ECLI:NL:RBDOR:2009:BH4920

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
5 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/11/510108-08
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overvallen en drugshandel

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 5 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van gewapende overvallen op de Lidl en C1000, alsook van drugshandel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De rechtbank overwoog dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in de overvallen, ondanks dat hij niet fysiek aanwezig was in de winkels. De rol van de verdachte omvatte het organiseren van de overvallen, het aansteken van de auto na de overval en het delen van de buit. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de straffen van medeverdachten in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging, waaronder claims van onrechtmatig handelen in het voorbereidend onderzoek en schending van privacyrechten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, het voorhanden hebben van wapens en het handelen in cocaïne. De rechtbank legde ook schadevergoedingen op aan de benadeelde partijen, waaronder Van Neerbos Bouwmarkten B.V. en een slachtoffer van de overval.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector strafrecht
Parketnummers 11/510108-08 en 11/712413-08 (ttz. gev) [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 maart 2009
in de strafzaak tegen
[Verdachte],
geboren in 1984,
wonende te [adres en woonplaats],
thans gedetineerd in de P.I. Midden Holland, HvB De Geniepoort, te Alphen aan den Rijn.
Raadsman mr. J.J. Lieftink, advocaat te Amsterdam.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20, 22, 26 en 29 januari 2009 en 3 februari 2009, waarbij de officier van justitie mr. A.L. van Lawick van Pabst-Hoekstra en de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank heeft kennis genomen van de vorderingen van de benadeelde partijen. Op 19 februari 2009 heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting gesloten in het bijzijn van de officier van justitie mr. W.J.A. Stuik.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaardingen is omschreven en zoals deze, ter terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie zijn gewijzigd. De teksten van de gewijzigde tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht en maken hiervan deel uit.
De rechtbank heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair en subsidiair: samen met anderen met geweld de Lidl in Zwijndrecht heeft overvallen en/of samen met anderen door geweld de bedrijfsleider van de Lidl heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag dan wel bij dit misdrijf middelen en inlichtingen heeft verschaft of opzettelijk behulpzaam is geweest.
Feit 2: een of meer balletjespistolen / geweren voorhanden heeft gehad.
Feit 3: samen met anderen met geweld de C1000 in Rotterdam heeft overvallen en/of samen met anderen door geweld medewerkers van de C1000 heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag.
Feit 4: samen met anderen of alleen cocaïne heeft gedeald.
Feit 5: samen met anderen of alleen 20 gram cocaïne in zijn bezit heeft gehad.
(11/712413-08)
Feit 6: een quad heeft geheeld.
Feit 7 primair en subsidiair: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft bij een overval in vereniging met geweld op de Karwei, en/of bij het in vereniging door geweld dwingen van een medewerker van de Karwei tot afgifte van een geldbedrag, danwel samen met anderen of alleen voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor een overval.
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 primair heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 1 primair baseert de officier van justitie zich op de aangifte, de verklaring van [getuige 1], de verklaring van [getuige 2], het opgenomen vertrouwelijke gesprek in P.I. De IJssel, de verklaringen van [medeverdachte 2] en tapgesprekken. De officier van justitie acht medeplegen bewezen, nu verdachte de regie van de overval heeft gevoerd, initiatief heeft genomen, in de buit heeft gedeeld, medeverdachten heeft weggebracht en opdracht heeft gegeven de auto na afloop in brand te steken.
Ten aanzien van feit 2 baseert de officier van justitie zich op het aantreffen van de imitatiewapens in de woning van verdachte en de verklaring van verdachte dat het zijn wapens zijn.
Ten aanzien van feit 3 baseert de officier van justitie zich op de aangifte, tapgesprekken, het aantreffen van rolletjes kleingeld in de woning van verdachte en het opgenomen vertrouwelijke gesprek in P.I. De IJssel, waarin gesproken wordt over de overval, de daarbij gebruikte schoenveters en de buit.
Ten aanzien van feit 4 acht de officier van justitie een periode bewezen vanaf 1 december 2007. De officier van justitie baseert zich hierbij op de getuigenverklaring van [getuige 3], voorts op de aangetroffen spullen in de woning van verdachte, waaronder cocaïne, de boekhouding van verdachte en zijn verklaring afgelegd ter terechtzitting dat hij drugs heeft verkocht.
Ten aanzien van feit 5 acht de officier van justitie de periode “omstreeks 11 februari 2008” bewezen, nu de cocaïne op 12 februari 2008 is aangetroffen in de woning van verdachte.
Ten aanzien van feit 6 baseert de officier van justitie zich op de aangifte, de herkenning van van de eigenaar van zijn gestolen quad met de specifieke toevoeging “Tony” in het motorblok, de verklaring van getuige [getuige 2], het opgenomen vertrouwelijke gesprek in P.I. De IJssel en de in de woning van verdachte aangetroffen advertentie waarin melding wordt gemaakt van een gestolen quad.
Ten aanzien van feit 7 primair baseert de officier van justitie zich op de aangifte, diverse tapgesprekken, de observaties van het observatieteam in combinatie met de route die het slachtoffer altijd rijdt en het opgenomen vertrouwelijke gesprek in P.I. De IJssel.
De officier van justitie heeft bij repliek aangevoerd dat de rechter-commissaris in redelijkheid tot zijn oordeel tot het verlenen van de machtiging tot opname van telecommunicatie heeft kunnen komen. Er is niet slechts op een aangifte uit 2007 en CIE informatie een aanvraag ingediend maar ook op basis van informatie die uit het onderzoek Kieviet naar voren is gekomen. Er was daarnaast ook sprake van een ernstige inbreuk op de rechtsorde en maatschappelijke noodzaak.
De officier van justitie heeft daarnaast bij repliek aangevoerd dat de bezoekersruimte van P.I. De IJssel ten tijde van het betreden van deze ruimte niet de status van woning had. Er is ook geen sprake geweest van heimelijk binnentreden nu er toestemming van de directeur was om binnen te treden. Daarom is geen sprake van schending van de privacy van de gedetineerde en is de Algemene Wet op het binnentreden ook niet van toepassing.
De officier van justitie heeft verder bij repliek aangevoerd dat er geen causaal verband is tussen de gestelde onrechtmatigheid van de aanhouding en de doorzoeking. Ten aanzien van de doorzoeking is rechtmatig binnen getreden in de woning. Er is een vordering doorzoeking gedaan en deze doorzoeking heeft plaatsgevonden onder leiding van de rechter-commissaris in het bijzijn van de officier van justitie.
Ten aanzien van de rechtmatigheid van de aanhouding geldt dat deze is getoetst door de rechter-commissaris en rechtmatig is bevonden. De officier van justitie heeft gesprekken genoemd waaruit het vermoeden kan ontstaan dat verdachte een wapen wilde aanschaffen. Het optreden van een arrestatieteam is niet raar, nu er een gerede kans is dat een verdachte van een gewapende overval een wapen in huis heeft. Voorts is niet gebleken van disproportioneel handelen van dit arrestatieteam. Door de explosieven is niet meer dan een deur uitgeramd en is een ruit kapot gegaan. De hoeveelheid explosieven is daarbij zo afgewogen dat er geen schade ontstaat aan andere woningen.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het geheimhoudergesprek aangevoerd dat niet is gebleken van een geschonden belang van verdachte, nu het gesprek is vernietigd na zes weken. Er moet derhalve worden volstaan met constatering van het verzuim.
De officier van justitie heeft verder bij repliek uitgebreid onderbouwd waarom zij de verklaring van [getuige 4], afgelegd bij de politie, betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs acht en de door deze getuige bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring onbetrouwbaar acht.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs in het vooronderzoek door de onrechtmatige wijze van de inzet van dwangmiddelen. Primair moet dit volgens de raadsman leiden tot bewijsuitsluiting en subsidiair zou strafvermindering op zijn plaats zijn.
De raadsman heeft ten eerste aangevoerd dat er op onrechtmatige gronden, in strijd met artikel 126m, eerste lid en 126m, vierde en achtste lid van het Wetboek van Strafvordering, getapt is op telefoonnummers van verdachte. Er was immers geen sprake van een misdrijf dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleverde noch van een onderzoek dat het opnemen van telecommunicatie dringend vorderde. De raadsman heeft tevens aangevoerd dat er sprake is van een schending van artikel 8 van het EVRM, nu de opsporingsbevoegdheden het recht op privacy van verdachte hebben geschonden.
