RECHTBANK DORDRECHT
Meervoudige kamer
Parketnummer : 11/510094-05 (ontneming)
Datum uitspraak : 2 april 2009
1. Onderzoek van de zaak.
In de ontnemingszaak tegen
[naam],
geboren in 1973,
wonende te [adres en woonplaats],
hierna te noemen: veroordeelde,
heeft de meervoudige strafkamer in de rechtbank Dordrecht de navolgende beslissing genomen.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en de zaak onderzocht ter terechtzitting van 19 februari 2009.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van de verdediging, naar voren gebracht door de veroordeelde en zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort.
Bij arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage d.d. 12 februari 2008 is betrokkene veroordeeld ter zake van onder meer:
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair, 3 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 12 subsidiair bewezenverklaarde:
MEDEPLEGEN VAN OPZETHELING, MEERMALEN GEPLEEGD;
Ten aanzien van het onder 8 subsidiair, 9 subsidiair, 15 subsidiair en 17 subsidiair bewezenverklaarde:
OPZETHELING, MEERMALEN GEPLEEGD;
Ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT DOOR MIDDEL VAN BRAAK EN INKLIMMING.
3. De vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De officier van justitie heeft gevorderd betrokkene te veroordelen tot betaling van een bedrag van Eur 91.175,= aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De verdediging heeft primair betoogd dat geen sprake is van enig wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde.
Subsidiair is door de verdediging als verweer gevoerd, dat aansluiting gezocht dient te worden bij de leaseprijs van de diverse auto's in plaats van de dag- en/of boekwaarde.
Tevens is een draagkrachtverweer gevoerd.
De verdediging heeft primair bepleit dat er geen sprake is van enig wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
De rechtbank hecht geen geloof aan de eerst ter terechtzitting gegeven verklaring van de veroordeelde dat hij niet betrokken is bij de onderliggende feiten, omdat hij de auto's van niet nader genoemde kennissen heeft geleend en weer aan die voor de rechtbank onbekende kennissen heeft geretourneerd. Bovendien is veroordeelde door het Gerechtshof te 's-Gravenhage veroordeeld voor de onderstaand omschreven strafbare feiten. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er voldoende aanwijzingen, dat er sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel bij de veroordeelde.
De verdediging heeft subsidiair gesteld dat er uitgegaan dient te worden van de leaseprijzen van de geheelde auto's omdat er geen aanwijzingen zijn dat het bezit van veroordeelde is toegenomen met de (dag)waarden van de auto's, die later zijn uitgebrand of niet meer zijn teruggevonden. Voorts zouden de Audi A4 met origineel kenteken [nummer] en de Peugeot 307 met origineel kenteken [nummer] blijkens de voertuiggegevens raadpleegbaar zijn op de website van de Rijksdienst voor het wegverkeer.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Het betreft hier de Audi A4 met origineel kenteken [nummer], de Peugeot 307 met origineel kenteken [nummer], de Seat Leon met origineel kenteken [nummer], die niet zijn teruggevonden en de Volkswagen Golf 1.9 Tdi Sportline met origineel kenteken [nummer] en de Volkswagen Passat Variant V6 met origineel kenteken [nummer], die uitgebrand en zonder restwaarde zijn aangetroffen.
Op basis van het arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage d.d. 12 februari 2008 en de diverse observaties, zoals omschreven in het proces-verbaal met nummer 275-2004, houdende het rapport 'Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel o.g.v. artikel 36e lid 1 en 2, Wetboek van Strafrecht tegen de onderzochte persoon [verdachte]' van de politie Rotterdam-Rijnmond en de Bovenregionale Recherche d.d. 28 april 2008 (hierna te noemen:de voordeelsrapportage), acht de rechtbank het aannemelijk dat de veroordeelde de hierboven genoemde auto's in zijn bezit heeft gehad al dan niet tezamen met een ander. Doordat de veroordeelde deze auto's in zijn bezit heeft gehad, is zijn vermogen toegenomen met de waarde die deze auto's op het moment van de verkrijging door veroordeelde hadden. Het komt voor rekening en risico van veroordeelde, dat deze auto's niet zijn teruggevonden of thans geen (rest)waarde meer vertegenwoordigen. De rechtbank zal voor deze auto's de dagwaarde hanteren bij het schatten van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de veroordeelde.
