parketnummer: 11/510266-09 [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 juni 2010
[verdachte],
geboren in [1968],
wonende te [adres en woonplaats]
(hierna te noemen: verdachte).
Raadsvrouw mr. A.M. Leenders, advocaat te Gorinchem.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 8 juni 2010, waarbij de officier van justitie mr. J. Spaans, de verdachte en zijn raadsvrouw hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1].
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: in de periode van 1 februari 2009 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem, met [benadeelde partij 1], van wie verdachte wist dat hij dronken was, seksueel binnendringend contact heeft gehad;
Feit 2: (primair) in de periode vanaf 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 te Gorinchem met [benadeelde partij 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, seksueel binnendringend contact heeft gehad, dan wel
(subsidiair) in de periode vanaf 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 te Gorinchem met die [benadeelde partij 2] seksueel contact heeft gehad;
Feit 3: in de periode vanaf 1 september 2008 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem met [benadeelde partij 2], van wie verdachte wist dat hij dronken was, seksueel binnendringend contact heeft gehad;
Feit 4: in de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te Gorinchem kinderpornografische foto- en video-opnamen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, heeft verspreid, vervaardigd en in bezit gehad;
Feit 5: in de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te Gorinchem kinderpornografische foto- en video-opnamen van andere personen dan [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], welke personen kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, heeft verspreid, vervaardigd en in bezit gehad.
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1. tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert dat standpunt op de verklaringen van verdachte afgelegd bij de rechter-commissaris op 15 mei 2009, de aangifte van [benadeelde partij 1] (hierna te noemen: [benadeelde partij 1]), alsmede de aanvullende verklaring van [benadeelde partij 1].
De officier van justitie acht het onder 2. primair tenlastegelegde feit niet bewezen, nu niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld of er sprake is geweest van seksueel binnendringen van het lichaam van [benadeelde partij 2] (hierna te noemen: [benadeelde partij 2]) toen hij nog niet de leeftijd van zestien jaren had bereikt. De officier van justitie acht het onder 2. subsidiair en onder 3. tenlastegelegde wel wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert dit standpunt op de verklaringen van verdachte afgelegd bij de rechter-commissaris en de politie, alsmede de aangifte en de aanvullende verklaring van [benadeelde partij 2].
Voor een bewezenverklaring van het onder 1. en 3. tenlastegelegde is vereist dat bewezen wordt verklaard dat [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] in een staat van verminderd bewustzijn verkeerden. In deze zaak is dat toe te schrijven aan alcoholvergiftiging. Door het alcoholgebruik in de woning van verdachte was er uiteindelijk sprake van een situatie waar van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] in redelijkheid niet kon worden verwacht dat zij weerstand boden aan de verdergaande seksuele gevoelens van verdachte.
[benadeelde partij 1] werd door zijn medicijngebruik nog sneller dronken en verdachte wist dit. Verdachte had veel alcohol in huis. Hij heeft [benadeelde partij 1] aangemoedigd om door te drinken en volgens [benadeelde partij 1] zouden de seksuele handelingen door het overmatig gebruik van alcohol zijn gepleegd en zou hij zich niet meer hebben verzet.
Ook heeft getuige [getuige] verklaard dat verdachte een volle drankkast had en alcohol bleef doorschenken.
Ook [benadeelde partij 2] heeft verklaard dat hij de eerste keren met verdachte samen alcohol dronk en dat verdachte hem hiertoe aanmoedigde. Als er geen alcohol werd gedronken, dan bleef het volgens [benadeelde partij 2] bij knuffelen en zoenen. Ook heeft verdachte zelf verklaard dat [benadeelde partij 2] veel dronk.
De officier van justitie is van mening dat verdachte het alcoholgebruik bij [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] heeft gestimuleerd om zo de kans dat het op seks zou uitlopen groter te maken.
De officier van justitie acht de onder 4. en 5. tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert dat standpunt op de bekennende verklaringen van verdachte afgelegd bij de rechter-commissaris op 15 mei 2009, zijn bekennende verklaring bij de politie van 12 mei 2009 en 5 februari 2010, het proces-verbaal van bevindingen (dossiernummer 1.26) over de classificatie van het gevonden materiaal als kinderpornografie, alsmede de verklaringen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] dat er van hen naaktopnamen zijn gemaakt.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft vrijspraak bepleit van het onder 1. tenlastegelegde feit. In de visie van verdachte bevond [benadeelde partij 1] zich niet in verminderde staat van bewustzijn. Dit is onder meer af te leiden uit de verklaringen van [benadeelde partij 1] zelf, waarin hij aangeeft zichzelf uit eigen beweging te hebben uitgekleed en dat hij goed in staat bleek te zijn om aan te geven wat hij wel en niet wilde. [benadeelde partij 1] heeft verklaard dat hij het spannend vond. Hij is uit eigen beweging naar verdachte toegegaan, terwijl hij op de hoogte was van seksuele geaardheid van verdachte.
