parketnummer: 11/710602-10 [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 augustus 2010
[verdachte],
geboren [in 1968],
wonende te [adres en woonplaats],
(hierna te noemen: verdachte).
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 27 juli 2010, waarbij de officier van justitie mr. M.H.A. Paapen en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 maart 2008 tot en met 8 juli 2009 te Papendrecht bestanden met kinderpornografische afbeeldingen, heeft verspreid en in bezit gehad.
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad. Zij baseert dat standpunt op het proces verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2008, waaruit blijkt dat viat het IP-adres van verdachte op 20 maart 2008 kinderpornografische bestanden werden aangeboden en voorts de bekennende verklaring van verdachte bij de politie en ter terechtzitting.
Op de gegevensdragers die zijn meegenomen voor onderzoek uit de woning van verdachte zijn geen kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. De verklaring hiervoor is dat verdachte de computer die in beslag is genomen pas per december 2008 in gebruik had en dat hij de aangeboden bestanden had gedownload met de computer die hij vóór december 2008 had.
De officier van justitie acht niet bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid.
4.2 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 20 maart 2008 te Papendrecht, gegevensdragers
bevattende afbeeldingen, te weten een computer en
harddisks, telkens heeft verspreid en in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het vaginaal en/of oraal penetreren/binnendringen met de penis en/of
vinger door een volwassen man/een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die de leeftijd
van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt
(onder meer [bestandsnaam 1]
- het door een volwassen man ejaculeren op het lichaam van een persoon die
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(onder meer [bestandsnaam 2]
- het strelen van de vagina van (een) perso(o)n(en) die
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt
(onder meer [bestandsnaam 3]
- het laten likken van de vagina van een vastgebonden persoon die de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een hond
(onder meer [bestandsnaam 4].
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft haar oordeel gebaseerd op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 27 juli 2010;
- het proces-verbaal d.d. 21 juli 2008 (onderzoek naar aanleiding van een rapport van de federale politie van Brazilië);
- het proces-verbaal d.d. 24 september 2008 (beschrijving videobestanden).
De rechtbank volstaat met een opsomming van de bewijsmiddelen, omdat verdachte de primair ten laste gelegde feiten heeft bekend, en de situatie van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich voordoet.
Nadere overwegingen ten aanzien van het bewezenverklaarde
Het bezitten en verspreiden
Verdachte heeft verklaard dat hij bestanden upload en download via het programma [programmanaam]. Verdachte heeft één harde schijf op zijn computer gedeeld in een C- en een D-schijf. Hij heeft een downloadmap aangemaakt op de D-schijf. Hij heeft zijn downloadmap gedeeld met de software van het programma [programmanaam]. De bestanden die verdachte heeft gedownload deelde hij dus ook met anderen zolang deze bestanden op die map stonden.
Naar vaste jurisprudentie aanvaardt men, door op de wijze als bovenomschreven bestanden met kinderporno te downloaden en deze gedownloade bestanden gedurende enige tijd in een (vrij toegankelijke) gedeelde map te laten staan, en derhalve de kring van degenen die kennis (kunnen) nemen van afbeeldingen als hier bedoeld te vergroten, welbewust de aanmerkelijke kans dat dergelijke bestanden verspreid zouden kunnen worden als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Dat ook daadwerkelijk kinderpornografische afbeeldingen zijn verspreid, ondanks de verklaring van verdachte dat hij de kinderpornografische bestanden na het bekijken ervan in de prullenbak van zijn computer heeft verplaatst, blijkt uit het feit dat de federale politie van Brazilië op 20 maart 2008 minimaal 10 kinderpornografische afbeeldingen door middel van het programma [programmanaam] heeft gedownload uit de gedeelde map op de computer van verdachte. Nu het hier ging om meerdere afbeeldingen, moet dit worden gekwalificeerd als verspreiden, meermalen gepleegd.
De periode
Op 8 juli 2009 is bij verdachte thuis een onderzoek ingesteld door de politie inzake het vermoedelijk bezit van gegevensdragers bevattende kinderpornografische afbeeldingen. Er zijn onder meer drie harde schijven van verdachte meegenomen voor onderzoek. Bij dit onderzoek zijn geen bestanden van kinderpornografische aard aangetroffen op deze schijven.
Verdachte heeft verklaard dat hij zijn huidige computer sinds december 2008 in gebruik heeft. Op de vraag van de verbalisanten of verdachte tussen maart 2008 en december 2008 gebruik heeft gemaakt van andere apparatuur, antwoordde verdachte dat de drie harde schijven die de verbalisanten hebben meegenomen de enige harde schijven zijn die verdachte heeft gebruikt. Zijn computer is niet gecrasht en er is ook niets anders mee gebeurd. Daarnaast heeft verdachte verklaard nooit enige verwijdersoftware te hebben gebruikt.
