vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 80547 / HA ZA 09-2271
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RUST-OLEUM NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
eiseres,
advocaat mr. D.J.J. Folgering te ’s-Hertogenbosch,
de naamloze vennootschap
QUARON N.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
advocaat jhr.mr. A. van Bunge te Dordrecht.
Partijen zullen hierna Rust-Oleum en Quaron genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 juli 2009
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 14 september 2009
- een akte uitlating producties tevens overlegging en toelichting producties van Rust-Oleum van 14 september 2009
- de akte van Quaron van 14 oktober 2009 met producties
- de akte van Rust-Oleum van 18 november 2009 met producties
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Rust-Oleum is producent van onder andere beschermende verven en coatings voor zowel consumenten als industrie. Zij produceert onder meer een vloercoating, welke zij zelfstandig op de markt brengt alsook rechtstreeks levert aan Alabastine.
2.2. Quaron importeert, exporteert en distribueert industriële chemicaliën.
2.3. Voor de productie van de vloercoating betrekt Rust-Oleum sedert omstreeks januari 2006 van Quaron het oplosmiddel Ethyleenglycolmonopropylether, ook wel bekend onder de naam “Eastman EP Solvent”. Quaron levert ook nog andere grondstoffen aan Rust-Oleum, onder meer Ethyl-3-ethoxypropionaat, ook wel bekend onder de naam EEP Solvent.
2.4. Op 18 januari 2007, 12 april 2007, respectievelijk 3 juli 2007 heeft Rust-Oleum bij Quaron 372 kilo, 390 kilo, respectievelijk 372 kilo Eastman EP Solvent besteld, welke bestellingen op 6 februari, 19 april, respectievelijk 6 juli 2007 door Quaron foutief aan Rust-Oleum zijn geleverd. In plaats van Ethyleenglycolmonopropylether heeft Quaron aan Rust-Oleum Ethyl-3-ethoxypropionaat geleverd.
2.5. Tussen partijen is niet in geschil dat de oorzaak van de foutieve leveringen is gelegen een herhaalde onjuiste verwerking van de orders van Rust-Oleum door medewerkers van Quaron; op 18 januari 2007 wordt een onjuist intern Quaron productnummer genoteerd en daardoor uiteindelijk een onjuist product geleverd, op 12 april 2007 wordt dit onjuiste productnummer overgenomen en 3 juli 2007 wordt deze handelwijze nog eens herhaald.
2.6. Door klachten onder meer van en via Alabastine is Rust-Oleum eind juni 2007 bekend met problemen met geleverd product, waarna zij de foutieve levering van Quaron van 6 juli 2007 heeft opgemerkt.
2.7. Rust-Oleum heeft bij brief van 16 juli 2007 Quaron daarover geïnformeerd en Quaron aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade (productie 20 bij dagvaarding). De brief luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…) Bij de bestellingen van Eastman EP Solvent door Rust-Oleum is herhaaldelijk door Quaron een fout gemaakt doordat zij een verkeerd product, te weten Ester EEP, heeft geleverd. (…)
Gezien de grote gelijkenis tussen Eastman EP solvent en Ester EEP (…) is bij de eerste twee leveringen (…) onopgemerkt gebleven dat het verkeerde product werd geleverd en heeft Rust-Oleum Ester EEP verwerkt bij de productie van garagevloercoating, als ware het Eastman EP Solvent. De geproduceerde partijen werden door Rust-Oleum geleverd aan haar afnemers en door Rust-Oleum zelf op de markt gebracht.
Doordat Eastman Solvent EEP werd toegevoegd in plaats van Eastman Solvent EP, zijn de gehele geproduceerde partijen ondeugdelijk. Rust-Oleum heeft op 22 juni 2007 voor het eerst geconstateerd dat de door haar geproduceerde goederen ondeugdelijk zijn.