Daarnaast heeft [benadeelde partij 1] verklaard dat hij aangeschoten was, maar hij zegt niet dat hij niet meer wist wat hij aan het doen was. Hij was wel degelijk in staat weerstand te bieden aan de seksuele verlangens van een ander.
De raadsvrouw heeft eveneens vrijspraak bepleit van het onder 2. primair tenlastegelegde feit. Niet is gebleken dat er seksueel binnendringende handelingen zijn verricht tussen verdachte en [benadeelde partij 2] toen [benadeelde partij 2] nog geen 16 jaren was. Het onder 2. subsidiair tenlastegelegde kan volgens haar wel bewezen worden.
Ook ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde feit dient vrijspraak te volgen omdat [benadeelde partij 1] volgens verdachte niet in verminderde staat van bewustzijn verkeerde. Zoals verdachte heeft aangegeven is er slechts sprake geweest van zoenen en pijpen (in die zin dat verdachte [benadeelde partij 2] pijpte) en niet van penetratie. Uit niets is gebleken dat verdachte een tampon gevuld met alcohol in de anus van [benadeelde partij 2] heeft ingebracht. Er is evenmin sprake geweest van anderszins binnendringen van het lichaam van [benadeelde partij 2]. Tot slot hebben de contacten plaatsgevonden op initiatief van [benadeelde partij 2].
Ten aanzien van het onder 4. tenlastegelegde feit heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte de foto- en video-opnamen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] voor de lol heeft gemaakt en niet om die te verspreiden.
Tot slot heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder 5. tenlastegelegde. Verdachte had deze foto- en video-opnamen slechts om [benadeelde partij 2] voor zich te winnen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Ten aanzien van het onder 1. tenlastegelegde feit heeft de rechtbank acht geslagen op de hieronder weergegeven feiten en omstandigheden, die de rechtbank samengevat en zakelijk zal weergeven.
[benadeelde partij 1] heeft verklaard dat hij eind januari 2009 voor het eerst bij verdachte thuis in Gorinchem kwam. Verdachte werd door [benadeelde partij 1] beschouwd als mede-eigenaar van [bedrijfsnaam]. [benadeelde partij 1] heeft daar in de bediening gewerkt vanaf eind januari 2009 tot en met de eerste of tweede week van maart 2009.
In maart 2009 was [benadeelde partij 1] met [benadeelde partij 2] bij verdachte thuis. [benadeelde partij 1] slikte medicijnen in verband met zijn ADHD en mocht in combinatie met deze medicijnen maar twee biertjes drinken, maar hij had toch een stuk of zes biertjes op die avond. Verdachte heeft [benadeelde partij 1] aangemoedigd door te roepen "drink eens door". Volgens [benadeelde partij 1] wist verdachte dat [benadeelde partij 1] medicijnen slikte en dat de combinatie van medicijnen en alcohol niet goed was voor hem. Dit had [benadeelde partij 1] aan verdachte verteld. [benadeelde partij 2] is rond 21.30 uur weggegaan. De tijd verstreek, terwijl [benadeelde partij 1] en verdachte over gingen op witte wijn en prosecco.
Rond 3.00 uur was [benadeelde partij 1] behoorlijk heen. Verdachte gaf [benadeelde partij 1] zoenen en kusjes en legde zijn hand op de bovenzijde van de broek van [benadeelde partij 1] en vroeg: "Mag ik", waarop [benadeelde partij 1] "ja" antwoordde. Verdachte begon [benadeelde partij 1] te pijpen. Vervolgens stopte verdachte eerst één en later meerdere vingers in de anus van [benadeelde partij 1], waarop [benadeelde partij 1] zei dat dat geen prettig gevoel was en dat verdachte moest stoppen.
Daarnaast heeft verdachte tegen [benadeelde partij 1] gezegd: "Nou moet jij ook", waarbij verdachte zijn penis omhoog hield. [benadeelde partij 1] heeft zelf zijn hoofd naar de penis van verdachte gebracht en heeft zelf de penis van verdachte in zijn mond genomen. Hij is twee keer op en neer gegaan en daarna gestopt.
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in de periode van 1 maart 2009 tot en met 13 maart 2009 te Gorinchem seksuele handelingen heeft verricht met [benadeelde partij 1]. Verdachte heeft ter terechtzitting eveneens verklaard dat er seksuele handelingen tussen hem en [benadeelde partij 1] zijn verricht.
Verdachte heeft ter terechtzitting betwist dat [benadeelde partij 1] verdachte heeft gepijpt. Mede gelet op de verklaring van [benadeelde partij 2] dat, toen [benadeelde partij 2] tegen verdachte zei dat hij wist dat verdachte en [benadeelde partij 1] hadden gezoend en gepijpt en dat de vingers van verdachte in de anus van [benadeelde partij 1] waren geweest, verdachte dit toegaf, acht de rechtbank bewezen dat ook deze handeling heeft plaatsgevonden.