De raadsman heeft ten aanzien van het vertrouwelijke gesprek in P.I. De IJssel d.d. 8 april aangevoerd dat de bezoekersruimte van de inrichting als woning dient te worden aangemerkt met als gevolg dat uitdrukkelijk in de machtiging van de rechter-commissaris moet worden vermeld dat ter uitvoering van het bevel een woning mag worden betreden. Dit is niet gebeurd en daarom zijn ingevolge artikel 126l, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering de regels van de Algemene Wet op het binnentreden (AWbi) van toepassing. Op basis van de artikelen 2, 10 en 11 van de AWbi is een voorafgaande schriftelijke machtiging tot binnentreden vereist, van welk binnentreden een verslag moet worden opgemaakt.
Deze schriftelijke machtiging en het verslag van het binnentreden zijn niet opgemaakt en dus zijn de regels van de AWbi geschonden. Dit zijn vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek ex artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering die niet meer kunnen worden hersteld, waarvoor bewijsuitsluiting een passende sanctie is.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat er onrechtmatig is binnengetreden in de woning van verdachte. De inzet van het arrestatieteam om zonder toestemming van de bewoners de woning te betreden en het gebruik van een explosief is in strijd met artikel 8 van de Politiewet en de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, althans met de beginselen van een goede procesorde.
De raadsman heeft tenslotte aangevoerd dat er enkele geheimhoudergesprekken zijn gevoerd door verdachte welke niet terstond zijn vernietigd. De raadsman acht ten aanzien van dit vormverzuim strafvermindering ex artikel 359a, eerste lid onder c van het Wetboek van Strafvordering een passende sanctie.
Gelet op de bovengenoemde verzoeken om bewijsuitsluiting heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor feit 1. In dat geval blijven slechts de verklaringen van [medeverdachte 2] en de getuigen [getuige 2] en [getuige 1] over. De raadsman acht de verklaringen van [medeverdachte 2] niet belastend voor verdachte. De verklaring van [getuige 2] berust naar het oordeel van raadsman op onwaarheden.Voor de verklaring van [getuige 1] geldt, volgens de raadsman, dat haar verklaring bij de rechter-commissaris betrouwbaar kan worden geacht, omdat ze hierin duidelijk aangeeft hoe zij tot haar conclusies is gekomen. Ten aanzien van de verklaring van [getuige 4] hecht de raadsman meer geloof aan haar verklaring bij de politie d.d. 17 september 2008 en haar verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris. Uit deze verklaringen volgt geen directe betrokkenheid van verdachte bij deze overval.
Ook de enkele zendmastgegevens zijn naar de mening van de raadsman onvoldoende redengevend. Mochten de tapgesprekken niet worden uitgesloten van het bewijs, dan bevatten ook zij geen concrete aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bij deze overval.
Ook kan naar de mening van de raadsman uit de bewijsmiddelen niet volgen dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten, nu verdachte in de voorfase geen actieve rol heeft gehad.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor feit 2 vanwege de bewijsuitsluiting van de tapgesprekken en de onrechtmatige doorzoeking. De raadsman heeft subsidiair ontslag van alle rechtsvervolging bepleit wegens een beroep op rechtsdwaling. Verdachte wist niet dat het bezit van dergelijke wapens, die in de Europese Unie en op internet vrij verkrijgbaar zijn, strafbaar was.
De raadsman heeft primair, subsidiair en meer subsidiair vrijspraak bepleit voor feit 3 vanwege de eerder genoemde onrechtmatigheidsverweren en het daaraan verbonden beroep op bewijsuitsluiting. De raadsman heeft meest subsidiair bepleit dat verdachte niet bij de daadwerkelijke uitvoering is geweest en verdachte geen actieve rol in de voorfase heeft gehad, zoals is vereist voor een bewuste en nauwe samenwerking. Alle omstandigheden duiden op betrokkenheid achteraf. Verdachte dient te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor feit 4 wegens het uitsluiten van de telefoontaps en het uitsluiten van de aangetroffen spullen in de woning van verdachte.
De raadsman heeft subsidiair aangevoerd dat verdachte heeft verklaard dat hij vanaf eind december 2007 tot zijn aanhouding op kleine schaal drugs heeft verkocht. Deze verklaring komt overeen met de verklaringen van [getuige 1] en [medeverdachte 4]. De raadsman verzoekt daarom een periode van eind december 2007 aan te nemen voor een bewezenverklaring.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor feit 5 wegens het uitsluiten van de telefoontaps voor het bewijs en subsidiair vanwege de onrechtmatige binnentreding van de woning van verdachte.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor feit 6 wegens het uitsluiten van de telefoontaps en subsidiair wegens de onrechtmatige binnentreding in de woning van verdachte. Meer subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat niet is vast te stellen dat de quad is gestolen. Dat het motorblok wellicht gestolen is, hoeft niet te betekenen dat de gehele quad als gestolen kan worden aangemerkt. Meest subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat verdachte er alles aan heeft gedaan om na te gaan of de quad gestolen was.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor feit 7 wegens het uitsluiten van de tapgesprekken en de observatie van 9 februari 2008 van het bewijs. De raadsman heeft subsidiair vrijspraak bepleit voor de medeplichtigheid aan deze overval dan wel aan de voorbereidingshandelingen daarvan. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen voorverkenning heeft uitgevoerd, maar deze route dagelijks reed. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [medeverdachte 4] op dit punt. Mocht de rechtbank wel van oordeel zijn dat er sprake is van een voorverkenning, dan kan niet worden gesproken van een voorbereiding waarbij zodanige inlichtingen aan de daders zijn verschaft dat deze het plegen van de overval hebben bevorderd. Tenslotte kan, naar de mening van de raadsman, niet worden vastgesteld dat verdachte een auto voorhanden heeft gehad bestemd tot het begaan van een misdrijf.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal alvorens de feiten te bespreken eerst haar oordeel geven ten aanzien van de door de raadsman gevoerde rechtmatigheidsverweren en het daaraan verbonden beroep op bewijsuitsluiting.
Onrechtmatig opnemen van telecommunicatie
De raadsman heeft betoogd dat er op onrechtmatige wijze is getapt op telefoonnummers van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de rechter-commissaris in redelijkheid de gevraagde machtigingen tot het opnemen van telecommunicatie op telefoonnummers van verdachte heeft kunnen verlenen. Uit het proces-verbaal behorend bij de aanvraag van de tap blijkt dat er naast de door de raadsman genoemde CIE-informatie van 16 januari 2008 ook andere informatie is weergegeven die belastend kon zijn voor verdachte. Ook acht de rechtbank het tijdsverloop tussen de aanvraag en de afgifte van de machtigingen niet buitensporig. Mondelinge machtigingen die binnen drie dagen na verlening van de machtiging op schrift zijn gesteld zijn niet strijdig met de wet.
Onrechtmatige inzet van het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel
Ten aanzien van het verweer dat het op 8 april 2008 opgenomen gesprek in P.I. De IJssel tussen verdachten [naam verdachte], [medeverdachte 4] en [getuige 5] onrechtmatig is, omdat er strijd zou zijn met artikel 126l lid 4 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is de rechtbank van oordeel dat dit gesprek wel rechtmatig is opgenomen.
Zowel in de aanvraag van het bevel ex artikel 126l Sv als in de vordering van de officier van justitie tot machtiging is vermeld dat toestemming wordt gevraagd tot het betreden van een woning zonder toestemming van de rechthebbende. Op basis van deze stukken heeft de rechter-commissaris in zijn machtiging opgenomen dat hij de officier van justitie machtigt overeenkomstig de vordering .De rechtbank is van oordeel dat de rechter-commissaris hiermee voldoende expliciet heeft beslist over het betreden van de woning zonder de toestemming van de rechthebbende als bedoeld in artikel 126l lid 4 Sv. Voorts is in het daarop afgegeven bevel van de officier van justitie eveneens bepaald dat ter uitvoering van het bevel de woning wordt betreden zonder toestemming van de rechthebbende.
De rechtbank verwerpt dan ook het verweer.