Inmiddels is Rust-Oleum aansprakelijk gesteld door haar afnemers en heeft zij zelf aanzienlijke schade geleden. De schade van Rust-Oleum bestaat onder meer uit de kosten die zij heeft moeten maken voor het terughalen van de ondeugdelijke producten, het vernietigen daarvan, de kosten voor het opnieuw produceren, verpakken en vervoeren van opnieuw geproduceerde partijen, alsmede de interne kosten voor het vaststellen van het gebrek en het vaststellen van de schade. (…)”
2.8. Op 18 juli 2007 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Rust-Oleum en Quaron. Tijdens deze bespreking, respectievelijk ter comparitie van partijen heeft Quaron verklaard dat haar Product Group Manager na de tweede levering omstreeks 19 april 2007 heeft geconstateerd dat de productnummers die partijen intern voor de betreffende grondstof hanteren niet correspondeerden en de naam van het geleverde product en het nummer van Rust-Oleum niet met elkaar in overeenstemming waren. De Product Group Manager heeft deze informatie intern gemeld, waarna de informatie is doorgeleid naar de afdeling verkoop van Quaron. Quaron heeft Rust-Oleum niet in kennis gesteld.
2.9. In haar brief van 9 augustus 2007 (productie 26 bij dagvaarding) heeft Quaron op de brief van 16 juli 2007 van Rust-Oleum, voor zover hier van belang, als volgt gereageerd:
“(…) Dat Quaron aansprakelijk zou zijn voor de geleden schade wijzen wij echter met klem af. Quaron heeft te allen tijde, zoals u zelf aangeeft in uw brief, het product geleverd volgens de bijbehorende documentatie en orderbevestigingen. Weliswaar heeft Rust-Oleum klaarblijkelijk een ander product besteld, dat in naam en eigenschappen erg veel lijkt op het geleverde product, maar dat neemt niet weg dat het aan de klant is om een ingangscontrole verrichten en zich ervan te verzekeren dat het geleverde product overeenkomt met de bestelling. Onze verkoopvoorwaarden geven ook duidelijk aan dat een ingangscontrole van onze klanten vereist is. De verkoopvoorwaarden geven eveneens de termijn aan waarbinnen gereclameerd kan worden. (8 dagen).
Het is uiteraard merkwaardig dat met name bij de tweede levering op 12 april 2007 de vergissing aan uw kant niet eerder opgemerkt is gezien de lange periode die was verstreken sinds de eerste bestelling op 18 januari 2007. (…)”
2.10. Rust-Oleum heeft daarna niet meer van Quaron vernomen.
2.11. Rust-Oleum voert een ingangscontrole uit volgens een intern voorgeschreven procedure welke, voor zover hier van belang, in “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst” van 6 februari 2008 is beschreven (productie 51 bij de akte van Rust-Oleum van 14 september 2009). De instructie luidt, voorover hier van belang, als volgt:
“A. Onderwerp en gebied van toepassing
Het ontvangen, controleren, inboeken en opslaan/transporteren van bij de goederenontvangst binnenkomende goederen. (…)
1.1. Definitie goederenontvangst
Controleren of de hoeveelheden en omschrijvingen van de aangeboden artikelen/materialen in overeenstemming zijn met de gegevens in het computersysteem en met de gegevens op de pakbonnen/vrachtbrieven.(…)
1.2.2. Klopt de omschrijving van de aangeboden artikelen/materialen niet met de omschrijving in de computer dan via Item Cross Reference in het computersysteem benaming controleren.(…)”
2.12. Indien het ordernummer door de goederenontvanger is ingevoerd wordt een scherm getoond waarop onder meer de interne code van de bestelde grondstof wordt vermeld (productie 53 bij de akte van Rust-Oleum van 14 september 2009).
