kenmerk: 227163 MB VERZ 09-10
CJIB-nummer: [nummer] regnr. A63852
beslissing van de kantonrechter te Dordrecht van 27 mei 2009
de officier van justitie te Dordrecht
ex artikel 13 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
1. Het verloop van de procedure
Bij initiële beschikking van 17 juni 2008 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van
€ 40,00 ter zake het overschrijden van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom met 9 km/h, begaan op 6 juni 2008 om 17.04 uur te Dordrecht aan de Amstelwijckweg (feitcode VB009).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 19 juni 2008 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
De officier van justitie het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 17 augustus 2008 aan betrokkene verzonden.
Tegen deze beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 28 september 2008 beroep aangetekend.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 6 mei 2009, waar namens de officier van justitie de CVOM-vertegenwoordiger en betrokkene zijn verschenen.
2. Het standpunt van betrokkene
Betrokkene heeft een of meer van de volgende beroepsgronden aangevoerd:
1. Op de pleegdatum stonden bij de Amstelwijckweg geen A-1 verkeersborden, danwel voldeden de borden die er stonden niet aan de wettelijke voorschriften, althans waren die borden niet goed zichtbaar.
2. De Amstelwijckweg was op de pleegdatum niet ingericht als 30-km zone, want de verkeersdrempels en wegversmallingen waren verwijderd.
3. De controle was onrechtmatig. Deze is niet gehouden ter handhaving van de verkeersveiligheid en had ook niet onaangekondigd mogen worden gehouden.
4. Ik ben in de controleperiode meerdere keren bekeurd, voor de eerste bekeuring op de mat viel. Dat is onredelijk, want ik heb daardoor geen kans gehad mijn rijstijl na de eerste bekeuring aan te passen.
5. Ik ben een keer tevergeefs naar de zitting gekomen, omdat mijn zaak toen verplaatst is naar de zitting van 6 mei, zodat deze daar tegelijk met de rest van de nog openstaande beroepen kon worden behandeld.
3. De nadere zienswijze van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het volgende overgelegd:
- een zaakoverzicht met de actuele sanctiegegevens;
- een politiefoto van de gedraging;
- een proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juli 2008 door [de brigadier];
- een aanvullend proces-verbaal d.d. 25 juli 2008 door [de brigadier];
- een vijftal verklaringen van het Nederlands Meetinstituut met betrekking tot de gebruikte meetapparatuur;
- een verklaring d.d. 25 juli 2008 van [naam], plaatsvervangend Hoofdofficier van Justitie, Arondissementsparket Dordrecht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaaft het eerder ingenomen standpunt.
4.1. De termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen.
4.2. Ad 1. Bij de stukken bevindt zich een rapport d.d. 9 juli 2008 van de brigadier [naam] (verkeershandhavingsteam politie Zuid Holland Zuid). Uit dit rapport en de foto’s die daarvan deel uitmaken valt af te leiden dat van 3 tot en met 16 juni 2008 bij de Amstelwijckweg zowel bij de ingang Mijlweg als bij de ingang Wielhovenstraat een A-1 verkeersbord 30 km stond. Dit bord A-1 had en heeft zonale werking, omdat het bord is afgebeeld op een witte rechthoekige ondergrond. Het bord voldoet aan de voorschriften die de Wegenverkeerswet 1994 daaraan stelt.
Het bord bij de ingang Mijlweg was tijdens de snelheidsovertreding waarover dit beroep gaat goed te zien. Het zicht op dat bord werd op dat moment niet belemmerd door andere borden. Aan de zijde Wielhovenstraat stond tijdens de meting schuin voor het bord een bord “werk in uitvoering”. Met name voor verkeer dat vanaf de Wieldrechtse Zeedijk rechtsaf de Wielhovenstaat inreed, benam het bord op dat moment enigszins het zicht op het A-1 zonebord, maar ook niet meer dan dat. Elke automobilist die de Wielhovenstraat inreed, zowel linksaf als rechtsaf, kon het bord zien.
Waarschijnlijk is het zo dat wie in een auto een zonaal geldend A-1 bord passeert, daar gemakkelijk overheen kijkt. Dat zal nog wel iets meer het geval geweest zijn voor alle autobestuurders die normaal niet over de Amstelwijckweg reden, maar daar in de controleperiode tijdelijk gebruik van maakten in verband met een wegafsluiting elders. Dat pleit die bestuurders echter niet vrij. Iedere verkeersdeelnemer blijft steeds verplicht goed op de borden te letten, ook als deze niet optimaal zichtbaar zijn.
Dat medio juni een aantal A-1 borden (ronde borden, zonder zonale werking) bij en aan de Amstelwijckweg zijn bijgeplaatst doet, tot slot, aan het voorgaande niet af. Of die borden zijn bijgeplaatst omdat de borden die er al waren onvoldoende effect hadden, doet ook niet zo terzake. Uit het feit dat mensen massaal een verkeersregel overtreden, kan namelijk niet als vanzelfsprekend de conclusie worden getrokken dat die regel niet duidelijk kenbaar is.
Ad 2. Voorzover in de wegenverkeerswetgeving een regel voorkomt dat de weginrichting aangepast moet zijn aan de ter plaatse geldende maximumsnelheid is dat een voorschrift gericht aan de wegbeheerder. Verkeersdeelnemers en weggebruikers kunnen daaraan geen rechten ontlenen. Dat ligt ook voor de hand. Als weggebruikers dat recht wel zouden hebben dan zou een groot aantal sancties (nog meer dan nu al het geval is) in beroep met dit argument worden aangevochten. De vraag of een weg is ingericht overeenkomstig de daar geldende maximumsnelheid laat zich niet eenvoudig beantwoorden en gaat dan dus leiden tot veel tijdrovende discussie en onderzoeken. Op die manier kan dit onderdeel van de verkeerswetgeving niet langer efficiënt en kostenverantwoord worden gehandhaafd.
Ad 3. Verkeerscontroles worden om allerlei redenen gehouden. Vaak is daarvoor een speciale reden, bijvoorbeeld dat een voorschrift zo vaak en zo sterk wordt overtreden dat een gevaarlijke situatie of ernstige overlast ontstaat. Een deel van de controles zal echter niet vanwege een bijzondere reden worden gehouden, maar alleen al om duidelijk te maken dat men overal kan worden gecontroleerd en dat men zich dus overal aan de verkeersregels moet houden. Het is niet aan de rechter om te beoordelen of aan een controle een goede beleidsafweging vooraf is gegaan en ook niet of die controle klantvriendelijk is uitgevoerd, door vooraf te waarschuwen. Het primaat daarvoor ligt bij degene die belast is met en bevoegd tot handhaving van de verkeersregels. Overigens stelt het Openbaar Ministerie in de hiervoor genoemde stukken dat er voor de controle wel degelijk een bijzondere reden was, namelijk klachten over grote aantallen veel te hard rijdende auto’s. Als dat zo was – en er is geen reden om daaraan te twijfelen – is het begrijpelijk dat controles zijn gestart. Dit alleen al omdat ter plaatse ook fietsers rijden, er geen van de rijbaan gescheiden fietspad ligt en de Amstelwijckweg ook niet al te breed is.
De kantonrechter kan zich overigens wel iets voorstellen bij het ongenoegen dat de controle niet vooraf is aangekondigd. De klachten over te veel te hard rijdende auto’s hebben betrekking op een periode dat het op de Amstelwijckweg drukker was dan gewoonlijk, omdat elders een route was afgesloten. Die afsluiting zou tijdelijk zijn en dus naar verwachting de oorzaak van de klachten ook. Maar zoals al gezegd: het primaat voor deze afweging ligt bij degene die tot handhaving bevoegd is.
Ad 4. Deze stelling komt erop neer dat iedereen die op hetzelfde weggedeelte meermalen wegens te hard rijden wordt bekeurd alleen voor de eerste overtreding zou behoren te worden aangeslagen, omdat niet de gelegenheid is geboden rijgedrag aan te passen aan het feit dat er werd gecontroleerd. De vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie heeft ter zitting opgemerkt dat aan iedere overtreding een aparte beslissing van de bestuurder vooraf is gegaan om harder te rijden dan was toegestaan en in beginsel is dat hier ook het juiste uitgangspunt. De verkeershandhaving zou sterk aan effect inleveren als de lijn wordt gevolgd die betrokkenen hier lijken voor te staan. Uit het feit dat soms tevoren controles worden aangekondigd, mag ook niet de conclusie worden getrokken dat automobilisten recht hebben op die waarschuwing en dus vrijuit gaan als zij tevoren niet van een controle op de hoogte waren.
Niettemin kan het zo zijn dat mensen in korte tijd zo vaak worden bekeurd dat het niet helemaal redelijk meer is hen, gegeven de omstandigheden waaronder de overtredingen zijn begaan en de mate waarin de maximumsnelheid werd overschreden, alle boetes te laten betalen. Bij twee personen wiens zaken op de zitting van 6 mei zijn behandeld was sprake van drie boetes achter elkaar. Bij die personen wordt de boete, opgelegd voor de laatste snelheidsovertreding, gematigd tot nihil. Het ging overigens om een overschrijding van de maximumsnelheid met respectievelijk 4 en 6 km/h.
Ad 5. Een betrokkene heeft op een eerdere zitting te horen gekregen dat zijn zaak later zou worden behandeld, gecombineerd met alle andere beroepen over de Amstelwijckweg die nog openstonden. Daar kon betrokkene zelf niets aan doen. De beslissing om alle nog openstaande zaken, waaronder de zijne, in 1 keer door 1 kantonrechter te laten afdoen komt van de rechtbank. Ter compensatie van het feit dat betrokkene dus een keer een reis voor niets heeft gemaakt, wordt in zijn geval in een van de twee ingestelde beroepen de boete
(€ 128,-) gematigd tot nihil.
4.3. Er zijn geen andere feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de sanctie behoort te worden gematigd dan wel geconcludeerd zou moeten worden dat deze in casu niet billijk is.
4.4. Het beroep is dan ook ongegrond.
verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.P. Hameete, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 mei 2009, in aanwezigheid van de griffier.
Binnen 6 weken na datum van verzending van deze beslissing kunt u beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden indien:
- uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard en de kantonrechter naar uw mening ten onrechte heeft geoordeeld, dat de zekerheid niet dan wel niet tijdig is gesteld of dat u van mening bent, dat u redelijkerwijs niet geacht kunt worden in verzuim te zijn geweest;
- uw beroep geheel of ten dele ongegrond is verklaard en de opgelegde sanctie meer dan € 70,-- bedraagt.
U kunt dit doen door een beroepschrift, dat is ondertekend door u of uw gemachtigde, tijdig aan de rechtbank, sector kanton, in te zenden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij (in) het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
De rechtbank, sector kanton, locatie Dordrecht, is gevestigd te Dordrecht, Steegoversloot 36.
Correspondentie-adres: Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht.