ECLI:NL:RBDOR:2010:BO1777

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
11 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/91
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag en teruggave van in beslag genomen voorwerpen in het kader van rechtshulpverzoek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht, betreft het een klaagschrift van twee rechtspersonen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. G.J.K. Elsen, die teruggave van in beslag genomen voorwerpen en digitale bestanden verzochten. Het klaagschrift werd ingediend op 5 maart 2010 en op 27 september 2010 behandeld in raadkamer. De officier van justitie, mr. P.T.R. Bliek, was ook aanwezig en stelde dat het beslag voortgezet moest worden in het belang van de strafvordering. De rechtbank oordeelde dat er een nadere selectie van de in beslag genomen voorwerpen en gegevens moest plaatsvinden, uitgevoerd door de rechter-commissaris met inschakeling van de Rijksrecherche. Dit was noodzakelijk voor een goede oordeelsvorming omtrent de verlofverlening in het kader van het rechtshulpverzoek van de Republiek Mauritius. De rechtbank benadrukte dat de Rijksrecherche zich uitsluitend met de rechter-commissaris diende te verstaan en dat het proces-verbaal van de selectie gedetailleerd moest zijn, zodat alle procespartijen hun standpunten konden baseren op de selectie.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector Strafrecht
Meervoudige raadkamer
Registratienummer: 10/91
Uitspraakdatum: 11 oktober 2010
beschikking (artikel 552a Wetboek van Strafvordering)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 5 maart 2010 is op de griffie van de rechtbank Dordrecht ingekomen een klaagschrift, gedateerd 5 maart 2010 van mr. G.J.K. Elsen advocaat, gemachtigde van:
[BEDRIJFSNAAM 2] EN [BEDRIJFSNAAM 2], klaagsters,
gevestigd te [adres en plaats],
te dezer zake domicilie kiezende 2514 JR 's-Gravenhage, Sophialaan 9 ten kantore van mr. G.J.K. Elsen, advocaat.
Het klaagschrift strekt -kort gezegd- tot opheffing van het onder [bedrijfsnaam 2] gelegde beslag, met last tot teruggave aan klaagsters van de stukken en voorwerpen die onder klaagsters in beslag zijn genomen.
Op 27 september 2010 is dit klaagschrift op een openbare zitting in raadkamer behandeld.
Voor klaagsters zijn verschenen en gehoord mr. G.J.K. Elsen en dr. mr. P.M. van Russen Groen, advocaten te 's-Gravenhage. Tevens was aanwezig en is gehoord de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek.
Gelijktijdig waren op deze zitting aan de orde:
- een vordering op grond van artikel 552p, tweede lid Sv. Zij is afkomstig van de officier van
justitie en betreft het inbeslaggenomene. Zij strekt ertoe dat de rechtbank verlof verleent om
het inbeslaggenomene ter beschikking te stellen van de (rechtshulp)officier van justitie, gelet
op rechtshulpverzoeken van de Republiek Mauritius en met inachtneming van het hier
toepasselijke Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie;
- drie klaagschriften, ingediend door of namens de belanghebbenden A.S. Kok, P. Boer en mr.
P.T.R. Bliek, officier van justitie, op grond van artikel 552a Sv. Zij zijn ingediend vanwege
(rechts)personen onder wie beslag is gelegd (hierna: de beslagenen). Voor hen verschenen in
de respectieve zaken: mr. M.J. Smit, advocaat te Dordrecht, mr. D.S. Schreuders, advocaat te
Amsterdam en de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek.
Er is proces-verbaal opgemaakt van wat ter zitting plaatsvond en de inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd. De rechtbank heeft op de zitting beschikt dat de behandeling van, kort gezegd, de verlofvordering wordt aangehouden en bepaald dat op de klaagschriften die vanwege beslagenen zijn ingediend, op 11 oktober 2010 wordt beschikt met uitzondering van het klaagschrift van de officier van justitie waarin de rechtbank terstond beschikking heeft gewezen.
2. Beoordeling
Standpunt klaagsters
Namens klaagsters is onder meer aangevoerd dat het beslag zich dient te beperken tot materiaal dat betrekking heeft op de feiten ten aanzien waarvan een verdenking bestaat dat een strafbaar feit is begaan zoals aangeduid in het rechtshulpverzoek, zoals verwoord in de artikelen 94 Sv en 125j Sv.
In casu is er een enorme hoeveelheid informatie in beslag genomen, welke niets van doen heeft met het project op Mauritius, waaronder files van andere projecten. Het vrijkomen van deze informatie kan grote gevolgen hebben voor de concurrentiepositie en de marktpositie van klaagsters en de overkoepelende N.V. waar klaagsters onderdeel van uit maken. De in beslag genomen informatie betreft tevens een aanzienlijke hoeveelheid privédocumenten. Ook deze informatie heeft niets met het project op Mauritius van doen. Al deze niet relevante informatie is zonder strafvorderlijke grondslag en dus onrechtmatig in beslag genomen. Daarnaast is er geen strafvorderlijk belang om deze informatie in beslag te houden.
Er dient derhalve eerst een selectie plaats te vinden van het beslag.