Onrechtmatig (disproportioneel) binnentreden in de woning
De raadsman meent dat de aanhouding van verdachte in zijn woning onrechtmatig is geweest nu er een arrestatieteam is ingezet en er door dit team een explosief is gebruikt om de voordeur te openen. De raadsman verbindt daaraan de consequentie dat alles, wat nadien bij een doorzoeking in de woning van verdachte is aangetroffen, van het bewijs moet worden uitgesloten.
De rechtbank is van oordeel dat, wat er ook zij van de aanhouding, de rechter-commissaris op basis van zijn eigen bevoegdheid van artikel 110 Wetboek van Strafvordering een doorzoeking heeft verricht in de woning van verdachte aan de [adres] Hetgeen door de rechter-commissaris in de woning is aangetroffen is derhalve op rechtmatige wijze verkregen. Het betreden van de woning van verdachte door een arrestatieteam betrof een andere bevoegdheid, namelijk het betreden van de woning ter aanhouding. Hierin heeft de rechter-commissaris geen rol. De door de raadsman aan de aanhouding gekoppelde consequentie, dat wat bij de doorzoeking door de rechter-commissaris is aangetroffen van bewijs moet worden uitgesloten, vindt geen steun in het recht. Het verweer wordt verworpen.
Ten aanzien van het subsidiair gevoerde verweer dat strafvermindering op zijn plaats zou zijn overweegt de rechtbank het volgende. Zowel bij de inzet van een arrestatieteam als bij het gebruik van een explosief dient men grote zorgvuldigheid in acht te nemen. Uit het aanvullend proces-verbaal van de sectiecommandant van het arrestatieteam en diens verklaring bij de rechter-commissaris op 14 januari 2009 heeft de rechtbank niet kunnen afleiden dat het arrestatieteam disproportioneel heeft gehandeld. Door de officier van justitie en de verdediging zijn ter terechtzitting foto’s overgelegd van de situatie in de woning van verdachte. Hieruit maakt de rechtbank niet op, dat de schade die het explosief heeft veroorzaakt in die mate buitensporig is geweest, dat dit tot strafvermindering moet leiden.
Het niet terstond vernietigen van geheimhoudergesprekken
Het verweer dat er op 20 mei 2008 geheimhoudergesprekken zijn opgenomen waar verdachte aan deelnam en dat deze pas op 3 juli 2008 zijn vernietigd en er derhalve strafvermindering moet worden toegepast, zal de rechtbank niet volgen. De raadsman heeft zelf al opgemerkt dat het wel meevalt en noemt slechts één specifieke datum in een dossier met honderden tapgesprekken. De rechtbank stelt vast dat de vernietiging van dat gesprek niet terstond heeft plaatsgevonden. De rechtbank meent dat er desondanks niet kan worden gezegd dat doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte tekort is gedaan aan zijn recht op een eerlijk proces. De rechtbank zal dan ook in lijn met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geen consequenties verbinden aan deze late vernietiging.
Feit 1 primair
Op 7 februari 2008 rond 6.30 uur werd de supermarkt Lidl aan de [adres] in Zwijndrecht overvallen. Toen de filiaalmanager de schuifdeur van de winkel opende, kwam er een man achter hem aan de winkel in. Deze man bedreigde hem met een vuurwapen. Vervolgens kwam er een tweede man binnen. De overvallers hebben de kluis leeggehaald, waarbij de filiaalmanager werd gedwongen om onder verbale en fysieke bedreigingen de nodige hulp te verlenen. De overvallers hebben de portemonnee van aangever opgeëist en zijn autosleutels afgepakt1. Hij is meerdere keren in zijn nek getrapt en in zijn rug geschopt. De overvallers hebben zijn handen en voeten met tie-wraps aan elkaar vastgebonden. Er is een bedrag van 7.635, 22 euro weggenomen2.
[medeverdachte 2] heeft gedetailleerd verklaard hoe de overval is verlopen en spreekt daarbij over daders 1 tot en met 5. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij door dader 5 en door dader 3 is opgehaald, nadat hij daarover telefonisch contact had gehad. Hij had bij dader 5 om vervoer gevraagd. Daarna hebben ze dader 2 opgehaald. Vervolgens zijn ze naar een woning gegaan. Er werd een vrouw gebeld, die later aankwam om de deur voor hen te openen. Vanuit die woning werden [medeverdachte 2] en dader 1 rond 5.00 uur door dader 3 naar een auto (Opel) op de [straatnaam 14] in Rotterdam gebracht. Het kan zijn dat dader 5 daar ook bij was. [medeverdachte 2] is in de Opel met dader 1 naar de [straatnaam 15] in Zwijndrecht gereden. Dader 3 heeft dader 2 daar ook afgezet, waarna hij zelf is weggereden. [medeverdachte 2], dader 1 en dader 2 hebben in de auto gezeten, totdat dader 1 en 2 naar buiten gingen. Een Antilliaanse man, dader 4, reed op de fiets heen en weer. Dader 4 zei dat hij bij dader 2 hoorde. Nadat dader 1 en 2 weer in de auto waren gekomen, dader 1 met de buit, heeft [medeverdachte 2] ze terug gebracht naar de woning waar ze die avond eerder waren geweest. Dader 5 is ook naar die woning gekomen. Later heeft [medeverdachte 2] de Opel in brand gestoken. Dit moest hij doen omdat hij dat had afgesproken met dader 2 of dader 5. Alle daders hebben een deel van de buit gekregen, [medeverdachte 2] kreeg ongeveer EUR 1.400,=. 3 4
Verschillende tapgesprekken en een afgeluisterd gesprek waaraan verdachte heeft deel genomen geven inzicht in de rol van verdachte bij de overval.
Verdachte heeft [medeverdachte 2] benaderd om mee te doen met de overval5. Hij heeft [medeverdachte 2]6, op diens verzoek, en [medeverdachte 1]7 de avond voor de overval opgehaald.
Verdachte is meegereden naar Zwijndrecht, waar [medeverdachte 1] werd afgezet bij dader 1 en [medeverdachte 2]. Tijdens die rit heeft [medeverdachte 1] gebeld met het toestel van verdachte naar [medeverdachte 5], om af te spreken wanneer en waar hij [medeverdachte 5] zou ontmoeten8. Vervolgens is verdachte met [medeverdachte 4] mee terug gereden naar Rotterdam, waarbij hij zichzelf en [medeverdachte 4] een alibi trachtte te verschaffen9. Over deze rit naar Zwijndrecht en het gesprek over het alibi hebben verdachte en [medeverdachte 4] nog gesproken op 8 april 2008 10. Verdachte heeft met [medeverdachte 4] gesproken over de verdeling van de buit11 en met [medeverdachte 2] en anderen over het lozen van het kleingeld van de buit12.
Verdachte heeft gecontroleerd of [medeverdachte 2] de auto, welke is gebruikt bij de overval, heeft verbrand, zoals hij hem tevoren had opgedragen13, hetgeen [medeverdachte 2] heeft bevestigd 14.
De rechtbank leidt uit deze gesprekken af dat verdachte de door [medeverdachte 2] genoemde dader 5 is. Het verweer, dat [medeverdachte 2] bij zijn verhoor als getuige in de zaak van verdachte bij de rechter-commissaris een beroep heeft gedaan op zijn verschoningsrecht, doet niet af aan de geloofwaardigheid van zijn tegenover de politie afgelegde verklaringen. Voorts leidt de rechtbank uit de bewijsmiddelen af dat verdachte een voorbereidende en organiserende rol had bij de overval en dat hij een deel van buit heeft ontvangen. Tegen deze achtergrond acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de overval op de Lidl en op [slachtoffer 1].
Feit 2
Bij een doorzoeking15 op 12 februari 2008 in de woning van verdachte aan de [adres] werden een grijskleurig op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een zwart kleurige op een vuurwapen gelijkend voorwerp en bijbehorende balletjes in beslag genomen.
Het zwarte wapen was een balletjesgeweer16 met de merktekens Double eagle, type M82 kaliber vertoont qua vorm en afmeting sprekende gelijkenis met een bestaand vuurwapen, te weten een Heckler & Koch MP5, kaliber 9mmx19.
Het grijze wapen is een balletjespistool17 dat qua vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoont met een bestaand vuurwapen, een Colt, type Gold Cup National Match
Stainless .45.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in het bezit was van twee wapens die grote gelijkenis vertonen met bestaande vuurwapens.
Het beroep op rechtsdwaling verwerpt de rechtbank. Het door de raadsman gevoerde verweer dat verdachte heeft gehandeld in verontschuldigbare dwaling omtrent het recht omdat hij onbekend was met de wet en dergelijke wapens in de Europese Unie en op het internet vrij verkrijgbaar zijn, vindt naar het oordeel van de rechtbank geen steun in het recht.
Feit 3
Op 9 februari 2008 omstreeks 7.00 uur werd de C1000 aan [adres] in Rotterdam door 2 personen overvallen. Er werd een bedrag buitgemaakt van EUR 32.915,= aan papier- en muntgeld18.
De bedrijfsleider opende de toegangsdeur, liep met zijn collega’s naar binnen en schakelde het alarm uit. Toen hij zich omdraaide stond dader 1 al voor hem. Deze had een vuurwapen en richtte dat op het hoofd van de bedrijfsleider. De andere collega’s werden door een tweede dader onder schot gehouden. Zij werden tevens verbaal bedreigd. De bedrijfsleider werd met een collega naar de kluis gesommeerd. De andere twee collega’s moesten in de winkel op de grond gaan liggen. Op weg naar de kluis werd de bedrijfsleider tegen het hoofd geslagen. In de kluisruimte moest hij de kluis openen. Daar lagen circa 15 enveloppen met briefgeld. Deze enveloppen moesten in een vuilniszak. De dader deed ze er zelf in en wilde al het geld hebben, ook de pakketjes met rolletjes muntgeld. Vervolgens moesten de bedrijfsleider en zijn collega weer mee naar boven naar de winkel. Daar lagen de twee andere collega’s op de grond, bij één van hen waren de armen op zijn rug vastgebonden met een bruine schoenveter. Dader twee had de portemonnee van [slachtoffer 3] in zijn handen. Alle medewerkers moesten hun telefoons afgeven, waarna de daders ze op de grond kapot gooiden. Een van de daders tikte met een kogel op de grond en bedreigde de medewerkers dat ze zouden worden doodgeschoten. Ook werden ze geschopt en tegen het hoofd geslagen. De bedrijfsleider moest uiteindelijk onder bedreiging van een vuurwapen de schuifdeuren weer openen, waarna de daders verdwenen. De daders droegen zwarte bivakmutsen19.
[slachtoffer 3] heeft ook aangifte gedaan van de diefstal van haar portemonnee.20
Op 9 februari 2008 omstreeks 5.27 uur belt [medeverdachte 1] met verdachte [naam vedrachte]21. [verdachte] zegt dat hij thuis is. [medeverdachte 1] zegt dat het tijd is. [medeverdachte 1] komt naar het huis van [verdachte].
Om 5.42 uur belt [medeverdachte 1] weer dat hij voor [verdachtes] deur staat.
Op 9 februari 2008 omstreeks 13.37 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4]22 die [bijnaam] wordt genoemd. [medeverdachte 4] vraagt: was jij vanmorgen nog naar buiten gegaan dan? Molendijk zegt: ja man … ik moest effe een paar uurtjes slapen maar dat gaat moeilijk als er een twee negers aan je deur staan. [medeverdachte 4] vraagt: joh maar was het wel gelukt. [verdachte] zegt: jawel. [medeverdachte 4] vraagt: was tie vet [verdachte] zegt: nou valt wel mee, wel iets meer dan de vorige keer, maar met minder delen.
Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie23 verklaard dat hij een blauwe Golf IV heeft en dat hij deze in het weekend voor zijn aanhouding op zaterdag en zondag heeft gebruikt. Over de in zijn auto aangetroffen bivakmuts zegt hij dat die niet van hem is, net als de daar aangetroffen broek.
In een opgenomen gesprek24 in PI de IJssel bespreken verdachten [medeverdachte 4] en [verdachte] en [getuige 5] over de C1000 het volgende: [medeverdachte 4] zegt: Ja een paar weken na die andere, na de eerste keer [verdachte] vraagt: hoeveel hadden ze?[medeverdachte 4] zegt: dat weet ik eigenlijk niet ik bedoel eh [voornaam medeverdachte1] [verdachte] zegt: [voornaam medeverdachte1] is gewoon een oplichter want in de kopiëen staat dat er EUR 33.000,= is gestolen. Maar hij heeft ook nog de portemonnee van die meisje dus sowieso meer en terwijl [voornaam medeverdachte 1] naar buiten kwam met EUR 15.000,= waar is dan die andere vijf- zestienduizend ? Ja want het waren allemaal envelopjes. Allemaal enveloppen, hij heeft gewoon een paar enveloppen weggestopt. Daarom gaat ie steeds in zijn eentje mee. Naar die dinges. Hij gaat steeds in zijn eentje. Hij gaat steeds in zijn eentje naar de dinges toe. En hoe kant het dat hij zoveel geld over heb ? … Omdat hij gewoon elke keer meer pakt. Ja en nu gaat ie zitten. Want hij heeft.
(…)
[medeverdachte 4] zegt: In die kruiwagen die heb ik later weggegooid heel die bak. Hebben ze niet gevonden. [getuige 5] zegt: bivakmuts heb ik ook weggegooid. [verdachte]: In het gangetje stond een HEMA-tasje een plastic [medeverdachte 4] vraagt: met wat. [verdachte] zegt: de schoenveters waarmee het personeel van de C1000 is vastgebonden. [getuige 5]: nee die heb ik niet gezien ben ik niet tegengekomen. [verdachte] zegt: kut. [getuige 5] zegt: volgens mij ga ik thuis gelijk kijken. [verdachte] zegt: het zijn wel, het zijn wel die.
[medeverdachte 3] bespreekt in een opgenomen gesprek25 in de parketbus met [medeverdachte 1] het volgende: [medeverdachte 3] zegt: Ze hebben [voornaam verdachte] en [voornaam medeverdachte 4] genaaid mattie. Ze hebben hem afgeluisterd gewoon bij bezoek he [medeverdachte 1] zegt: Ja en hun zijn dom jongen. Ze takkie over ons snap je wat ik bedoel en hun ging takkie over ons samen dat we daar 32 doezoe zouden hebben gepakt. We moeten gaan kijken jongen, want ik ga kijken jongen welke datum dat is dat hun zeggen dat 32 doezoe jongen want als dat de datum is dat jij hebt gelapt jongen dan hebben jullie ons geflest jongen. [medeverdachte 3] zegt: nee mattie ik ga jou zeggen waarom. Weet je waarom ik denk dat ze zeggen 33 doezoe. In totaal is hij twee keer toch getackt twee keer achter elkaar begrijp je.
Het meest subsidiaire verweer dat geen sprake is geweest van medeplegen nu verdachte niet lijfelijk aanwezig is geweest bij de overval wordt verworpen. Voor medeplegen is een bewuste en nauwe samenwerking vereist. Uit het bovenstaande blijkt dat verdachte voorafgaand aan de overval afspreekt met [medeverdachte 1], dat verdachte die ochtend op pad is geweest, dat verdachte veters in huis heeft waar het personeel mee is vastgebonden en dat verdachte heeft gedeeld in de buit. Gelet op dit samenstel van gedragingen is de rechtbank van voldoende bewuste en nauwe samenwerking met de mededaders gebleken.
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de overval op de C1000 aan de [adres] in Rotterdam op 9 februari 2008.
Feit 4
Bij een doorzoeking26 in de woning van verdachte aan de [adres] werden op verdovende middelen gelijkende stoffen aangetroffen, welke na onderzoek ongeveer 20 gram27 cocaïne28 bleken te zijn en met de handel gepaard gaande attributen waaronder een rekenmachine, ponypacks, een weegschaal, een koffiemolen met wit poeder, wat na onderzoek eveneens cocaïne 29 30 bleek te zijn en een map met administratie van transacties.
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij sinds eind december 2007 cocaïne verkocht aan klanten31.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte vanaf januari 2008 tot en met 10 februari 2008 heeft gehandeld in cocaïne.
