar € 7.500,00. In januari 2010 is in overleg met [naam] van J&K € 2.500,00 overeengekomen. Voor februari 2010 en maart 2010 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zelf de voorschotprovisie in zijn facturen gesteld op € 5.000,00.
1.6 Naast provisie is tussen partijen een onkostenvergoeding overeengekomen ter zake van auto-, telefoon- en reiskosten.
1.7 In een e-mail d.d. 17 februari 2010 met betrekking tot een “Regelung mit [eiser in conventie, verweerder in reconventie]” is – voor zover relevant – het volgende opgenomen:
“Guten Morgen Herr [J], Guten Morgen Herr [eiser in conventie, verweerder in reconventie], anbei nun die zusammenfassenden Inhalte der Vereinbarung mit Ihnen, Herrn [eiser in conventie, verweerder in reconventie]:
zu den Zahlungen
• sofortige Zahlung von 15 t€
• nächste Woche weitere 5t€
• danach Differenz zur Endsumme X € (von [naam] zu ermitteln)
Rahmenbedingungen
(…)
• Grundsätzliche Regelung 0,5 % vom Nettoeinkaufspreis der Fahrzeuge, mindestens 50 €
• Bei “Sondergeschäften”mit außergewöhnlich guten Konditionen werden Einzelabsprachen getroffen (0,75 %), direkt zwischen Herrn [J] und Herrn [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als Einzelfallvereinbarung
(…)
• Mtl. werden 850 € an Fahrzeugkostenpauschale gezahlt
• Telefonkosten werden nach Einzelnachweis bezahlt
(…)
• Abrechnung erfolgt ab März 2010 immer zum 15. des Folgemonats anhand der ausgelieferten Fahrzeuge, die auch bezahlt sind (hier entsteht der Bonianspruch), als Gegenleistung erhält Herr [eiser in conventie, verweerder in reconventie] sein Geld dann auch pünktlich, und nicht erst Monate später
(…)
1.8 [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is directeur / enig aandeelhouder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beleggingsmaatschappij Carva B.V. (hierna: Carva). Carva houdt kantoor te [plaatsnaam]. Via zijn gewone verblijfplaats in [plaatsnaam] en het kantooradres van Carva te [plaatsnaam] heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tal van werkzaamheden voor J&K verricht. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] factureerde zijn werkzaamheden via Carva.
1.9 In een e-mail van [J] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] d.d. 6 april 2010 is het volgende opgenomen:
Hallo [voornaam eiser in conventie, verweerder in reconventie], ich habe alle Unterlagen an useren Rechtsanwalt Herrn [naam] weiter geleitet. Der wird sich in Kürze mit Dir in Verbindung setzen. Des weiteren habe ich heute morgen [naam] über Dein Vorgehen und Verhalten informiert sowie alle Unterlagen als Beweis vorgelegt. [Naam] war erstaunt und zugleich auch sauer über Dein Verhalten zum Schaden von J&K. Alle anderen Lieferanten werde ich auch noch über Deine Machenschaften informieren. Gruss [naam]
1.10 De gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een aangetekende brief d.d. 20 april 2010 aan J&K verzonden waarin- voor zover relevant – het volgende is vermeld:
Geachte heer [J], Tot mij wendde zich de heer [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met het verzoek zijn belangen te behartigen in de onderhavige kwestie. Op grond van “dringende redenen”, zoals genoemd in boek 6 artikel 439 van het Nederlandse Burgerlijke Wetboek, deel ik u mede dat mijn cliënt de tussen [J & K] Automobile GmbH (hierna: J&K) en hem bestaande (agentuur)overeenkomst, gesloten op 21 december 2006 en sedertdien verlengd op 25 maart 2009 respectievelijk op 16 februari 2010 per direct opzegt. Cliënt voert voor deze opzegging de volgende gronden aan:
1. Niet-nakoming afspraken
Op 16 februari 2010 zijn – door het vertrek van de heer [K] – de bestaande afspraken tussen partijen nog eens bekrachtigd. Ten aanzien van de afspraak dat cliënt, net als in de periode daarvoor, een vergoeding zou ontvangen voor reis-, telefoon- en autokosten, bent u tot op heden tekortgeschoten in de nakoming daarvan. (…)
2. Niet/te laat betalen
(…) Momenteel heeft mijn cliënt per 1 april 2010 nog te vorderen van u € 22.942,77, bestaande uit nabetalingen, alsmede de betaling van provisie en onkosten over de maand maart. (…)
3. Ondermijning positie de heer [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
Buiten het medeweten om van mijn cliënt maakt u afspraken met contacten van mijn cliënt, bijvoorbeeld met de heren [naam] en [naam]. (…)
4. Belediging
Op grond van een e-mail aan mijn cliënt waarin u stelt dat er “een huisverbod geldt voor die kleine dikke” voelt mijn cliënt zich in zijn eer en goede naam aangetast. (…)
5. Eerdere onderhandelingen afkoopsom
Naar aanleiding van een telefoongesprek tussen partijen op 1 april 2010, waarin de beëindiging van de samenwerking van partijen is besproken, doet mijn cliënt vervolgens in zijn e-mail aan u een voorstel om met een afkoopsom uit elkaar te gaan. Dit heeft tot op heden slechts geleid tot een kwetsende reactie van uw zijde waarin u uw voornemen openbaart om alle leveranciers/klanten op de hoogte te stellen van het “Machenschaften” van mijn cliënt. Mijn cliënt voelt zich andermaal door u aangetast in zijn eer en goede naam.
De genoemde omstandigheden zijn van zodanige aard dat van mijn cliënt redelijkerwijs niet meer kan worden gevergd de overeenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten. Nu er voor cliënt geen werkbare situatie meer bestaat, laat u hem geen andere keus dan deze overeenkomst zonder uw toestemming zonder de eerbiediging van haar duur en zonder de inachtneming van de wettelijke opzeggingstermijn per direct te beëindigen. (…)