2.13. De vrachtbrief voor de order van 6 februari 2007 (productie 54 bij de akte van Rust-Oleum van 18 november 2009) vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:
”(…)6(…) Merken en nummers(…)
AA26827 ZW-HMO
8(…) Wijze van verpakking(…)
drum staal incl aangekocht
9(…) Aard der goederen(…)
Ethyl-3-ethoxypropionaat
10(…) Statistisch nummer(…)
291900100
11(…) Bruto gewicht(…)
390,00 kg(…)
Lotnr. VA12095E1
UN Code 3272 Esters, N.E.G., 3lll(…)
Uw artikelnr. R5295
JA10099 ZW-EMB(…)”
2.14. De vrachtbrief voor de order van 19 april 2007 (productie 54 van de akte van Rust-Oleum van 18 november 2009) vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:
”(…)6(…) Merken en nummers(…)
AA26827 ZW-HMO
8(…) Wijze van verpakking(…)
drum staal incl aangekocht
9(…) Aard der goederen(…)
Ethyl-3-ethoxypropionaat
10(…) Statistisch nummer(…)
291900100
11(…) Bruto gewicht(…)
390,00 kg(…)
Lotnr. VA12095E1
UN Code 3272 Esters, N.E.G., 3lll(…)
Uw artikelnr. R8521
JA10099 ZW-EMB(…)”
2.15. De vrachtbrief die betrekking heeft op de gecorrigeerde zending van 10 juli 2007 (productie 54 van de akte van Rust-Oleum van 18 november 2009) vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:
” (…)6(…) Merken en nummers(…)
AA50141 ZW-HMO
8(…) Wijze van verpakking(…)
drum staal incl aangekocht
9(…) Aard der goederen(…)
Ethyleenglycomonopropylether
10(…) Statistisch nummer(…)
29094400
11(…) Bruto gewicht(…)
372,00 kg(…)
Lotnr. 092106
UN Code 1993 Flammable liquid, n.o.s., 3, lll(…)
Uw artikelnr. R8521
JA10099 ZW-EMB(…)”
2.16. Op het etiket op de desbetreffende drum staat onder meer de volledige chemische benaming van het product vermeld, alsook de corresponderende UN Code (productie 9 bij conclusie van antwoord).
2.17. Quaron hanteert algemene voorwaarden, genaamd “Algemene Verkoopvoorwaarden van Epenhuysen Chemie N.V.” waarin, voor zover hier van belang, het volgende is bepaald (productie 48 bij dagvaarding):
“(…) 8. Garantie en reclame(…)
c. Onverminderd het hierna bepaalde met betrekking tot de termijn waarbinnen gereclameerd kan worden, is koper in alle gevallen verplicht de hem geleverde zaken te controleren alvorens deze in gebruik te (doen) nemen, toe te passen of door te leveren.(…)
d. Reclames van koper dienen op straffe van verval van kopers recht niet later dan acht dagen na aankomst op de door koper opgegeven bestemming of bij gebreke van zodanige opgave niet later dan acht dagen na ingebruikneming, toepassing of doorlevering der zaken (…) te worden ingediend. (…)
e. Ingebruikneming of doorverkoop der zaken geldt in alle gevallen als acceptatie.(…)
i. Iedere vordering van koper terzake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verkoper, (…), is uitgesloten, (…)
9. Aansprakelijkheid
a. Onverminderd het in artikel 8 dezer voorwaarden bepaalde, aanvaardt koper bovendien het risico van ongeacht welke schade, die voor hem mocht voortvloeien uit het in ontvangstnemen, het in opslagnemen en het in gebruik of de toepassing of de doorverkoop van de ontvangen zaken, al dan niet in combinatie met andere stoffen.
b. Het bepaalde onder letter a. van dit artikel geldt niet ingeval van opzet of grove schuld van de directie van verkoper (…)”
3. Het geschil
3.1. Rust-Oleum vordert
1. veroordeling van Quaron bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad tot betaling van een bedrag van € 89.141,98 aan Rust-Oleum, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 juni 2007, althans vanaf 9 augustus 2007, tot de dag der algehele voldoening;
2. een verklaring voor recht dat Quaron aansprakelijk is voor de nog door Rust-Oleum te lijden vermogens- en immateriele schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming van Quaron en dat Quaron gehouden is deze schade te vergoeden en partijen te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
3. veroordeling van Quaron in de volledige kosten van de procedure, met inbegrip van de na het gewezen vonnis verschuldigde nakosten, begroot op € 131,- zonder betekening, te vermeerderen met € 68,- in het geval van betekening van het vonnis en daarbij te bepalen dat de proces- en nakosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis door gedaagde dienen te zijn voldaan alsmede te bepalen dat deze proces- en nakosten met ingang van de vijftiende dag na dagtekening vonnis worden vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2. Rust-Oleum voert daartoe het volgende aan.
De verplichtingen van Quaron uit de overeenkomsten en de geleverde prestaties komen niet overeen. Quaron is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomsten met Rust-Oleum, waardoor Rust-Oleum schade heeft geleden en kosten heeft moeten maken.
Van eigen schuld van Rust-Oleum is geen sprake. Quaron heeft dat tijdens de bespreking van 18 juli 2007 erkend.
Het vereiste causaal verband tussen de gedraging van Rust-Oleum en de schade ontbreekt.
Rust-Oleum heeft voldaan aan haar schadebeperkingplicht.
Door niet adequaat te handelen heeft Quaron willens en wetens het risico aanvaard dat Rust-Oleum aanzienlijke schade zou lijden.
De algemene voorwaarden van Quaron zijn niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst van toepassing verklaard en maken geen deel uit van de overeenkomst tussen Rust-Oleum en Quaron. Quaron kan geen beroep doen op de artikelen 8 en 9 van haar algemene voorwaarden. De exoneratie dient op grond van de redelijkheid en billijkheid in dit concrete geval volledig terzijde te worden gesteld.
Rust-Oleum heeft kosten gemaakt ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid en later ter verkrijging van voldoening buiten rechte, welke voor rekening van Quaron dienen te komen.
3.3. Quaron voert verweer als volgt.
Op de gesloten koopovereenkomsten zijn de Algemene Verkoopvoorwaarden van Quaron van toepassing. Quaron handelt niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid door in de gegeven omstandigheden een beroep het exoneratie-/risicoaanvaardingbeding te doen. Op grond van de Algemene Verkoopvoorwaarden is Rust-Oleum gehouden de geleverde zaken te controleren en te reclameren binnen acht dagen. Rust-Oleum heeft niet tijdig gereclameerd.
De toerekenbare tekortkoming van Quaron dient beperkt te worden uitgelegd in die zin dat deze slechts slaat op de verplichting tot levering van de door Rust-Oleum bestelde producten. Aansprakelijkheid voor schade is in de Algemene verkoopvoorwaarden (artikelen 9 sub a, respectievelijk 8 sub i) uitgesloten.
De gevorderde schade is een gevolg van een omstandigheid die aan Rust-Oleum kan worden toegerekend; de schade waarvoor thans een vergoeding wordt gevorderd is niet veroorzaakt door de onjuiste levering, maar door het uiteindelijke verwerken door Rust-Oleum van het geleverde product.
Quaron betwist de hoogte van de opgevoerde schade, alsook het causale verband tussen de foutieve levering en de gevorderde schade. Quaron betwist dat zij de schade van Rust-Oleum had kunnen beperken door direct na ontdekking te waarschuwen.
4. De beoordeling
4.1. Quaron beroept zich op de artikelen 8 en 9 van haar Algemene Verkoopvoorwaarden. Rust-Oleum betwist dat deze algemene voorwaarden van Quaron van toepassing zijn op de overeenkomsten tussen partijen. Voorts acht zij de Algemene Verkoopvoorwaarden van Quaron vernietigbaar omdat Quaron de Algemene Verkoopvoorwaarden niet aan haar ter hand heeft gesteld.
4.2. Om proceseconomische reden geeft de rechtbank allereerst haar overwegingen voor het geval dat niet komt vast te staan dat de Algemene Verkoopvoorwaarden van Quaron van toepassing zijn op de overeenkomsten en bovendien aan Rust-Oleum ter hand zijn gesteld
4.3. Tussen partijen is niet geschil dat Quaron in plaats van Ethyleenglycolmonopropylether aan Rust-Oleum Ethyl-3-ethoxypropionaat (EEP Solvent) heeft geleverd. Het geleverde beantwoordt dan ook niet aan de overeenkomst tussen partijen. Quaron heeft gesteld, noch is anderszins gebleken dat deze tekortkoming niet aan Quaron kan worden toegerekend, zodat daarvan wordt uitgegaan.
4.4. De rechtbank is van oordeel dat Rust-Oleum niet tijdig heeft geklaagd over de non-conformiteit van de levering van 6 februari 2007. Bij deze beoordeling is uitgangspunt het bepaalde in artikel 7:23 BW en is geen acht geslagen op de termijn genoemd in artikel 8 van de Algemene Verkoopvoorwaarden van Quaron, omdat de rechtbank, zoals gezegd, hier haar overwegingen geeft voor het geval de toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden niet is komen vast te staan.
4.5. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:23 BW moet de koper binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst voldoet daarvan kennis geven aan de verkoper.
De koper dient
a. ter beantwoording van de vraag of de hem afgeleverde zaken aan de overeenkomst beantwoorden het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek te verrichten en
b. binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of bij een dergelijk onderzoek had behoren te ontdekken dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, hiervan kennis te geven aan de verkoper.
Wat de termijnen betreft die de koper ter beschikking staan voor de nakoming van zijn hiervoor in
a. bedoelde onderzoeksplicht en
b. bedoelde mededelingsplicht, heeft het volgende te gelden.