Op grond van de hierboven weergegeven feiten en omstandigheden staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 1 maart 2009 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem met [benadeelde partij 1] de in de tenlastelegging genoemde handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [benadeelde partij 1].
Staat van verminderd bewustzijn en wetenschap van verdachte
De rechtbank ziet zich voor de vragen gesteld of [benadeelde partij 1] zich in een staat van verminderd bewustzijn bevond en of verdachte er wetenschap van had dat [benadeelde partij 1] zich in deze staat bevond.
Bij de invulling van het begrip 'een staat van verminderd bewustzijn' kan het onder meer gaan om de situatie waarin een persoon zich in een roes bevindt als gevolg van het innemen van alcohol. Dat hoeft niet een situatie te zijn dat iemand helemaal weg is, maar kan ook een situatie zijn tussen waakzaamheid en geheel van de wereld zijn, waarbij van de persoon in redelijkheid niet meer kan worden verwacht dat hij weerstand biedt aan seksuele verlangens van een ander.
[benadeelde partij 1] heeft verklaard dat hij en verdachte op voornoemde avond ongeveer vijf à zes flessen witte wijn en prosecco hadden gedronken. Volgens [benadeelde partij 1] heeft hij door de alcohol 'ja' gezegd tegen de seksuele handelingen. Als [benadeelde partij 1] geen alcohol op zou hebben gehad, had hij zeker 'nee' gezegd. De alcohol sloeg die avond extra hard in bij [benadeelde partij 1] vanwege zijn medicijngebruik.
Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij wist dat [benadeelde partij 1] gedronken had bij hem thuis.
[benadeelde partij 2] heeft verklaard dat hij het vreemd vond dat [benadeelde partij 1] en verdachte seksuele handelingen met elkaar hadden verricht, aangezien [benadeelde partij 1] heterofiel is. [benadeelde partij 2] denkt dat [benadeelde partij 1] te veel gedronken had en dat verdachte heel goed wist wat hij deed. [benadeelde partij 1] is psychisch niet helemaal stabiel. Daarnaast dronk [benadeelde partij 1] alcohol in combinatie met zijn medicijngebruik.
Zoals hiervoor aangegeven heeft [benadeelde partij 1] verklaard dat [benadeelde partij 2] op de bewuste dag om 21.30 al was weggegaan. Verdachte en [benadeelde partij 1] zijn daarna begonnen met het drinken van prosecco en witte wijn, terwijl [benadeelde partij 1] al zes biertjes op had. Volgens [benadeelde partij 1] werden rond 3.00 uur 's nachts de seksuele handelingen gepleegd. Gelet op dit tijdsverloop, wat niet is weersproken door verdachte, en op de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat [benadeelde partij 1] gedurende de avond en nacht zodanig veel alcohol tot zich had genomen, dat hij om 3.00 uur in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde, waardoor hij niet in staat is geweest weerstand te bieden aan de seksuele verlangens van verdachte.
Nu [benadeelde partij 1] vanaf 21.30 uur tot 3.00 uur 's nachts bij verdachte thuis grote hoeveelheden alcohol had genuttigd en verdachte heeft bevestigd dat [benadeelde partij 1] die avond bij verdachte thuis had gedronken, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte de wetenschap had dat [benadeelde partij 1] in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Bij het laatstgenoemde heeft de rechtbank nog in aanmerking genomen dat verdachte, ter terechtzitting heeft bevestigd dat hij wist dat [benadeelde partij 1] medicijnen slikte. Verder neemt de rechtbank mee dat verdachte gezien zijn jarenlange ervaring in de horecawereld wel vaker personen in een beschonken toestand moet hebben waargenomen en er dan ook op de hoogte van moet zijn dat in dergelijke situaties personen niet meer (volledig) in staat zijn hun wil te bepalen.
De rechtbank verwerpt het verweer van verdachte dat [benadeelde partij 1] geheel vrijwillig deze seksuele handelingen heeft verricht en ondergaan en dat verdachte dus dient te worden vrijgesproken ten aanzien van het onder 1. tenlastegelegde. De rechtbank heeft zojuist overwogen dat is komen vast te staan dat [benadeelde partij 1] in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Het is niet aan de personen zelf die zich in een dergelijke staat bevinden, om uit te maken of zij de bescherming van artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht wensen. Personen die in een verminderde staat van bewustzijn verkeren zijn op seksueel gebied niet (volledig) in staat hun wil te bepalen en kenbaar te maken noch weerstand te bieden aan handelingen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Handelingen van anderen met personen in een dergelijke toestand zijn daarom verboden. De bescherming tegen inbreuken door anderen staat daarbij centraal.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte wist dat [benadeelde partij 1] in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde, toen hij de handelingen met [benadeelde partij 1] pleegde.
Feiten 2 en 3
Ten aanzien van de onder 2. en 3. tenlastegelegde feiten heeft de rechtbank acht geslagen op de hieronder weergegeven feiten en omstandigheden.
Feit 2 betreft de periode vanaf 1 september 2008 tot en met 11 november 2008, nu [benadeelde partij 2] op [2008] zestien jaren is geworden. Feit 3 betreft de periode vanaf 1 september 2008 tot en met 23 maart 2009. Om praktische redenen zal de rechtbank de begindatum van feit 3 lezen als [2008.]
[benadeelde partij 2] heeft verklaard dat hij, nadat hij verdachte had leren kennen en het tussen hem en verdachte klikte, vlak na de zomervakantie in 2008 bij [bedrijfsnaam]is gaan werken. Nadat [benadeelde partij 2] ongeveer een maand had gewerkt bij dit [bedrijf], ging hij op een avond bij verdachte thuis langs. Verdachte zat aan [benadeelde partij 2] en zij hadden gezoend. Daarnaast heeft verdachte [benadeelde partij 2] gepijpt en afgetrokken. Dit gebeurde iedere keer wanneer [benadeelde partij 2] bij verdachte thuis was. [benadeelde partij 2] is naar zijn zeggen gedurende ongeveer zes maanden twee keer per week bij verdachte thuis geweest. Verdachte heeft ook een paar keer aan de anus van [benadeelde partij 2] gelikt en zijn vingers in de anus van [benadeelde partij 2] gedaan om zijn anus op te rekken. Verdachte en [benadeelde partij 2] hebben ook getongzoend. Er werd bijna altijd alcohol gedronken. Wanneer dit niet het geval was, bleef het bij knuffelen en (tong)zoenen.
Verdachte heeft verklaard dat hij een aantal keren seksueel contact heeft gehad met [benadeelde partij 2], maar hij weet niet meer wanneer dit was. Hij wist de leeftijd van [benadeelde partij 2], omdat hij zijn collega was en hij [benadeelde partij 2] uitbetaalde.
Seksuele handelingen met iemand beneden de zestien jaren
Op grond van de hierboven weergegeven feiten en omstandigheden staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte te Gorinchem in de periode vanaf 1 september 2008 (begindatum van feit 2) tot met 23 maart 2009 (einddatum van feit 3) met [benadeelde partij 2] ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [benadeelde partij 2]. Uit de verklaringen is niet gebleken dat, naast de ontuchtige handelingen, het seksueel binnendringen van het lichaam van [benadeelde partij 2] eveneens in de periode van 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 heeft plaatsgevonden. Gelet hierop zal verdachte ten aanzien van het onder 2. primair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Nu wel vast is komen te staan dat verdachte gedurende deze periode ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [benadeelde partij 2], die toen - naar ook verdachte wist - 15 jaar oud was, acht de rechtbank het onder 2. subsidiar tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank verwerpt het verweer van verdachte dat het initiatief tot het plegen van seksuele handelingen eveneens van [benadeelde partij 2] kwam en dat verdachte dan ook dient te worden vrijgesproken ten aanzien van dit feit. Het is niet aan een minderjarige zelf om uit te maken of hij de bescherming van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht wenst. De wetgever heeft met dit artikel beoogd jeugdigen ongestoord door anderen hun seksualiteit te laten ontdekken. Handelingen van anderen die dit groeiproces verstoren zijn daarom verboden. De bescherming tegen inbreuken door anderen staat daarbij centraal. De meerderjarige dient zich altijd bewust te zijn van de bescherming van minderjarigen in deze leeftijdscategorie en hiernaar te handelen.
verminderde staat van bewustzijn
Het onder 3. tenlastegelegde feit betreft de periode waarin [benadeelde partij 2] reeds de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt. De rechtbank ziet zich ten aanzien van dit feit voor de vraag gesteld of er sprake is geweest van een verminderde staat van bewustzijn van [benadeelde partij 2], waarbij hij niet (volledig) in staat is geweest zijn wil te bepalen, dan wel kenbaar te maken ten aanzien van, dan wel weerstand te bieden aan de seksuele verlangens van verdachte.
[benadeelde partij 2] heeft verklaard dat wanneer er alcohol werd gedronken er seksuele handelingen werden verricht en dat wanneer er geen alcohol werd gedronken het bleef bij knuffelen en (tong)zoenen. [benadeelde partij 2] wist dan ook van te voren, dat wanneer hij bij verdachte langs zou gaan en er alcohol gedronken zou worden, er seksuele handelingen zouden worden verricht. Toch heeft [benadeelde partij 2] steeds weer de keuze gemaakt om - naar eigen zeggen - gedurende ongeveer zes maanden twee keer per week bij verdachte thuis langs te gaan en tijdens een deel van die bezoeken alcohol te drinken. De rechtbank neemt hierbij nog in aanmerking dat de seksuele handelingen tussen verdachte en [benadeelde partij 2], anders dan bij [benadeelde partij 1] het geval was, niet tegen de homoseksuele geaardheid van [benadeelde partij 2] ingingen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat er bij [benadeelde partij 2] geen sprake van is geweest dat hij in een verminderde staat van bewustzijn verkeerde zodanig dat hij niet in staat is geweest (volledig) zijn wil te bepalen, dan wel kenbaar te maken ten aanzien van, dan wel weerstand te bieden aan de seksuele verlangens van verdachte. Verdachte zal dan ook ten aanzien van feit 3 worden vrijgesproken.
