ECLI:NL:RBDOR:2009:BK5274
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Betaling voor medische verrichtingen en de toepassing van de DBC-systematiek
In deze zaak vorderde het Erasmus MC betaling voor medische verrichtingen die aan de gedaagde waren geleverd. De gedaagde had jarenlang dezelfde medische zorg ontvangen, maar de factuurbedragen waren sinds 2005 aanzienlijk gestegen door de invoering van de DBC-systematiek. De gedaagde weigerde betaling en stelde dat het ziekenhuis haar had moeten informeren over de prijsverhogingen en dat de redelijkheid en billijkheid zich tegen betaling verzetten. De rechtbank oordeelde dat de tarieven waren gebaseerd op een wettelijke maatregel en dat het ziekenhuis de regeling correct had toegepast. Hierdoor kon er geen toetsing op basis van redelijkheid en billijkheid plaatsvinden. De vordering van het ziekenhuis werd toegewezen.
De procedure begon met een dagvaarding op 5 augustus 2008, gevolgd door een conclusie van antwoord en een comparitie van partijen op 12 maart 2009. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de facturen onjuist waren en dat zij niet op de hoogte was gesteld van de prijsverhogingen. Tijdens de comparitie werd duidelijk dat de gedaagde twijfels had over de gehanteerde prestatiecodes en de bijbehorende tarieven. Het ziekenhuis verklaarde dat de tarieven per 1 februari 2006 waren verlaagd, maar dat deze verlaging pas per 30 november 2006 voor de gedaagde van toepassing was.
De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet in verzuim was, maar dat de vordering van het ziekenhuis op andere gronden toewijsbaar was. De rechtbank wees de wettelijke rente af, omdat er geen aanzegging had plaatsgevonden. Wel werden de buitengerechtelijke kosten toegewezen. De gedaagde werd als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 oktober 2009 door kantonrechter E.D. Rentema.