ECLI:NL:RBDOR:2010:BN3396
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van dagvaarding door ondeugdelijke vertaling en gebrek aan kennisgeving
Op 3 augustus 2010 vond in de Rechtbank Dordrecht een terechtzitting plaats waarbij de politierechter, mr. F. van Laanen, de geldigheid van een dagvaarding moest beoordelen. De verdachte, een Russische vrachtwagenchauffeur, was niet verschenen. De dagvaarding was in het Nederlands opgesteld en aan de verdachte uitgereikt met behulp van een vertaling via Google Translate. De politierechter constateerde dat de vertaling ondeugdelijk was, waarbij belangrijke termen verkeerd waren vertaald. Zo werd 'voorkomen' in de betekenis van 'verhinderen' vertaald, in plaats van 'verschijnen', en 'stukken' werd vertaald als 'stukjes', wat verwarring veroorzaakte over de inhoud van de dagvaarding.
De politierechter onderzocht de geldigheid van de dagvaarding en concludeerde dat de verdachte, die geen Nederlands sprak, niet adequaat was geïnformeerd over zijn verplichtingen. De officier van justitie, mr. D. van der Sluis, steunde de stelling dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was geïnformeerd. De tolk, drs. M. van Schandevyl, bevestigde dat de vertaling niet correct was en dat een gewone Rus niet zou begrijpen dat hij op de zitting moest verschijnen.
Gelet op het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, oordeelde de politierechter dat de dagvaarding niet geldig was uitgereikt. De politierechter verklaarde de dagvaarding nietig, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was geïnformeerd over de inhoud en de betekenis van de dagvaarding, wat in strijd was met de vereisten van een eerlijke rechtsgang.