Feit 4 en 5
De rechtbank acht feiten 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
Feit 4:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 8 juni 2010;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2010 (onderzoek naar de aanwezigheid van strafbare bestanden op gegevensdragers).
Feit 5:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 8 juni 2010;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2010 (onderzoek naar de aanwezigheid van strafbare bestanden op gegevensdragers);
- proces-verbaal informatief gesprek ([benadeelde partij 2]) d.d. 29 maart 2009.
De rechtbank volstaat met een opsomming van de bewijsmiddelen, omdat verdachte de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft bekend, en de situatie van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich voordoet.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 1 februari 2009 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem, met [benadeelde partij 1] (geboren [in 1991]), van wie hij, verdachte, wist dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1], hebbende verdachte
- zijn verdachtes, vingers in de anus van die [benadeelde partij 1] gebracht en
- zijn penis in de mond van die [benadeelde partij 1] gebracht en
- de penis van die [benadeelde partij 1], in zijn, verdachtes mond gebracht ;
2.
(subsidiair)
op tijdstippen in de periode van 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 te Gorinchem, met iemand beneden de leeftijd van 16 jaar, te weten [benadeelde partij 2] (geboren [in 1992]), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het:
in zijn, verdachtes mond brengen van de penis van die [benadeelde partij 2] en/of
zoenen en/of tongzoenen van die [benadeelde partij 2] en/of
aftrekken van die [benadeelde partij 2] en/of
zich laten aftrekken door die [benadeelde partij 2] en/of
likken van de anus van die [benadeelde partij 2];
4.
op tijdstippen in de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te Gorinchem, afbeeldingen en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten:
- naaktfoto's en videoopnamen van [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2],
waarbij het geslachtsdeel van die [benadeelde partij 1] (al dan niet in erectie) duidelijk in beeld is
en/of
het geslachtsdeel van die [benadeelde partij 2] (al dan niet in erectie) en/of de anus van die [benadeelde partij 2] nadrukkelijk/close-up te zien zijn
en/of
te zien is dat die [benadeelde partij 2] zichzelf masturbeert
en/of
te zien dat een vinger in de anus van die [benadeelde partij 2] is/wordt binnengedrongen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingtelkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken , heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad;
5.
(anders dan onder feit 4 tenlastegelegd) op tijdstippen in de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te
Gorinchem, afbeeldingen, te weten foto's envideo'sen gegevensdragers bevattende afbeeldingen heeft verspreid en in
bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken , welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit onder meer
- het anaal penetreren met de penis en vinger) door zichzelf en door een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft bereikt (onder meer (afbeelding [naam afbeelding 1] en/of [naam afbeelding 2] en/of [naam afbeelding 3],
- het (laten) betasten van de de billen en de penis van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben
bereikt door een volwassen man/een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer afbeelding [naam afbeelding 1] en/of [naam afbeelding 2] en/of [naam afbeelding 4] en/of [naam afbeelding 3]
en/of
- het drukken van een stijve penis in/tegen de billen van (een) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (onder meer [naam afbeelding 2]
- het (laten) vasthouden en in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer [naam afbeelding 4])
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt door een personen die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt (onder meer [naam afbeelding 3] en/of afbeelding [naam afbeelding 1])
- het masturberen door een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt (onder meer webcam [naam afbeelding 5])
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het camerastandpunt en de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer [naam afbeeldingen 6 t/m 8]).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit/de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
1.
MET IEMAND VAN WIE HIJ WEET DAT HIJ IN STAAT VAN VERMINDERD BEWUSTZIJN VERKEERT, HANDELINGEN PLEGEN DIE MEDE BESTAAN UIT HET SEKSUEEL BINNENDRINGEN VAN HET LICHAAM;
2. (subsidiair)
MET IEMAND BENEDEN DE LEEFTIJD VAN ZESTIEN JAREN BUITEN ECHT ONTUCHTIGE HANDELINGEN PLEGEN, MEERMALEN GEPLEEGD;
4.
EEN AFBEELDING EN EEN GEGEVENSDRAGER BEVATTENDE EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN, VERVAARDIGEN EN IN BEZIT HEBBEN, MEERMALEN GEPLEEGD;
5.
EEN AFBEELDING EN EEN GEGEVENSDRAGER, BEVATTENDE EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN, VERSPREIDEN EN IN BEZIT HEBBEN, MEERMALEN GEPLEEGD.
6 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van wat hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt het volgen van de daderbehandeling voor seksuele delinquenten bij "De Waag".
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit een geheel voorwaardelijke straf op te leggen met een proeftijd van drie jaren. Verdachte heeft erg veel spijt van wat er is gebeurd. Het is niet zijn bedoeling geweest de slachtoffers te schaden. Daarnaast heeft verdachte de foto's en films van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] voor de lol gemaakt met het doel deze aan hen te geven. Voorts heeft verdachte kinderporno gedownload voor [benadeelde partij 2], teneinde [benadeelde partij 2] voor zich te winnen.
Verdachte is ontslagen bij zijn voormalige werkgever '[bedrijfsnaam]'. Hij heeft het erg moeilijk en voelt zich niet meer veilig. Verdachte is thans ondergedoken bij een vriend. Hij heeft reeds drie dagen in voorarrest gezeten en heeft goed meegewerkt aan het onderzoek door de politie. Tot slot heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte geen strafblad heeft.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft seksuele handelingen verricht met iemand die als gevolg van het innemen van alcohol in combinatie met medicatie, in een verminderde staat van bewustzijn verkeerde. Daarnaast heeft verdachte ontuchtige handelingen verricht met een minderjarige jongen, terwijl deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt. Verdachte heeft hiermee op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van deze slachtoffers. Het is een feit van algemene bekendheid dat dit langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers.
Voorts neemt de rechtbank verdachte in het bijzonder kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht als gevolg van het belast zijn met de dagelijkse leiding van het café waar de slachtoffers werkzaam waren. Verdachte heeft de slachtoffers voor zich willen winnen en heeft getracht hen met woorden te manipuleren, alsmede hen vaak iets extra gegeven, zoals sigaretten, telefoonkaarten en geld voor de veerpont. Daarnaast heeft verdachte hen bij hem thuis uitgenodigd, waarbij hij hen de gelegenheid heeft geboden royaal gebruik te maken van de in huis aanwezige alcoholische dranken. Verdachte heeft bij dit alles uitsluitend zijn eigen bevrediging vooropgesteld.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. Kinderporno is uitermate verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen. Voorts heeft verdachte door kinderporno te vervaardigen waarop [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] figureren, hen niet alleen fysiek maar ook anderszins misbruikt.
Bij de straftoemeting wordt ten gunste van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte wordt vrijgesproken voor het onder 2. primair en het onder 3. tenlastegelegde.
De rechtbank hanteert bij het bepalen van de strafmaat de volgende uitgangspunten, die ten aanzien van dit soort feiten gebruikelijk zijn:
- feit 1: twee tot drie jaren gevangenisstraf;
- feit 2 (subsidiair): zeven tot acht maanden gevangenisstraf en
- feiten 4 en 5: acht maanden gevangenisstraf.
De rechtbank zal in strafverminderende zin in aanmerking nemen dat het verrichten van seksuele handelingen met het slachtoffer die in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde, zich slechts eenmalig heeft voorgedaan en het verrichten van ontuchtige handelingen met het slachtoffer dat de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, gedurende een korte periode heeft plaatsgevonden.
Daarnaast acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte, zoals hij heeft verklaard, kinderporno verzamelde voor [benadeelde partij 2], teneinde [benadeelde partij 2] voor zich te winnen en foto's van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] voor de lol heeft gemaakt met het doel deze foto's aan voornoemde slachtoffers zelf te geven. Niet is gebleken dat verdachte op grote schaal bezig is geweest met het vervaardigen, verzamelen en verspreiden van deze porno. De rechtbank zal deze omstandigheden in strafverminderende zin meenemen.
Gezien verdachtes proceshouding waarin hij openheid van zaken heeft gegeven, heeft de rechtbank de indruk dat er bij verdachte sprake is van oprecht berouw. Ook in het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 16 juni 2009 is aangegeven dat verdachte is geschrokken, berouw toont, zich zorgen maakt om de toekomst, alsmede dat verdachte zich onder behandeling wil laten stellen van een psycholoog. Verdachte heeft zich hier reeds voor aangemeld.
Enerzijds heeft de rechtbank eerder overwogen dat verdachte heeft getracht de slachtoffers op manipulatieve wijze voor zich te winnen. De rechtbank acht het anderzijds aannemelijk dat het niet de bedoeling is geweest van verdachte om deze slachtoffers te schaden. Verdachte heeft aangegeven dat hij het erg vindt voor de slachtoffers en dat hij er veel spijt van heeft. Ook lijkt verdachte de ernst van zijn problemen in te zien, nu hij zelf het initiatief heeft genomen hulp te zoeken. De rechtbank zal ten gunste van verdachte rekening houden met deze omstandigheden.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat uit een op naam van verdachte staand uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 12 mei 2010 blijkt, dat hij niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is gekomen.
