ECLI:NL:RBDOR:2010:BO1719
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een nalatenschap met onverdeelde bestanddelen en nietige verdeling
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht werd behandeld, betreft het de verdeling van de nalatenschap van de overleden erflaatster, die op 18 augustus 2007 is overleden. De erflaatster had drie kinderen, te weten eisers en gedaagde, die bij gebreke van een testament de enige erfgenamen zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap, gezien de beperkte omvang, door de rechtbank zelf zal worden verdeeld. Dit besluit is genomen omdat een deel van de nalatenschap al feitelijk tussen twee van de drie deelgenoten was verdeeld, wat resulteerde in een nietige verdeling.
Eisers vorderden dat het resterende deel van de nalatenschap zou worden vastgesteld, bestaande uit de saldi op twee bankrekeningen. Gedaagde vorderde in reconventie de benoeming van een notaris en een onzijdig persoon voor de verdeling van de nalatenschap, maar gaf aan geen bezwaar te hebben tegen een rechterlijke verdeling. De rechtbank oordeelde dat, gezien de omstandigheden, het in het belang van alle partijen was dat de rechtbank de verdeling zelf vaststelde.
De rechtbank concludeerde dat eisers zonder medewerking van gedaagde een bedrag uit de nalatenschap hadden opgenomen en reeds onderling hadden verdeeld, wat leidde tot een nietige verdeling. De rechtbank stelde de verdeling vast, waarbij ieder der deelgenoten een derde deel van de saldi van de bankrekeningen toekwam, met inachtneming van de reeds ontvangen bedragen door eisers. De vordering van eisers tot verklaring voor recht werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 20 oktober 2010.