Nu het beslag is gelegd in het kader van het rechtshulpverzoek, dient de selectie plaats te vinden door de rechter-commissaris, al dan niet door een tijdelijke afgifte van het beslag aan de Rijksrecherche, in aanwezigheid van en met inbreng van de raadsman. In geen geval dient het beslag ter beschikking van de officier van justitie te worden gesteld, nu dit in strijd met het bepaalde in artikel 552p, tweede lid Sv zou zijn.
Namens klaagsters is derhalve verzocht:
- tot teruggave van de in beslag genomen goederen, althans tot teruggave van de in beslag genomen goederen voor zover deze niet direct betrekking hebben op de specifieke onderzoeksvragen zoals verwoord in het Mauritiaanse rechtshulpverzoek;
- de rechter-commissaris te verbieden de in beslag genomen voorwerpen aan de officier van justitie - al dan niet door afgifte aan de Rijksrecherche- te verstrekken voordat de raadkamer op voet van het bepaalde in artikel 552p Sv daartoe verlof heeft verleend.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard.
Er dient nog een nadere selectie plaats te vinden van de inbeslaggenomen bestanden, zodat alsdan kan worden vastgesteld welke informatie betrekking heeft op de onderzoeksvragen zoals verwoord in het Mauritiaans rechtshulpverzoek.
Het belang van strafvordering vordert nochtans de voortzetting van het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van een vordering naar aanleiding van de in haar handen gestelde Mauritiaanse rechtshulpverzoeken heeft de rechter-commissaris beslag gelegd. Dit beslag berust op grond van artikel 552p, tweede lid Sv onder haar in afwachting van verkregen verlof van de rechtbank. Het is de rechtbank ambtshalve - zij verwijst naar het procesverloop dat onder 1 is weergegeven - bekend dat dergelijk verlof niet is verleend. De behandeling van de vordering daartoe is immers aangehouden.
Tot op heden heeft geen nadere selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers, waaronder de privébestanden van klager, plaatsgevonden.
De rechtbank is van oordeel dat het voor een behoorlijke oordeelsvorming noodzakelijk is dat eerst door de rechter-commissaris, middels inschakeling van de Rijksrecherche, een nadere selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers wordt gemaakt.
Derhalve zal de rechtbank de stukken in handen van de rechter-commissaris stellen. Zij kan de Rijksrecherche inschakelen ter (nadere) selectie van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers, mits deze een zodanig gedetailleerd proces-verbaal van voornoemde selectie opmaakt dat de rechtbank en de procespartijen hier hun standpunten omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers op kunnen baseren.
Tevens dient de Rijksrecherche zich omtrent de feitelijk in haar handen zijnde voorwerpen/gegevens(dragers) uitsluitend met de rechter-commissaris te verstaan en uitsluitend aan haar het proces-verbaal van de nadere selectie te verstrekken, waardoor de officier van justitie niet in strijd met artikel 552p, tweede lid Sv over voornoemd beslag zal kunnen beschikken.
De rechtbank wijst het verzoek van de raadsman om daarbij namens klager aanwezig te mogen zijn af nu het aan de rechter-commissaris is, al dan niet middels in schakeling van de Rijksrecherche, een nadere selectie te maken.
3. Beslissing
De rechtbank:
- heropent het gesloten onderzoek ter terechtzitting;
- schorst het onderzoek in deze zaak voor onbepaalde tijd en verwijst de zaak naar de
rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde
een nadere selectie te (laten) maken van de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale
bestanden/gegevensdragers. Bepaalt dat voornoemde selectie middels inschakeling van de
Rijksrecherche plaats kan vinden waarbij:
o het proces-verbaal van voornoemde nadere selectie zodanig gedetailleerd dient te worden opgemaakt dat de rechtbank en de procesdeelnemers hier hun standpunten omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen en digitale bestanden/gegevensdragers op kunnen baseren, welk proces-verbaal binnen drie maanden na vandaag (voor 11 januari 2011) bij de rechtbank en de procesdeelnemers bekend moet zijn;
o de Rijksrecherche zich omtrent de feitelijk in haar handen zijnde voorwerpen/gegevens(dragers) uitsluitend met de rechter-commissaris dient te verstaan en uitsluitend aan haar het proces-verbaal van de nadere selectie te verstrekken.
- beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum in de tweede
helft van januari of de eerste helft van februari 2011 zal worden hervat gelijktijdig met de
behandeling van de klaagschriften onder de registratienummers 10/30,10/131 en 10/132 en
aan te brengen bij een kamer bij voorkeur samengesteld uit de mrs. Van der Lugt, Waals en
Van Laanen;
- beveelt de oproeping van klaagsters en hun raadslieden mr. G.J.K. Elsen en dr. mr. P.M. van
Russen Groen en de belanghebbenden A.S. Kok, P. Boer en hun respectieve raadslieden mr.
M.J. Smit en mr. D.S. Schreuders en de officier van justitie mr. P.T.R. Bliek tegen het
tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter, mr. M.A. Waals en mr. F. van Laanen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.I. van der Hoek, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2010.
Mr. F. van Laanen is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen