ECLI:NL:RBDOR:2010:BM6106
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A.C. Prins
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering op grond van schending informatieplicht en arbeidsinschakeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 23 april 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J.J. Fraanje, en de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden, vertegenwoordigd door mr. T. Franssen. Eiseres ontving sinds 18 juni 2004 een bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht heeft op 16 januari 2006 besloten om het recht van eiseres op bijstand met ingang van 6 januari 2006 in te trekken, omdat eiseres de informatieplicht met betrekking tot haar arbeidsinschakeling zou hebben geschonden. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door het college niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, die de zaak op 12 november 2009 heeft behandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet is verschenen bij twee medische keuringen en niet heeft gereageerd op een oproep voor een gesprek over haar positie op de arbeidsmarkt. Verweerder, het college, stelde dat deze gedragingen kwalificeerbaar waren als een schending van de inlichtingenplicht, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gedragingen van eiseres niet als een schending van de inlichtingenplicht konden worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een situatie als bedoeld in artikel 54, derde lid, aanhef en onder a, van de WWB, en dat er eerder sprake was van het niet meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, omdat het berustte op een onjuiste wettelijke grondslag en een ondeugdelijke motivering. Tevens heeft de rechtbank verweerster veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 644,-. De rechtbank heeft bepaald dat verweerster het door eiseres betaalde griffierecht van € 41,- dient te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de verplichtingen van bijstandsontvangers en de noodzaak voor een deugdelijke motivering van besluiten door de overheid.