ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ3501

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
23 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
81532 / KG ZA 09-145
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende betaling van facturen en proceskosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 23 juli 2009 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schilders-, Glas- en Afwerkingsbedrijf [bedrijfsnaam] B.V. (eiseres) en een gedaagde die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 25 juni 2009, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 juli 2009. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van EUR 16.299,68, vermeerderd met wettelijke rente over verschillende facturen die aan de gedaagde zijn verzonden. De gedaagde heeft de facturen niet betaald, wat aanleiding gaf tot deze rechtszaak.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres toewijsbaar is, waarbij de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente is vastgesteld op 30 dagen na ontvangst van de facturen door de gedaagde. Daarnaast heeft de rechter de beslagkosten en proceskosten aan de zijde van eiseres toegewezen, waarbij de totale kosten zijn begroot op EUR 1.119,25. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de beslagkosten, die zijn begroot op EUR 757,75.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres het vonnis kan laten uitvoeren, ook al kan de gedaagde in hoger beroep gaan. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.C. Halk, die de voorzieningenrechter was in deze zaak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 81532 / KG ZA 09-145
Vonnis in kort geding van 23 juli 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHILDERS-, GLAS- EN AFWERKINGSBEDRIJF
[bedrijfsnaam] B.V.,
gevestigd te Spijkenisse,
eiseres,
advocaat mr. R.W.F. Heijmeriks,
procesadvocaat mr. C.F.W.A. Hamm,
tegen
[gedaagde],
wonende te Oud-Beijerland,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 juni 2009,
- de door eiseres overgelegde producties,
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting van 16 juli 2009,
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Eiseres heeft ter terechtzitting haar vordering voor wat betreft de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente verminderd tot 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop gedaagde de onderhavige facturen heeft ontvangen. Daarbij heeft eiseres verklaard dat de facturen op de respectievelijke factuurdata aan gedaagde zijn verzonden, zodat deze de daarop volgende dag door gedaagde moeten zijn ontvangen.
2.2. Nu niet gesteld of voldoende aannemelijk is gemaakt dat ten behoeve van eiseres werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voorwerk II, zal de gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incasso-werkzaamheden ambtshalve worden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van 15% van de hoofdsom, zijnde EUR 904,00.
2.3. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar.
De beslagkosten worden begroot op EUR 230,75 voor verschotten en EUR 527,00 voor salaris advocaat (1 rekest x EUR 527,00).
2.4. Met inachtneming van het vorenstaande komt het gevorderde de voorzieningen-rechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.5. Gedaagde zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding EUR 72,25
- vast recht 520,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 1.119,25
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van EUR 16.299,68, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het nog niet betaalde deel van het bedrag van:
- EUR 2.246,05 vanaf 28 augustus 2007,
- EUR 1.618,53 vanaf 28 augustus 2007,
- EUR 3.796,10 vanaf 20 augustus 2007,
- EUR 7.735,00 vanaf 11 augustus 2007,
tot de dag van volledige betaling,
3.2. veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op EUR 757,75,
3.3. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 1.119,25,
3.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2009.?