Feit 5
Bij een doorzoeking32 op 12 februari 2008 in de woning van verdachte aan de [adres] werden op verdovende middelen gelijkende stoffen aangetroffen, welke na onderzoek ongeveer 20 gram33 cocaïne34 bleken te zijn.
Ter terechtzitting heeft verdachte erkend dat de in zijn woning aangetroffen 20 gram cocaïne van hem was35.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte bij zijn aanhouding op 12 februari 2008, 20 gram cocaïne aanwezig heeft gehad.
Feit 6
Op 12 februari 2008 werd er een doorzoeking36 in de woning van verdachte te [plaatsnaam]. In de schuur werd een quad aangetroffen van het merk Yamaha. Deze quad werd nader onderzocht37 en bleek overeen te komen met een quad waarvan aangifte van diefstal was gedaan38.
Verdachte heeft weliswaar betwist dat de quad was gestolen, maar op vragen over de herkomst van de quad heeft verdachte geen antwoord willen geven. De verdediging heeft nog aangevoerd dat verdachte het serienummer van de quad destijds bij de politie heeft laten controleren. Nu in de aangifte geen serienummer is opgegeven, kan er nimmer een match hebben plaatsgevonden tussen het door verdachte genoemde serienummer en de aangifte. Daarnaast heeft de politie nadien nog onderzoek naar het serienummer van de quad verricht waaruit bleek dat het serienummer niet was te bepalen door beschadigingen vermoedelijk ontstaan door slijp- en/of vijlwerkzaamheden te herleiden 39.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de heling van deze quad.
Feit 7 primair
Op 18 februari 2008 werd bouwmarkt Karwei aan de [straatnaam 13] in Barendrecht overvallen en is uit de kluis een bedrag buitgemaakt van EUR 11.009,50, bestaande uit
EUR 2.045,= aan rolletjes munten en EUR 7.925,= aan bankbiljetten, EUR 754,50 en EUR 310,= uit kassaladen die ook in de kluis lagen.40
Assistent bedrijfsleider [slachtoffer 6] ging, nadat hij omstreeks 21.20 uur het pand had afgesloten, op zijn brommer via zijn vaste route op weg naar huis. De vaste route van [slachtoffer 6] is als volgt: vertrek vanaf de Karwei, rechtsaf de [straatnaam 1] op, rechtsaf de [straatnaam 2] op tot aan de [straatnaam 3], de [straatnaam 4] op, op de [straatnaam 5] rechtsaf, vanaf de [straatnaam 6] richting [straatnaam 7], bij de rotonde linksaf [straatnaam 8] op.
Op de s[straatnaam 2] in [plaatsnaam] sprongen drie mannen met bivakmutsen op de weg. Een van hen pakte het stuur van de bromfiets vast, waarna [slachtoffer 6] moest stoppen. Een van hen had een zilverkleurig vuurwapen op hem gericht. Hij werd vastgepakt en naar een schuurtje geleid en bevraagd over de kluis van de Karwei. Ook moest hij het papiergeld uit zijn portemonnee afgeven en zijn mobiele telefoon. Hem werd gezegd dat daders wisten waar hij woonde, dat er twee personen thuis voor zijn deur stonden, dat hij al een tijdje werd gevolgd, dat hij moest meewerken, dat hij moest fluisteren en de daders niet mocht aankijken. Hem werd gezegd dat hij geen geintjes moest maken, omdat hij anders zou worden neergeschoten. Hierna moest hij weer op zijn brommer met de dader met het vuurwapen achterop terugrijden naar de Karwei. Daar heeft hij het pand geopend en vervolgens de kluis. Hij moest het geld uit de kluis halen en in een plastic tas doen. De dader pakte ook geld uit de kluis en deed dit in de tas. Daarna zijn zij samen weer op de brommer terug gereden naar de plek waar aangever voor het eerst tot stoppen werd gedwongen. De mededaders waren al weg. [slachtoffer 6] moest afstappen en de dader ging er met zijn brommer vandoor.41
[verdachte] voert op 9 februari 2008 om 13.37 uur een telefoongesprek met [medeverdachte 4]42. [verdachte] zegt: en wij gaan vanavond om 9 uur toch. [medeverdachte 4] zegt: eerder. [verdachte] vraagt: hoe laat dan ? [medeverdachte 4] zegt: na hij sluit nou toch om 6 uur ofzo, 5 uur. [verdachte] zegt: nee joh het is zaterdag. [medeverdachte 4] zegt: zaterdag is ie niet tot 9 uur open, tot 5 uur.
[verdachte] voert op 9 februari 2008 om 17.43 uur een telefoongesprek met [medeverdachte 1]43. [medeverdachte 1] zegt: is kwart voor zes vriend, jij moet effetjes naar … effetjes iets gaan checken. [verdachte] vraagt; wat dan? [medeverdachte 1] zegt: ja dat weet je zelf ook wel vriend, jij moet effetjes gaan kijken. [verdachte] zegt: bij een nieuwe? [medeverdachte 1] zegt: neehee bij eentje die we hadden besloten van effe wachten. [verdachte] vraagt: een nieuwe, een andere. [medeverdachte 1] zegt Nee we hadden toch eentje gezet. Je weet toch. Waar je die gereedschap ken halen enzo. Nou die ken je, die ga je, die moet je effe gaan checken of niet. [verdachte] zegt: ik begrijp het niet. Ik ben zo bij jou.
[verdachte] voert op 9 februari 2008 om 19.22 uur wederom een gesprek met [medeverdachte 1]44. [medeverdachte 1] vraagt: heb je nog gedaan wat je moest. [verdachte] zegt. Ja, we hebben effe gecheckt. We weten ietsjes meer maar nog niet genoeg. [medeverdachte 1] zegt: we hebben morgen ook nog.
Het observatieteam volgt op 9 februari 2008 [verdachte] in diens auto.45 [verdachte] haalt [medeverdachte 4] omstreeks 18.00 uur op. Omstreeks 18.10 uur staat de auto met [medeverdachte 4] en [verdachte] erin aan de [straatnaam 4]. Om 18.29 uur rijden ze weg vanaf de [straatnaam 4] via de [straatnaam 5], [straatnaam 6], [straatnaam 8], [straatnaam 9], [straatnaam 10], [straatnaam 11] naar de [straatnaam 12] in [plaatsnaam]. De auto parkeert ter hoogte van de [adres]. Vanaf deze locatie is er zicht op de woning van [slachtoffer 6] aan de [adres] in Rotterdam.
[slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij op 9 februari 2008 heeft gewerkt van 9.00 tot 18.00 uur en dat hij zoals altijd dezelfde route naar huis heeft genomen.46
Het verweer dat Molendijk toen mogelijk ene Jerrel aan de [straatnaam 10 en huisnummer] in [plaatsnaam] heeft bezocht verwerpt de rechtbank. Op de door de officier van justitie bij repliek overgelegde foto47 is te zien dat de stopplaats van de verdachtes auto voor de woning van [slachtoffer 6] is gelegen. De woning van de genoemde Jerrel ligt op geruime afstand van de stopplaats van verdachte, zodat het de rechtbank niet aannemelijk voorkomt dat verdachte toen deze Jerrel heeft bezocht.
In een opgenomen gesprek48 in de PI de IJssel vertelt [medeverdachte 4] aan [verdachte] dat Karwei nog is gedaan is. [verdachte] vraagt: had die veel. [voornaam medeverdachte 4] zegt: nee beetje …. [medeverdachte 4] zegt: hij is in zijn eentje gewoon zo teruggereden zo met die gozer. Die gozer zegt ja de geldwagen is vanmiddag geweest. Hij zegt rij maar terug. [verdachte] zegt: ik zei toch let op die moet je gewoon doen.