Meer in het bijzonder is door de verdediging aangevoerd dat uit voertuiggegevens raadpleegbaar via de website van de RDW, als producties bij de conclusie van antwoord door de verdediging overgelegd zou blijken dat de Audi A4 met origineel kenteken [nummer] en de Peugeot 307 met origineel kenteken [nummer] inmiddels door derden in gebruik zijn en derhalve niet meer ter beschikking van veroordeelde staan. Deze auto's zijn inmiddels 'terecht'.
Uit de door de verdediging overgelegde stukken van de RDW kan worden afgeleid dat de Audi op 1 maart 2009 een APK keuring dient te ondergaan. Dit zou volgens de verdediging impliceren, dat de Audi op 1 maart 2008 eveneens APK gekeurd is en dus op dat moment rechtsgeldig in iemands bezit was. Deze auto zou dus terecht zijn en het voordeel van veroordeelde als gevolg daarvan beperkt tot de leaseprijs van de periode waarin veroordeelde de Audi in zijn gebruik had.
Hetzelfde zou zijn af te leiden voor de Peugeot 307, waarbij uit de gegevens van de RDW zou blijken dat deze op 1 juli 2005 opnieuw te naam is gesteld en dus terecht is waardoor de leaseprijs voor de periode waarin de veroordeelde de Peugeot 307 onder zich had, gebruikt zou moeten worden ter berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde.
De rechtbank verwerpt deze verweren.
Het is een feit van algemene bekendheid, dat nieuwe benzine auto's (vanaf 1 januari 2005) eerst na 4 jaar APK gekeurd dienen te worden. De Audi A4 is op 2 maart 2005 voor het eerst te naam gesteld, waardoor deze op 1 maart 2009 voor het eerst APK gekeurd zou dienen te worden. Aan de beschikbare gegevens van de RDW kan daarom geen aanwijzing worden ontleend dat de Audi A4 beschikbaar is voor een derde of in beslag is genomen. De rechtbank zal uitgaan van de dagwaarde van de Audi A4 bij het berekenen van het voordeel.
De periode waarin veroordeelde de Peugeot onder zich had, eindigt op 24 juni 2005. Uit de gegevens van de RDW kan worden afgeleid dat de Peugeot op 1 juli 2005 opnieuw te naam is gesteld. De rechtbank acht het aannemelijk dat deze tenaamstelling inhoudt dat de eigendom van de Peugeot krachtens de polisvoorwaarden aan de verzekeraar is overgedragen]. Uit de gegevens van de RDW zoals aangedragen door de verdediging kan daarom niet worden afgeleid dat de auto in beslag is genomen of op andere wijze is teruggevonden. De rechtbank zal uitgaan van de dagwaarde van de Peugeot 307 bij het berekenen van het voordeel.
Ten aanzien van het door de verdediging gevoerde draagkrachtverweer overweegt de rechtbank dat, mede gelet op de leeftijd en gezondheid van veroordeelde, hij nu en in de toekomst in staat moet worden geacht inkomen te verwerven, zodat geen aanleiding bestaat tot matiging van het bedrag dat veroordeelde als wederrechtelijk verkregen voordeel moet afdragen aan de Staat. Indien in de toekomst blijkt dat de veroordeelde niet in staat is inkomsten te verwerven om aan zijn betalingsverplichting te voldoen, kan hij bij de rechtbank op grond van artikel 577B van het Wetboek van Strafvordering een verzoek indienen tot vermindering van de opgelegde betalingsverplichting.
De overtuiging van de rechtbank, dat veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de vermelde strafbare feiten is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van de beslissing met de bewijsmiddelen vereist in een aan deze beslissing gehechte bijlage worden opgenomen.
7. Beoordeling van de vordering.
Bij de bepaling van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gaat de rechtbank er van uit -conform het arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 februari 2008 - dat veroordeelde:
- in de periode van 15 april 2005 tot en met 25 mei 2005 een Audi A4 met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het een dor misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 6 juni 2005 tot en met 24 juni 2005 tezamen en in vereniging een Peugeot 307 met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 11 juli 2005 tot en met 30 september 2005 een Seat Leon met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 22 februari 2006 tot en met 9 maart 2006 tezamen en in vereniging met een ander een Volkswagen New Beetle Cabriolet met origineel kenteken [nummer] en een Volkswagen Golf 1.9 Tdi Sportline met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 13 januari 2006 tot en met 22 februari 2006 tezamen en in vereniging met een ander een Volkswagen Passat Variant V6 met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- op 6 mei 2006 tezamen en in vereniging met een ander een Seat Leon met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 30 januari 2006 tot en met 31 januari 2006 een Volvo V70 met origineel kenteken [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- in de periode van 8 april 2006 tot en met 13 april 2006 een BMW 535D Auto Touring met chassisnummer [nummer] voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gaat de rechtbank uit van de volgende uitgangspunten:
Audi A4 [nummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich gedurende een maand en tien dagen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van de Audi A4 met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: de Audi A4).
In de voordeelsrapportage is uitgegaan van een vermogenstoename van veroordeelde met de nieuwwaarde van de Audi A4 van Eur 38.800,=.
Anders dan in de voordeelsrapportage zal de rechtbank niet uitgaan van de nieuwwaarde van de Audi A4. Nu de auto korte periode door de eigenaar in gebruik is geweest, zal de rechtbank in het voordeel van de veroordeelde, de dagwaarde - die naar het oordeel van de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vertegenwoordigt - bepalen op 90 procent van de nieuwwaarde, derhalve Eur 34.920,=.
Peugeot 307 [nummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat veroordeelde zich schuldig heeft verklaard aan het medeplegen van opzetheling van een Peugeot 307 met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: Peugeot) in de periode van 6 juni 2005 tot en met 24 juni 2005.
De rechtbank zal uitgaan van de dagwaarde van de Peugeot op het moment van verkrijging door veroordeelde van Eur 18.000,=, zoals deze door de verzekeringsmaatschappij is opgegeven en omschreven op pagina 11 van de voordeelsrapportage.
Nu sprake is van medeplegen en niet blijkt van een concrete verdeling tussen veroordeelde en zijn mededader, zal de rechtbank uitgaan van een pondspondsgewijze verdeling tussen veroordeelde en zijn mededader en daardoor de vermogenstoename van veroordeelde schatten op Eur 9.000,= .
Seat Leon [nummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een Seat Leon met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: Seat Leon) in de periode van 11 juli 2005 tot en met 30 september 2005.
Hoewel uit het arrest van het Gerechtshof d.d. 12 februari 2008 niet blijkt van medeplegen, komt uit de voordeelsrapportage naar voren dat veroordeelde met een vermoedelijke mededader in de Seat Leon is gezien. De rechtbank zal dan ook, conform de voordeelsrapportage, uitgaan van een pondspondsgewijze verdeling en de helft van de dagwaarde aan veroordeelde toerekenen.
De dagwaarde van de Seat Leon op 11 juli 2005, zoals opgegeven door de verzekeringsmaatschappij van de eigenaar, op pagina 12 van de voordeelsrapportage omschreven, bedraagt Eur 11.000,=. De wederrechtelijke vermogenstoename van veroordeelde wordt geschat op de helft hiervan, zijnde Eur 5.500, =.
Volkswagen Golf TDI [nummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling van een Volkswagen Golf TDI met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: VW Golf) van 22 februari 2006 tot en met 9 maart 2006.
De rechtbank gaat uit van de boekwaarde van de VW Golf, die volgens de benadeelde rechtspersoon Eur 25.900, = bedraagt (pagina 16 van de voordeelsrapportage)
Er is sprake van medeplegen, waardoor uitgaande van een pondspondsgewijze verdeling de vermogenstoename van veroordeelde door de VW Golf (Eur 25.900 gedeeld door twee, maakt) Eur 12.950,= bedraagt.
Volkswagen Passat [nummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling van een Volkswagen Passat Variant V6 met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: VW Passat) in de periode van 13 januari 2006 tot en met 22 februari 2006.
De rechtbank gaat uit van de verkoopwaarde van de VW Passat op het moment van ontvreemden van Eur 19.000, =, zoals is opgegeven door aangever (pagina 17 van de voordeelsrapportage).
Er is sprake van medeplegen, waardoor uitgaande van een pondspondsgewijze verdeling de vermogenstoename van veroordeelde door de VW Passat (Eur 19.000,- gedeeld door twee, maakt) Eur 9.500,= bedraagt.