Uit het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland blijkt dat de kans op recidive tussen laag en gemiddeld wordt ingeschat. Op de korte termijn wordt deze laag ingeschat. De kans dat betrokkene op lange termijn in vergelijkbare situaties terechtkomt als in de delictsituatie is niet denkbeeldig.
De reclassering adviseert om aan verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden:
- daderbehandeling voor seksuele delinquenten door 'De Waag', ook als dit betekent groepsbehandeling en/of individuele therapie;
- begeleiding door de reclassering met intensief toezicht en controle gericht op het volgen van therapie bij 'De Waag'.
De rechtbank kan zich vinden in deze adviezen en verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven daaraan mee te willen werken.
In de hiervoor genoemde strafverminderende omstandigheden vindt de rechtbank aanleiding om ten gunste van verdachte af te wijken van de uitgangspunten zoals hierboven geformuleerd. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in dit geval niet op zijn plaats, gezien de in de persoon van verdachte gelegen omstandigheden. De rechtbank is van oordeel dat wat betreft het onvoorwaardelijke strafdeel kan worden volstaan met een werkstraf van 240 uur en dat dit een passende en gerechtvaardigde reactie vormt op de door verdachte gepleegde feiten. Voor het geval verdachte de werkstraf niet naar behoren vervult, zal de rechtbank bevelen dat aan hem vervangende hechtenis zal worden opgelegd voor de duur van 120 dagen.
De rechtbank zal bovendien een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opleggen, om de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking te brengen en om het verplicht reclasseringscontact en genoemde behandelingen mogelijk te maken. Dit voorwaardelijk deel dient tevens als waarschuwing aan verdachte om zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft in voornoemd rapport aangegeven dat ten behoeve van de behandeling bij "De Waag" eerst een intakeprocedure dient te worden gevolgd. Vervolgens zal "De Waag" verdachte een behandelaanbod doen. Dit zal vooralsnog bestaan uit in aanvang één of meerdere individuele gesprekken. Daarna zal worden bekeken of verdachte kan deelnemen aan groepsbehandeling. Ook kan een nader psychologisch onderzoek deel uitmaken van de behandeling. Na de groepsbehandeling volgt meestal een nazorgtraject met individuele therapiesessies. Gelet op de duur van voornoemde behandeling heeft de reclassering geadviseerd een proeftijd van drie jaren op te leggen. Ook de officier van justitie heeft gevorderd een proeftijd van drie jaren op te leggen, waarbij de raadsvrouw zich heeft aangesloten.
Bij wet van 26 november 2009, inwerking getreden op 10 december 2009, is artikel 14b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht gewijzigd in die zin, dat "artikel 14c, eerste lid en tweede lid, onder 3° en 4°" wordt vervangen door "artikel 14c, eerste lid en tweede lid, onder 3° en 5°".
Op grond van artikel 14b lid 2 j° artikel 14c lid 1 en 2, onder 3° en 5° van het Wetboek van Strafrecht bedraagt de proeftijd ten aanzien van bijzondere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende, ten hoogste twee jaren. Dit geldt ook voor de proeftijd ten aanzien van de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De proeftijd kan langer bedragen, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de ontastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Nu de rechtbank in navolging van Reclassering Nederland de kans op recidive op de lange termijn als gemiddeld inschat, dient er ernstig rekening mee te worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf als de feiten 1 en 2 zal begaan. Bovendien geeft de reclassering aan dat de behandeling langere tijd zal duren. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de proeftijd drie jaren dient te bedragen.
8 De benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert een schadevergoeding van € 3.000,- voor het onder 1. tenlastegelegde feit ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip waarop de schade is ontstaan. De benadeelde partij heeft gedurende zes weken een pijnlijke anus gehad als gevolg van de handelingen van verdachte. Daarnaast is de benadeelde partij zijn vertouwen kwijt in mensen en heeft hij in januari 2010 een EMDR-behandeling moeten ondergaan om weer normaal te kunnen functioneren.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank voornoemd bedrag zal toewijzen en de schadevergoedingsmaatregel op zal leggen.
De verdachte heeft verzocht de vordering af te wijzen, dan wel grotendeels te matigen.
De benadeelde partij heeft voor de hoogte van de door hem gevorderde schadevergoeding verwezen naar een uitspraak van de Smartengeldbundel. Voor zover deze al beschouwd kan worden als vergelijkbaar geval, valt niet in te zien waarom thans een vergoeding van € 3.000,- daaraan moet worden gekoppeld. Het betreft in die uitspraak een jong meisje dat op gewelddadige wijze door haar werkgever is verkracht, waarbij een vergoeding van € 2.000,- is toegewezen.
De rechtbank is, alles overziend, van oordeel dat in de onderhavige zaak de schade tot een bedrag van € 500,- een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde acht de rechtbank tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de schade is ontstaan.