Op grond van de hierboven genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medeplichtig is aan de overval op de Karwei door een zogenaamde voorverkenning te doen ten aanzien van de route die de bedrijfsleider naar zijn huis volgt.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
Zaak Lidl
op 7 februari 2008 te Zwijndrecht, tezamen en in vereniging met anderen
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag ongeveer 7635,22 Euro toebehorende aan Lidl, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
B)
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 1],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader(s),
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en op die [slachtoffer 1] heeft gericht en gericht gehouden en tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gedrukt en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: "Maak die fucking deur open, we gaan geld uit de kluis halen.", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- die [slachtoffer 1] tegen zijn rug heeft geduwd en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] moest doorlopen en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de rug van die [slachtoffer 1] heeft geduwd en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: "Waar is de kluis, we moeten geld, we moeten geld." en "Waar is de kluis?." en "Waar is de sleutel?" en "Ga op de grond liggen met je hoofd die kant op." en "Doe je handen op je hoofd." en "Voor je kijken of ik knal je kop eraf." en "Je moet komen staan." en "Je moet opschieten, anders zie je je vrouw en kinderen niet meer." en "Haal het fucking alarm eraf, haal het alarm eraf." en "Ik weet nu waar je woont, dus doe geen gekke dingen, anders
zie je je vrouw en kinderen nooit meer terug.", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geduwd en die [slachtoffer 1] heeft gesommeerd op zijn buik te gaan liggen en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: "Ga daarheen liggen met je kop.", althans woorden van gelijke strekking en
- die [slachtoffer 1] meermalen tegen zijn rug en nek heeft geschopt en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij zijn handen op zijn rug moest doen en de handen en voeten van die [slachtoffer 1] met tie-wraps hebben vastgebonden en
- die [slachtoffer 1] tegen zijn lichaam heeft geschopt en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen dat hij naar rechts moest kijken, althans woorden van gelijke strekking;
2.
Zaak WWM
op 12 februari 2008 te Rotterdam wapens van categorie I onder 7°, te weten een balletjespistool en een balletjesgeweer, zijnde voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens, voorhanden heeft gehad;
3.
op 9 februari 2008 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, in een supermarkt gelegen aan de [adres]
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag ongeveer 32.915 Euro en een portemonnee met inhoud, toebehorende aan C1000 en/of [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit het:
- tonen van op vuurwapens gelijkende voorwerpen aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en
- richten van op vuurwapens gelijkende voorwerpen op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en
- meermalen slaan en schoppen van [slachtoffer 2] en
- dwingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] om op de grond te gaan liggen en
- vastbinden van de polsen van [slachtoffer 5] en
- doorzoeken van de kleding [slachtoffer 4] en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4]zeggen: "Geen geintjes of ik schiet." en "Ik wil je handen zien, anders schiet ik.", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking;
4.
in de periode van 1 januari 2008 tot en met 10 februari 2008 te Rotterdam, meermalen telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.
omstreeks 11 februari 2008 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 20 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
11/712412-08
6.
op 12 februari 2008 te Rotterdam een quad voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die quad wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7.
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] en/of anderen op 18 februari 2008 te Barendrecht,
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen geld en een bromfiets toebehorende aan Karwei van Neerbos Bouwmarkten B.V.en/of [slachtoffer 6], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van
geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
B)
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 6] hebben gedwongen tot de afgifte van geld en een mobiele telefoon en een geldbedrag ongeveer 70 euro,
toebehorende aan Karwei van Neerbos Bouwmarkten B.V. en/of [slachtoffer 6],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat [medeverdachte 3] en/of anderen,
- voor de bromfiets van die [slachtoffer 6] zijn gesprongen en het stuur van die bromfiets hebben vastgepakt en
- een vuurwapen op die [slachtoffer 6] heeft gericht en gericht gehouden en - tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd dat hij af moest stappen, en die [slachtoffer 6] bij zijn lichaam hebben vastgepakt en vastgehouden en
- gezegd dat die [slachtoffer 6] mee moest werken, want er zouden ook nog twee personen bij die [slachtoffer 6] thuis op [straatnaam 8] voor de deur staan en dat ze hem al een tijdje volgden en dat hij moest fluisteren en niet in hun gezicht mocht kijken en naar beneden moest kijken en dat hij geen geintjes moest maken, anders zouden ze hem neerschieten, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking;
Tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen of een ander in de periode van 8 februari 2008 tot 12 februari 2008 te Barendrecht en Rotterdam opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
- tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een plan op te vatten om voornoemde overval te gaan plegen en
- die [medeverdachte 4] te benaderen voor een voorobservatie voor deze overval en
- zich naar de [straatnaam 4] althans naar de omgeving van de plaats delict te begeven en observaties te verrichten en
- tegen die [medeverdachte 4] te zeggen “hij is nog goed” en
- die [medeverdachte 4] op te halen en
- die [medeverdachte 4] zijn, verdachtes, auto te laten besturen en
- zich met die [medeverdachte 4] in die auto naar de omgeving van de plaats delict (straatnaam 13] en [straatnaam 2] te [plaatsnaam] te Barendrecht begeven en
- rond het tijdstip dat voornoemde [slachtoffer 6] zich op 8 februari 2008 en 9 februari 2008 van de Karwei gelegen aan de [straatnaam 13] te Barendrecht richting zijn huis aan de [adres] begaf, de route die deze [slachtoffer 6] reed te rijden en
- aldus hieromtrent informatie te vergaren en
- de route aldus voor te verkennen en
- die [medeverdachte 1] omtrent bevindingen te informeren.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
1. primair
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, VOORAFGEGAAN, VERGEZELD EN GEVOLGD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN
en
AFPERSING DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN;
2.
HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 13, EERSTE LID VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE;
3.
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, VOORAFGEGAAN, VERGEZELD EN GEVOLGD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN;
4.
OPZETTELIJK HANDELEN IN STRIJD MET HET IN ARTIKEL 2 ONDER B VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD, MEERMALEN GEPLEEGD;
5.
OPZETTELIJK HANDELEN IN STRIJD MET HET IN ARTIKEL 2 ONDER C VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD;
6.
OPZETHELING;
7. primair
MEDEPLICHTIGHEID AAN DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, VOORAFGEGAAN, VERGEZELD EN GEVOLGD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN
en
MEDEPLICHTIGHEID AAN AFPERSING DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN.
6 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 De strafoplegging
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren onvoorwaardelijk met aftrek van voorarrest.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vraagtekens gezet bij het handelen van de officier van justitie ten aanzien van de verdachten die openheid van zaken hebben gegeven. De raadsman doelde daarbij op [getuige 2], die blijkens de inhoud van het dossier ook als verdachte voor diverse feiten kan worden aangemerkt, en die door de officier van justitie niet als verdachte wordt aangemerkt. Voorts wordt bij [medeverdachte 2] als enige een voorwaardelijke straf geëist in het onderzoek Lindespint. Het kan naar de mening van de raadsman niet anders dan dat dit verband houdt met het (deels) openheid geven van zaken bij de politie. De houding van verdachte kan van invloed zijn op de hoogte van de straf, maar het kan niet zo zijn dit leidt tot een strafeis van vier jaren waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor [medeverdachte 2] en negen jaren voor verdachte.
De raadsman is van mening dat de officier van justitie met deze eis inbreuk maakt op het recht van verdachte niet mee te hoeven werken aan zijn eigen veroordeling, zoals neergelegd in artikel 6 het EVRM. De raadsman noemt de eis van de officier van justitie een
“schrikeis”.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor alle feiten. De raadsman heeft subsidiair verzocht de eis van de officier van justitie te matigen tot minimaal de straf van [medeverdachte 2]. Naar de mening van de raadsman dient de rechtbank echter in vergelijking met [medeverdachte 2] op een lagere straf uit te komen.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Er is niet over verdachte gerapporteerd, omdat hij weigerde daaraan mee te werken.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte is in korte tijd betrokken geweest bij overvallen op twee supermarkten en heeft voorbereidingen getroffen voor een overval op een bouwmarkt. Bij drie overvallen was sprake van bedreigingen van het winkelpersoneel met vuurwapens, verbale bedreigingen en ander geweld tegen het personeel. Ook werden de overvallen door meerdere daders gepleegd. De buit liep in de tienduizenden euro´s. Verdachte heeft hierbij gehandeld uit puur winstbejag en heeft op geen enkele wijze laten blijken dat hij enig medeleven heeft voor zijn slachtoffers.
De door verdachte gepleegde feiten veroorzaken veel gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers die vaak nog lange tijd de gevolgen van dergelijke feiten ondervinden. Daarnaast hebben dergelijke feiten een grote impact op de veiligheid van de maatschappij.
