ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ4994
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering tot verwijdering van bomen binnen twee meter van perceelsgrens
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank Dordrecht, betreft het een burenconflict over de verwijdering van twee bomen, een lijsterbes en een es of esdoorn, die zich binnen twee meter van de erfgrens bevinden. De eiseres, wonende te Puttershoek, vorderde de verwijdering van deze bomen op straffe van een dwangsom, omdat zij van mening was dat deze bomen in strijd zijn met de geldende wetgeving. De gedaagde partij, de stichting Woningstichting De Maashoek, voerde aan dat de vordering tot verwijdering van de lijsterbes was verjaard, omdat de boom al langer dan twintig jaar op het perceel zou staan.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de verjaringstermijn van de vordering tot verwijdering, zoals vastgelegd in artikel 3:306 BW juncto 3:314 BW. De rechtbank oordeelde dat de verjaringstermijn begint op de dag volgend op de dag waarop de onmiddellijke opheffing van de onrechtmatige toestand gevorderd kan worden. De getuigenverklaringen van een hovenier en een huurster van het perceel van De Maashoek waren tegenstrijdig, wat leidde tot de conclusie dat niet kon worden vastgesteld dat de vordering van eiseres was verjaard.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de vordering tot verwijdering van de lijsterbes en de es of esdoorn moest worden toegewezen, omdat deze bomen zich binnen de toegestane afstand van de erfgrens bevonden en hoger reikten dan de schutting tussen de percelen. De Maashoek werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres tot een totaal van EUR 1.469,44 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij binnen vier weken na betekening van het vonnis de bomen diende te verwijderen, op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 per dag dat niet aan het bevel werd voldaan.