ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ5245
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J.E. Cartigny
- P.G. Stehouwer
- D. van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Beëindiging pachtovereenkomsten en ontruiming van percelen in verband met oeverwerkzaamheden
In deze zaak heeft de pachtkamer van de Rechtbank Dordrecht op 16 juli 2009 uitspraak gedaan over de beëindiging van pachtovereenkomsten tussen [eiser in conventie] en de Staat der Nederlanden. De pachtovereenkomsten betroffen percelen in Hendrik Ido Ambacht en Ridderkerk, waarbij de Staat als verpachter optrad. De eerste overeenkomst was aangegaan voor de periode van 1 maart 2007 tot en met 29 februari 2008, en de tweede voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 januari 2008. De Staat heeft in 2007 aan [eiser in conventie] medegedeeld dat de pachtovereenkomsten niet meer zouden worden verlengd, wat leidde tot bezwaar van [eiser in conventie]. De Staat heeft vervolgens in 2008 geëist dat [eiser in conventie] het gebruik van de percelen per 1 januari 2009 zou staken.
In de procedure vorderde [eiser in conventie] een verklaring voor recht dat de pachtovereenkomsten reguliere pachtovereenkomsten waren en dat deze eindigden op 31 januari 2013 respectievelijk 29 februari 2013. De Staat betwistte dit en stelde dat de overeenkomsten van rechtswege waren geëindigd. De pachtkamer oordeelde dat er een verband bestond tussen de beschikking van de grondkamer uit 1971 en de voorgenomen werkzaamheden van de Staat, waardoor de Staat gerechtigd was de pachtovereenkomsten als beëindigd te beschouwen.
De vorderingen van [eiser in conventie] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. Tevens werd de Staat in de reconventie in het gelijk gesteld, waarbij ontruiming van de percelen werd bevolen en gebruiksvergoedingen werden toegewezen voor de periode van onrechtmatig gebruik. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op 1 december 2009, en de Staat kreeg de machtiging om de ontruiming zo nodig met behulp van de sterke arm te realiseren.