Verder heeft verdachte gedurende ruim twee maanden gehandeld in cocaïne en had hij 20 gram cocaïne in zijn woning liggen. Ook hiermee heeft verdachte gehandeld uit eigen gewin. Verdachte heeft bewust gedeald terwijl van algemene bekendheid is dat verdovende middelen grote gevaren opleveren voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Gebruikers bekostigen hun drugsgebruik veelal door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor aan de samenleving ernstige schade wordt berokkend.
Verdachte had verder een gestolen quad in zijn schuur staan en in zijn keuken bewaarde hij een tweetal nepvuurwapens.
Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank nog mee dat verdachte de afgelopen jaren een aanzienlijk strafblad heeft opgebouwd.
De rechtbank komt tot een lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd omdat de rechtbank rekening houdt met de aan de medeverdachten op te leggen straffen en de omstandigheid dat verdachte niet daadwerkelijk in de winkels is geweest ten tijde van de overvallen.
In verband met een juiste normhandhaving dient een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te worden opgelegd voor de duur als hierna te melden.
8 Het beslag
8.1 De verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel, dat de onder verdachte inbeslaggenomen en aan hem toebehorende mobiele telefoons en weegschaal, dienen te worden verbeurd verklaard, nu met behulp van deze voorwerpen de bewezenverklaarde feiten 4 en 5 zijn begaan of voorbereid.
8.2 De onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de onttrekking aan het verkeer gelasten van de onder verdachte inbeslaggenomen doos met drugsgerelateerde goederen en koffiemolen met resten verdovende middelen, nu deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
8.3 De teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het geldbedrag van EUR 85,50 aan de C1000 te Barendrecht, omdat deze redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank zal geen beslissing nemen ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen quad, nu blijkens een beschikking van de raadkamer van deze rechtbank d.d. 28 januari 2009 reeds teruggave aan klager van deze quad is gelast.
9 De benadeelde partij
9.1 Van Neerbos Bouwmarkten B.V. (Karwei)
De benadeelde partij Van Neerbos Bouwmarkten B.V. (Karwei) vordert een schadevergoeding van EUR 11.342,= voor feit 7.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Door de verdediging is de inhoud van de vordering niet betwist.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
De rechtbank heeft in het vonnis van medeverdachte [medeverdachte 1] bevolen, dat een aangetroffen geldrol met twee euro muntstukken teruggegeven dient te worden aan Karwei. De rechtbank zal de vordering daarom met het bedrag van deze rol, te weten EUR 50,=, verminderen. Het gevorderde bedrag is voor het overige voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering minus de genoemde vermindering zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de schade is ontstaan.
Nu verdachte de desbetreffende strafbare feiten met anderen heeft gepleegd en er derhalve van moet worden uitgegaan dat deze personen mede aansprakelijk zijn voor de door deze feiten veroorzaakte schade, zal worden verstaan dat verdachte terzake hoofdelijk is verbonden.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
9.2 [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] vordert een schadevergoeding van EUR 1.868,78 voor feit 7.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde, met matiging van post 3 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Door de verdediging is de inhoud van de vordering niet betwist.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde bedrag is voldoende aannemelijk gemaakt en ook niet betwist door de verdediging, zodat de vordering integraal zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de schade is ontstaan.
Nu verdachte de desbetreffende strafbare feiten met anderen heeft gepleegd en er derhalve van moet worden uitgegaan dat deze personen mede aansprakelijk zijn voor de door deze feiten veroorzaakte schade, zal worden verstaan dat verdachte terzake hoofdelijk is verbonden.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
10 De wettelijke voorschriften
De opgelegde straffen en maatregelen berusten op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 48, 57, 310, 312, 317 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie en artikel 3 van de Regeling wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
11 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een GEVANGENISSTRAF van ZEVEN (7) JAREN;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
1.00 STK Weegschaal, volgnummer politie A1104-02
1.00 STK mobiele telefoon, Samsung D500, volgnummer politie A2502-08
1.00 STK mobiele telefoon, Samsung D600, volgnummer politie Aq2502-10;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
1.00 STK verdovende middelen, doos met drugsgerelateerde goederen A1101-A-02
1.00 STK Koffiemolen, met resten verdovende middelen A1101-A-05;
- gelast de teruggave aan C1000 te Barendrecht van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten;
Geld euro, waarde EUR 85,50;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Van Neerbos Bouwmarkten B.V. van EUR 11.292,00 ( elfduizendtweehonderdtweeënnegentig euro) en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 februari 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Van Neerbos Bouwmarkten B.V., EUR 11.292,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 91 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van EUR 1.868,78
(achttienhonderdachtenzestig euro) en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 februari 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], EUR 1.868,78 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 28 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello voorzitter,
mr. W.P.M. Jurgens en mr. dr. M.I. Blagrove, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. Herlaar griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 maart 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
De wijzigingen tenlastelegging ex artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering zijn cursief weergegeven in de tekst.
1.
Zaak Lidl
hij op of omstreeks 7 februari 2008 te Zwijndrecht,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en) (ongeveer 7635,22 Euro) en/of een portemonnee (met inhoud),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Lidl en/of
[slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
B)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1]heeft gedwongen tot
de afgifte van (een) geldbedrag(en) (ongeveer 7635,22 Euro) en/of een
portemonnee (met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Lidl en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn, mededader(s),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 1]heeft/hebben getoond en/of op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of tegen het hoofd van die [slachtoffer 1]heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer 1]heeft/hebben geroepen: "Maak die fucking deur open,
we gaan geld uit de kluis halen.", althans woorden van gelijke dreigende
aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1]tegen zijn rug heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 1]heeft/hebben gezegd dat die [slachtoffer 1]moest
doorlopen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de rug van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "Waar is de kluis, we moeten
geld, we moeten geld." en/of "Waar is de kluis?." en/of "Waar is de
sleutel?" en/of "Ga op de grond liggen met je hoofd die kant op." en/of "Doe
je handen op je hoofd." en/of "Voor je kijken of ik knal je kop eraf." en/of
"Je moet komen staan." en/of "Je moet opschieten, anders zie je je vrouw en
kinderen niet meer." en/of "Haal het fucking alarm eraf, haal het alarm
eraf." en/of "Ik weet nu waar je woont, dus doe geen gekke dingen, anders
zie je je vrouw en kinderen nooit meer terug.", althans woorden van gelijke
dreigende aard en/of strekking en/of
- tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd en/of die [slachtoffer 1] heeft/hebben gesommeerd op zijn buik te gaan liggen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "Ga daarheen liggen met je
kop.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen zijn rug en/of nek
heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij zijn handen
op zijn rug moest doen en/of (vervolgens) de handen en/of voeten van die [slachtoffer 1] met tie-wraps heeft/hebben vastgebonden en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen zijn lichaam heeft/hebben
geschopt en/of
- tegen die [slachtoffer 1]heeft/hebben geroepen dat hij naar rechts moest
kijken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of (een) ander(en) op of omstreeks 7 februari 2008 te
Zwijndrecht,
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen
(een) geldbedrag(en) (ongeveer 7635,22 Euro) en/of een portemonnee (met
inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Lidl
en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die
[medeverdachte 1] en/of die ander(en) en/of aan verdachte, welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voornoemd
misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en/of
B)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft/hebben
gedwongen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (ongeveer 7635,22 Euro)
en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan Lidl en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die ander(en) en/of aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die
[medeverdachte 1] en/of die ander(en),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of tegen het hoofd van
die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "Maak die fucking deur open,
we gaan geld uit de kluis halen.", althans woorden van gelijke dreigende
aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] tegen zijn rug heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat die [slachtoffer 1] moest
doorlopen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwer, tegen de rug van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "Waar is de kluis, we moeten
geld, we moeten geld." en/of "Waar is de kluis?." en/of "Waar is de
sleutel?" en/of "Ga op de grond liggen met je hoofd die kant op." en/of "Doe
je handen op je hoofd." en/of "Voor je kijken of ik knal je kop eraf." en/of
"Je moet komen staan." en/of "Je moet opschieten, anders zie je je vrouw en
kinderen niet meer." en/of "Haal het fucking alarm eraf, haal het alarm
eraf." en/of "Ik weet nu waar je woont, dus doe geen gekke dingen, anders
zie je je vrouw en kinderen nooit meer terug.", althans woorden van gelijke
dreigende aard en/of strekking en/of
- tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd en/of die [slachtoffer 1] heeft/hebben gesommeerd op zijn buik te gaan liggen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "Ga daarheen liggen met je
kop.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen zijn rug en/of nek
heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij zijn handen
op zijn rug moest doen en/of (vervolgens) de handen en/of voeten van die [slachtoffer 1] met tie-wraps heeft/hebben vastgebonden en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, tegen zijn lichaam heeft/hebben
geschopt en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen dat hij naar rechts moest
kijken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de
periode van 7 februari 2008 tot en met 9 februari 2008 te Rotterdam en/of
Zwijndrecht en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een persoon ([medeverdachte 2]) te ronselen en/of te regelen en/of te vragen om als
chauffeur op te treden van de (gestolen) auto die bij voornoemd misdrijf
(als vervoersmiddel) zou worden gebruikt en/of die [medeverdachte 2] aanwijzingen te
geven over de te dragen kleding tijdens voornoemd misdrijf en/of
- die [medeverdachte 2] (tezamen met een ander) op te halen voorafgaand aan het misdrijf
althans te regelen dat die [medeverdachte] werd opgehaald en/of
- een (gestolen) auto (die bij voornoemd misdrijf zou worden gebruikt) ter
beschikking te stellen aan [medeverdachte 2] en/of diens mededader(s) en/of
- zijn, verdachtes, mobiele telefoon ter beschikking te stellen aan [medeverdachte 1], (waarmee die kon communiceren met een of meer van diens
mededader(s));
2.