Voor het overige acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Voor dat deel kan de benadeelde partij zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Daarnaast zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de schade is ontstaan.
9 De wettelijke voorschriften
De opgelegde straffen en maatregel berusten op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 240b, 243 en 247 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
10 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2. primair en onder 3. ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 240 (tweehonderdenveertig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (éénhonderdentwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook indien deze aanwijzingen inhouden deelname aan individuele behandeling, groepsbehandeling en/of individuele therapie bij De Waag of een vergelijkbare instelling;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] van € 500,- (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 23 maart 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], € 500,- (vijfhonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 23 maart 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter,
mr. B.M.R.M. Edelhauser-van Vlijmen en mr. G.A.J.M. van Vugt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.N. Abdoelkadir, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 juni 2010.
Mr. Van Vugt is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De -gewijzigde- tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2009 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem, met [benadeelde partij 1] (geboren [in 1991]), van wie hij, verdachte, wist dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1], hebbende verdachte
- één of meer van zijn verdachtes, vingers in de anus van die [benadeelde partij 1] gebracht en/of gehouden en/of
- zijn penis in de mond van die [benadeelde partij 1] gebracht en/of gehouden en/of
- de penis van die [benadeelde partij 1], in zijn, verdachtes mond gebracht en/of gehouden;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 te Gorinchem, met [benadeelde partij 2] (geboren op 12 november 1992, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 2], hebbende verdachte een of
meermalen
- één of meer van zijn verdachtes, vingers in de anus van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- zijn penis in de mond van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- de penis van die [benadeelde partij 2], in zijn, verdachtes mond gebracht en/of gehouden en/of
- een of meer tampon(s) (gevuld met alcoholhoudende drank) in de anus van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- gezoend en/of getongzoend met die [benadeelde partij 2] en/of
- die [benadeelde partij 2] afgetrokken en/of
- de penis van die [benadeelde partij 2] in zijn, verdachtes, anus laten brengen en/of houden;
SUBSIDIAIR: voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 11 november 2008 te Gorinchem, met iemand beneden de leeftijd van 16 jaar, te weten [benadeelde partij 2] (geboren [in 1992]), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het:
in zijn, verdachtes mond brengen en/of houden van de penis van die [benadeelde partij 2] en/of
zoenen en/of tongzoenen van die [benadeelde partij 2] en/of
aftrekken van die [benadeelde partij 2] en/of
zich laten aftrekken door die [benadeelde partij 2] en/of
likken van de anus van die [benadeelde partij 2];
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 23 maart 2009 te Gorinchem, met [benadeelde partij 2], van wie hij, verdachte, wist dat die [benadeelde partij 2] in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 2], hebbende verdachte een of meermalen
- één of meer van zijn verdachtes, vingers in de anus van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- zijn penis in de mond van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- de penis van die [benadeelde partij 2], in zijn, verdachtes mond gebracht en/of gehouden en/of
- een of meer tampon(s) (gevuld met alcoholhoudende drank) in de anus van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of gehouden en/of
- gezoend en/of getongzoend met die [benadeelde partij 2] en/of
- die [benadeelde partij 2] afgetrokken en/of
- de penis van die [benadeelde partij 2] in zijn, verdachtes, anus laten brengen en/of houden;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te Gorinchem, althans in Nederland, (een) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende één of meer
afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten:
- een of meer naaktfoto('s) en een of meer video/filmopnamen van [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2],
waarbij het geslachtsdeel van die [benadeelde partij 1] (al dan niet in erectie) (duidelijk) in beeld is
en/of het geslachtsdeel van die [benadeelde partij 2] (al dan niet in erectie) en/of de anus van die [benadeelde partij 2] (nadrukkelijk/close-up) te zien is/zijn en/of te zien is dat die [benadeelde partij 2] zichzelf masturbeert en/of te zien dat een vinger in de anus van die [benadeelde partij 2] is/wordt binnengedrongen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad;
hij (anders dan onder feit 4 tenlastegelegd) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 12 mei 2009 te Gorinchem, in elk geval in Nederland, (een) afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft verspreid en/of in
bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldinge(n) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s)) door zichzelf en/of door een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer ([naam afbeelding 1] en/of [naam afbeelding 2] en/of [naam afbeelding 3],
- het (laten) betasten van de de billen en/of de (stijve) penis van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen man/een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer [naam afbeelding 1] en/of [naam afbeelding 2] en/of [naam afbeelding 4] en/of [naam afbeelding 3]
- het drukken van een stijve penis in/tegen de billen van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer [afbeelding 2]
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer [naam afbeelding 4])
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt door een perso(o)n(en) die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer [naam afbeelding 3] en/of [naam afbeelding 1]
- het masturberen door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer webcam [naam afbeelding 5]
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer naam afbeelding 6/7/8])
Parketnummer: 11/510266-09
Vonnis d.d. 22 juni 2010