ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ0056
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 28 april 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door twee verzoekers die in financiële problemen verkeerden. De verzoekers, gehuwd buiten gemeenschap van goederen, hadden een schuldregeling aangeboden aan hun schuldeisers, waarbij negen van de tien schuldeisers akkoord gingen met het voorstel. Echter, één schuldeiser, Woonbron Dordrecht, weigerde in te stemmen met de regeling, ondanks herhaalde verzoeken om heroverweging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigerachtige schuldeiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in redelijkheid tot deze weigering heeft kunnen komen.
De rechtbank heeft de feiten in de zaak zorgvuldig gewogen. De verzoekers hadden in totaal een schuld van € 22.928,91, waarvan de weigerachtige schuldeiser een vordering van € 313,21 vertegenwoordigde. De rechtbank overwoog dat de verzoekers, gezien hun beperkte financiële situatie en de omstandigheden waaronder zij verkeerden, niet in staat waren om meer te bieden dan het voorgestelde akkoord. De rechtbank concludeerde dat het voorstel het maximaal haalbare was en dat de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor de schuldeisers minder voordelig zou zijn dan het aangeboden akkoord.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toe te wijzen. Woonbron Dordrecht werd bevolen om in te stemmen met de schuldregeling en werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil werden vastgesteld, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en de verzoekers niet door een advocaat waren bijgestaan. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht was, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.