Zaak WWM
hij op of omstreeks 12 februari 2008 te Rotterdam (een) wapen(s) van categorie
I onder 7°, te weten een balletjespistool en/of een balletjesgeweer, zijnde
(een) voorwerp(en) dat voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een
sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor
ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 9 februari 2008 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, in/uit een supermarkt gelegen aan de
Bredenoord (8)
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag (ongeveer 32.915 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan C1000, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
B)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van
een geldbedrag (ongeveer 32.915 Euro), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan C1000, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- betreden van de C1000 met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun, verdachtes
en/of medeverdachtes, hoofd(en) en/of
- tonen en/of voorhouden van (een op) (een) vuurwapen(s) (gelijkende
voorwerp(en)) aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 5] en/of
- richten van (een op) (een) vuurwapen(s) (gelijkende voorwerp(en)) op [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen
van [slachtoffer 2] en/of
- dwingen van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] om op de grond te gaan liggen en/of
- vastbinden van de polsen van [slachtoffer 5] en/of
- doorzoeken van de kleding van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 5] zeggen: "Geen geintjes of ik schiet." en/of "Ik wil je
handen zien, anders schiet ik.", althans woorden van gelijke dreigende aard
of strekking;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2007 tot en met 10 februari 2008 te
Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
(telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
5.
hij op of omstreeks 11 februari 2008 te Rotterdam, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 20 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
11/712413-08
6.
hij op of omstreeks 12 februari 2008 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
een quad heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die quad
wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis Wetboek van Strafrecht
7. Vervallen
hij op of omstreeks 12 februari 2008 te Rotterdam
(een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een balletjesgeweer (Double
Eagle, type M82 caliber) en/of een balletjespistool,
zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen
een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een)
voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
3.
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 1] en/of (een) ander(en)
op of omstreeks 18 februari 2008 te Barendrecht,
A)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen
(een) geldbedrag(en) (ongeveer 11.009,50 Euro) en/of een bromfiets en/of een
mobiele telefoon en/of een geldbedrag (ongeveer 70 euro), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan Karwei (van Neerbos Bouwmarkten
B.V.) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [ medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 1] en/of die ander(en) en/of aan
verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 6], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s)
van voornoemd misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en/of
B)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 6] heeft/hebben gedwongen
tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (ongeveer 11.009,50 Euro) en/of een
bromfiets en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag (ongeveer 70 euro),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Karwei (van
Neerbos Bouwmarkten B.V.) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan [ medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 1]en/of aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [ medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 1] en/of die ander(en),
- voor de bromfiets van die [slachtoffer 6] is/zijn gesprongen en/of het stuur van
die bromfiets heeft/hebben vastgepakt en/of
- een vuurwapen op die [slachtoffer 6] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden
en/of
- tegen die [slachtoffer 6] heeft/hebben gezegd dat hij af moest stappen, en/of
die [slachtoffer 6] bij zijn lichaam heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden
en/of
- gezegd dat die [slachtoffer 6] mee moest werken, want er zouden ook nog twee
personen bij die [slachtoffer 6] thuis op de [straatnaam 8] voor de deur staan en/of dat
ze hem al een tijdje volgden en/of dat hij moest fluisteren en/of niet in
hun gezicht mocht kijken en/of naar beneden moest kijken en/of dat hij geen
geintjes moest maken, anders zouden ze hem neerschieten, althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking;
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode
van 8 februari 2008 tot en met 9 februari 2008 te Barendrecht en/of elders in
Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
door
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een plan op te vatten om voornoemde overval te gaan plegen en/of
die [medeverdachte 4] te benaderen voor een voorobservatie voor deze overval en/of
zich met die [medeverdachte 1] althans alleen naar de omgeving van het plaats delict
([straatnaam 13] en/of [straatnaam 2] te Barendrecht) te begeven teneinde daar
observaties te verrichten en/of (vervolgens) die [medeverdachte 4] op te halen en/of zich
(vervolgens) met die [medeverdachte 4] naar de omgeving van het plaats delict ([straatnaam 13] en/of [straatnaam 2] te Barendrecht) te begeven en/of (rond het tijdstip
dat voornoemde [slachtoffer 6] zich op 8 februari 2008 en/of 9 februari 2008 van de
Karwei (Gelegen aan de [adres]) richting zijn huis begaf),
de route die deze [slachtoffer 6] reed, te rijden en/of aldus voor te verkennen.
Tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen of een ander althans alleen, in of omstreeks de periode van 8 februari 2008 tot en met 12 februari 2008 te Barendrecht en/of Rotterdam en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
- tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een plan op te
vatten om voornoemde overval te gaan plegen en/of
- die [medeverdachte 4] te benaderen voor een voorobservatie voor deze overval en/of
- zich met die [medeverdachte 1] althans alleen naar de [straatnaam 4] althans naar de
omgeving van de plaats delict ([straatnaam 13] en/of [straatnaam 2] te
Barendrecht) te begeven en/of (aldaar) observaties te verrichten en/of
- (vervolgens) tegen die [medeverdachte 4] te zeggen “hij is nog goed” en/of
- (vervolgens) die [medeverdachte 4] op te halen en/of
- die [medeverdachte 4] zijn, verdachtes, auto te laten besturen en/of
- zich (vervolgens) met die [medeverdachte 4] in die auto naar de omgeving van de plaats delict ([straatnaam 13] en/of [straatnaam 2] te Barendrecht) te begeven en/of
- (rond het tijdstip dat voornoemde [slachtoffer 6] zich op 8 februari 2008 en/of 9
februari 2008 van de Karwei (gelegen aan de [adres] te Barendrecht) richting
zijn huis aan de [adres] begaf), de route die deze [slachtoffer 6]
reed te rijden en/of
- (aldus) hieromtrent informatie te vergaren en/of
- de route aldus voor te verkennen en/of
- (vervolgens) die [medeverdachte 1] omtrent bevindingen te informeren.
SUBSIDIAIR: voor zover het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 februari 2008 te Barendrecht en/of Rotterdam althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen ter voorbereiding van het misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan Karwei (van Neerbos Bouwmarkten) te Barendrecht en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerk(st)ers van die Karwei, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, opzettelijk een auto (volkswagen ([kenteken])) bestemd tot het begaan van dat misdrijf voorhanden heeft gehad, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) - zich meermalen, althans eenmaal (rond sluitingstijd) met die auto naar de (directe)
omgeving van die Karwei aan de [straatnaam 13] te Barendrecht begeven en/of
(rond het tijdstip dat een medewerker van voornoemde Karwei zich op 9
februari 2008 van de Karwei (gelegen aan de [straatnaam 13] te Barendrecht) richting zijn huis aan de [adres] begaf), de route die deze medewerker van Karwei reed, gereden;