Volkswagen New Beetle Cabriolet 2.0 [nummer], Volvo V70 [nummer], Seat Leon 2.8 [nummer], BMW 535D Touring [chassisnummer]
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling van een Volkswagen New Beetle Cabriolet met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: VW Beetle) en een Seat Leon met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: Seat), respectievelijk in de periode van 22 februari 2006 tot en met 9 maart 2006 en op 6 mei 2006.
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van opzetheling van een Volvo V70 met origineel kenteken [nummer] (hierna te noemen: Volvo) en een BMW 535D Touring met chassisnummer [nummer] (hierna te noemen: BMW), respectievelijk in de periode van 30 januari 2006 tot en met 31 januari 2006 en van 8 april 2006 tot en met 13 april 2006.
Nu bovenstaande auto's zich geen van alle nog in het bezit van veroordeelde bevinden, zal de rechtbank bij het berekenen van het voordeel uitgaan van de leaseprijs voor gelijksoortige auto's gedurende de bewezenverklaarde periode.
Voor de VW Beetle en de Seat geldt dat sprake is van medeplegen. De rechtbank zal bij het berekenen van het voordeel over deze auto's uitgaan van een pondspondsgewijze verdeling tussen veroordeelde en zijn mededader.
De maandelijkse leaseprijs voor een auto gelijk aan de VW Beetle is Eur 605,=. De leaseprijs voor de zestien dagen dat veroordeelde deze auto onder zich had bedraagt: Eur 605,= / 30 x 16 maakt Eur 322,= gedeeld door twee maakt Eur 161, = aan wederrechtelijk verkregen voordeel door de VW Beetle voor de veroordeelde.
De maandelijkse leaseprijs voor een auto gelijk aan de Seat bedraagt Eur 703, =. De rechtbank acht het aannemelijk dat veroordeelde deze auto samen met zijn mededader gedurende één dag onder zich gehad heeft. Het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel voor de Seat voor de veroordeelde bedraagt: Eur 703, = gedeeld door dertig dagen, maal één dag, maakt Eur 24,=, gedeeld door twee maakt Eur 12, =.
De maandelijkse leaseprijs voor een auto gelijk aan de Volvo bedraagt Eur 1.357,=. De rechtbank acht het aannemelijk dat de veroordeelde deze auto gedurende twee dagen onder zich had. Het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel van de Volvo voor veroordeelde bedraagt Eur 1.357,- gedeeld door dertig dagen, maal twee dagen, maakt Eur 90, =.
De maandelijkse leaseprijs voor een auto gelijk aan de BMW bedraagt Eur 3.650,=. De rechtbank acht het aannemelijk dat de veroordeelde deze auto gedurende zes dagen onder zich gehad heeft. Het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel van de BMW voor veroordeelde bedraagt Eur 3.650, = gedeeld door dertig dagen, maal zes dagen, maakt Eur 729,99.
Het totaal door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt derhalve:
Audi A4 [nummer] Eur 34.920,=.
Peugeot 307 [nummer] Eur 9.000,=
Seat Leon [nummer] Eur 5.500, =
VW Beetle [nummer] Eur 161, =
VW Golf [nummer] Eur 12.950,=
VW Passat [nummer] Eur 9.500,=
Volvo V70 [nummer] Eur 90, =
Seat Leon [nummer] Eur 12, =
BMW 535D Touring (chassisnummer [nummer]) Eur 729,99
Eur 72.862,99
De rechtbank zal het wederrechtelijk verkregen voordeel bepalen op Eur 72.862,99 en dit bedrag vaststellen als betalingsverplichting.
8. De toegepaste wetsartikelen.
De opgelegde maatregel berust op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op Eur 72.862,99
(tweeënzeventigduizend achthonderd en tweeënzestig euro en negenennegentig eurocent) .
legt aan veroordeelde op de verplichting tot betaling van Eur 72.862,99
(tweeënzeventigduizend achthonderd en tweeënzestig euro en negenennegentig eurocent ) aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. F.G.H. Kristen en mr. T. Kooijmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.C. Schroeijers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2009.
Door afwezigheid zijn mr. Kristen en mr. Kooijmans voornoemd buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.