Gelet hierop en nu uit geen ander bewijsmiddel is gebleken van een verklaring van het feit dat geen kinderpornografisch materiaal bij verdachte is aangetroffen, acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte in de periode vóór en na 20 maart 2008 kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad, dan wel heeft verspreid.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN, VERSPREIDEN EN IN BEZIT HEBBEN, MEERMALEN GEPLEEGD.
6 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van wat zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt het volgen van een behandeling bij Forensische Polikliniek Het Dok.
7.2 Het standpunt van de verdachte
Verdachte heeft aangegeven dat hij uit nieuwsgierigheid heeft gehandeld en niet vanuit zijn seksuele gevoelens. Daarnaast heeft verdachte aangegeven nooit te hebben betaald voor het bekijken van kinderporno en hij dan ook van mening is dat hij niet heeft bijgedragen aan het in standhouden hiervan.
Voorts heeft verdachte zich bereid verklaard deel te nemen aan de ambulante begeleiding van Het Dok.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 20 maart 2008 schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan worden blootgesteld grote psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen en te verspreiden, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen en verspreiden.
De rechtbank hanteert bij het bepalen van de strafmaat het uitgangspunt dat ten aanzien van dit soort feiten gebruikelijk is van acht maanden gevangenisstraf.
Bij de straftoemeting wordt ten gunste van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte wordt vrijgesproken voor het bezitten en verspreiden van kinderporno in de periode vóór en na 20 maart 2008.
De rechtbank zal in strafverminderende zin rekening houden met de proceshouding van verdachte waarin hij openheid van zaken heeft gegeven.
De rechtbank acht aannemelijk dat verdachte heeft gehandeld uit nieuwsgierigheid en niet uit pedoseksuele belangstelling. Voor zodanige pedoseksuele belangstelling is, naast het beperkte aantal aangetroffen afbeeldingen, geen enkele aanwijzing in het dossier aangetroffen. Hiermee zal ten gunste van verdachte rekening worden gehouden.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat uit een op naam van verdachte staand uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 23 juni 2010 blijkt, dat hij niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is gekomen.
Uit het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland d.d. 16 juli 2010 blijkt dat de kans op recidive tussen laag en gemiddeld wordt ingeschat.
In dit rapport is aangegeven dat verdachte de ernst van de feiten niet lijkt in te zien. Daarnaast is er sprake van weinig zelfinzicht. De reclassering adviseert om aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden verplicht reclasseringscontact en het volgen van een behandeling bij de Forensische Polikliniek Het Dok, waarbij zal worden gekeken naar de psychosociale situatie, alsmede eventuele psychische problematiek die mogelijk ten grondslag liggen aan het delictgedrag.
De rechtbank kan zich vinden in deze adviezen en verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven daaraan mee te willen werken.
De eis van de officier van justitie is in het licht van hetgeen voor soortgelijke feiten wordt opgelegd alleszins te begrijpen. De bijzondere, in de persoon van verdachte gelegen omstandigheden en de omstandigheid dat de officier van justitie bij haar eis is uitgegaan van een bewezenverklaring van de gehele tenlastegelegde periode, hebben de rechtbank doen besluiten ten gunste van verdachte hiervan af te wijken en zal worden volstaan met het opleggen van de hierna te geven combinatie van straffen.
De rechtbank legt een werkstraf van 120 uur op. Voor het geval verdachte de werkstraf niet naar behoren vervult, zal de rechtbank bevelen dat aan hem vervangende hechtenis zal worden opgelegd voor de duur van 60 dagen.
De rechtbank zal bovendien een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden opleggen, om de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking te brengen en om het verplicht reclasseringscontact en genoemde behandeling mogelijk te maken. Dit voorwaardelijk deel dient tevens als waarschuwing aan verdachte om zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten.
8 De wettelijke voorschriften
De opgelegde straffen berusten op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57, 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het onder 5 vermelde strafbare feit oplevert;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 120 (honderdentwintig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook indien deze aanwijzingen inhouden deelname aan een behandeling bij Forensische Polikliniek Het Dok of een vergelijkbare instelling;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. W.P.M. Jurgens en mr. G.A.J.M. van Vugt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.N. Abdoelkadir, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 augustus 2010.
Mr. Van Vugt is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2008 tot en met 08 juli 2009 te
Papendrecht, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (een) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s)
bevattende (een) afbeelding(en), te weten een of meerdere computer(s) en/of
harddisk(s), (telkens) heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het vaginaal en/of oraal penetreren/binnendringen (met de penis en/of
vinger) door een volwassen man/een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die de leeftijd
van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt
(onder meer [bestandsnaam 1]
- het (door een volwassen man) ejaculeren op het lichaam van een persoon die
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(onder meer [bestandsnaam 2] en/of
- het betasten en/of strelen van de vagina van (een) perso(o)n(en) die
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt
(onder meer [bestandsnaam 3]
- het laten likken van de vagina van (een) (vastgebonden) perso(o)n(en) die de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een hond
(onder meer [bestandsnaam 4]
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Parketnummer: 11/710602-10
Vonnis d.d. 10 augustus 2010