De lengte van de onder (a) bedoelde termijn is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het onder (a) bedoelde onderzoek dient, gelet op de door artikel 7:23 lid 1 BW beschermde belangen van de verkoper door de koper te worden ingesteld en uitgevoerd met de voortvarendheid die gelet op de omstandigheden van het geval in redelijkheid van hem kan worden gevergd. In dat verband kunnen onder meer van belang zijn de aard en waarneembaarheid van het gebrek, de wijze waarop dit aan het licht treedt, en de deskundigheid van de koper.
Wat betreft de lengte van de onder b. bedoelde termijn dient de vraag of de kennisgeving tijdig is geschied te worden beantwoord onder afweging van alle betrokken belangen en met in achtneming van alle relevante omstandigheden, waaronder het antwoord op de vraag of verkoper nadeel lijdt door de lengte van de in achtgenomen klachttermijn. Een vaste termijn kan daarbij niet worden gehanteerd, ook niet als uitgangspunt.
4.6. Rust-Oleum heeft Quaron op 16 juli 2007 in kennis gesteld van de foutieve leveringen van 6 februari 2007 en 19 april 2007. Volgens Rust-Oleum heeft zij de foutieve leveringen niet eerder kunnen ontdekken, dan omstreeks 22 juni 2007, toen haar klachten over geleverd eindproduct bereikten. Rust-Oleum stelt dat het voor haar onmogelijk was om bij aflevering te ontdekken dat door Quaron het verkeerde product werd geleverd, vanwege de vergaande materiële gelijkenis van de producten, en omdat aantallen/gewicht en prijs klopten. Door de grote gelijkenis in naam van de producten is over het hoofd gezien dat op de vrachtbrieven de naam van Ethyl-3-ethoxypropionaat stond vermeld, aldus Rust-Oleum. Doordat Rust-Oleum, nadat de ingangscontrole heeft plaatsgevonden, het interne nummer van het product op de drums spuit, is het volgens Rust-Oleum ook onmogelijk om de onjuiste levering nadien nog te ontdekken.
4.7. Deze stellingen van Rust-Oleum zijn, in ieder geval voor zover het de levering van 6 februari 2007 betreft, feitelijk onjuist.
Op de vrachtbrief van 6 februari 2007 staat vermeld dat wordt geleverd het product dat bij Rust-Oleum intern geregistreerd is als productnummer R5295. Dit is Ethyl-3-ethoxypropionaat (EEP Solvent). Daarnaast staat de volledige chemische benaming van dit product op de vrachtbrief, alsook op het etiket op de desbetreffende drums vermeld. Ter comparitie van partijen heeft Rust-Oleum nog eens nadrukkelijk gesteld dat zij op nummer van het product controleert.
Indien Rust-Oleum, zoals zij stelt, op de levering van 6 februari 2007 een ingangscontrole heeft uitgevoerd overeenkomstig haar intern voorgeschreven procedure beschreven in “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst”, en het interne productnummer heeft gecontroleerd, dan had zij door middel van dit zeer eenvoudig, oppervlakkig onderzoek de foutieve levering kunnen en behoren te ontdekken. Immers, de interne code van de bestelde grondstof correspondeerde niet met de interne code van de grondstof vermeld op de vrachtbrief.
4.8. Binnen bekwame tijd betekent dat koper de verkoper met spoed op de hoogte moet brengen, gelijk Rust-Oleum de foutieve levering op 6 juli 2007 per ommegaand aan Quaron heeft gemeld, getuige de herstellevering door Quaron op 10 juli 2007. Nu Rust-Oleum op 6 februari 2007 de foutieve levering had kunnen ontdekken mocht van haar worden verlangd dat zij de foutieve levering in ieder geval voorafgaand aan haar bestelling van 12 april 2007 aan Quaron had gemeld. Zij heeft echter Quaron eerst op 16 juli 2007 geïnformeerd.
Dat kan niet worden aangemerkt als kennisgeving binnen bekwame tijd na ontdekking.
4.9. De gevolgtrekking is dat het verweer van Quaron, in ieder geval ter zake van de levering van 6 februari 2007 slaagt en de vorderingen van Rust-Oleum niet toewijsbaar zijn voor zover zij betrekking hebben op deze levering.
4.10. Op de vrachtbrief van 19 april 2007 staat vermeld dat wordt geleverd het product dat bij Rust-Oleum intern geregistreerd is als productnummer R8521. Dit is Ethyleenglycolmonopropylether. De chemische benaming die op de vrachtbrief alsook op het etiket op de desbetreffende drums staat vermeld, Ethyl-3-ethoxypropionaat, is daarmee in strijd.
Deze discrepantie kan bij een eenvoudige, oppervlakkige ingangscontrole worden geconstateerd. Een bijzondere deskundigheid of scholing, zoals door Rust-Oleum wel wordt gesuggereerd, is daarvoor niet vereist. Ook voor deze levering geldt dat indien Rust-Oleum een ingangscontrole had uitgevoerd overeenkomstig haar intern voorgeschreven procedure beschreven in “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst”, en had gecontroleerd of het interne productnummer en chemische benaming van het geleverde product overeenstemden met de gegevens vermeld op de bestel/orderbon, welke door het controlerend personeel met behulp van het beschikbare computersysteem kunnen worden opgeroepen (productie 53 overgelegd bij akte van Rust-Oleum van 14 september 2009), dan had zij ook deze foutieve levering door middel van eenvoudig, oppervlakkig onderzoek kunnen en behoren te ontdekken. Immers, de interne code van de bestelde grondstof correspondeerde wel met de interne code van de grondstof vermeld op de vrachtbrief, maar de chemische benaming van het bestelde product week af van de naam van het geleverd product zoals vermeld in de vrachtbrief. Voor zover Rust-Oleum aanvoert dat zij uitsluitend op het interne productnummer controleert, geldt dat van Rust-Oleum als professionele partij mag worden verwacht dat zij tenminste zowel het interne productnummer, alsook op de naam/omschrijving van het product verifieert. Dit klemt te meer nu Quaron onweersproken ter comparitie van partijen heeft gesteld dat een controle op chemische benaming in de chemische branche gebruikelijk is. Daarenboven wordt een dergelijke controle voorgeschreven in voornoemde “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst” van Rust-Oleum zelf. In ieder geval worden bij de bestelling zowel de naam van de bestelde grondstof alsook het corresponderende productnummer opgenomen, zo leidt de rechtbank af uit de bestelbonnen overgelegd als de producties 3 en 4 bij dagvaarding en dient volgens eerdergenoemde “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst” te worden gecontroleerd of hoeveelheden en omschrijvingen van de aangeboden artikelen/materialen in overeenstemming zijn met de gegevens in het computersysteem en met de gegevens op de pakbonnen/vrachtbrieven. Een nauwgezette naleving van de betreffende “Instructie WI 50.01.01 Goederenontvangst” is van essentieel belang, omdat de gevolgen van een falende ingangscontrole zeer groot zijn, gegeven de door Rust-Oleum gekozen handelswijze; Rust-Oleum overspuit de etiketten op de drums direct na de ingangscontrole, waardoor een nadere controle volgens Rust-Oleum niet meer mogelijk.
4.11. Zoals reeds in rechtsoverweging 4.8 is overwogen, dient de koper de verkoper met spoed op de hoogte te brengen van de foutieve levering. Rust-Oleum heeft Quaron eerst op 16 juli 2007 van de foutieve levering van 19 april 2007 in kennis gesteld, zodat zij niet een kennisgeving binnen bekwame tijd heeft gedaan.
4.12. De gevolgtrekking is wederom dat het verweer van Quaron ter zake van de levering van 19 april 2007 slaagt en de vorderingen van Rust-Oleum niet toewijsbaar zijn.
4.13. Gelet op het vorenstaande kan in het midden blijven of de Algemene Verkoopvoorwaarden van Quaron op de overeenkomsten van toepassing zijn.
4.14. De overige stellingen en verweren van partijen behoeven geen bespreking meer, nu deze alle zijn gestoeld op hetzelfde feitencomplex van het niet beantwoorden van de geleverde grondstof aan de koopovereenkomst.
4.15 . Rust-Oleum zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Quaron worden begroot op:
- vast recht € 1.960,00
- salaris advocaat 2.235,- (2,5 punten × tarief € 894,-)
Totaal € 4.195,-
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Rust-Oleum in de proceskosten, aan de zijde van Quaron begroot op
€ 4.195,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. van den Berk en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2010.?