ECLI:NL:RBDOR:2009:BH1166
Rechtbank Dordrecht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executie van kantoorinventaris van Prignis B.V. en belangenafweging bij belastingvordering
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht werd behandeld, vorderde Prignis B.V. een staking van de voorgenomen executieveiling van haar kantoorinventaris door de Ontvanger van de Belastingdienst Rivierenland. Prignis B.V. had een schuld van circa € 513.935 aan de Ontvanger, die op 12 december 2008 executoriaal beslag had gelegd op de kantoorinventaris. De openbare verkoping was gepland op 29 januari 2009. Prignis B.V. stelde dat de executie onaanvaardbaar was gezien de omstandigheden waaronder het bedrijf verkeerde, waaronder een brand in het bedrijfspand en een inbraak waarbij belangrijke bedrijfsgegevens verloren waren gegaan. De nieuwe accountant van Prignis B.V. had aangegeven binnen een maand een plan van aanpak te kunnen presenteren om de financiële situatie te verbeteren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de vordering van Prignis B.V., aangezien de executie ernstige gevolgen voor de bedrijfsvoering zou hebben. De rechter erkende dat de verkoop van de kantoorinventaris slechts een fractie van de openstaande schuld zou dekken en dat de gevolgen voor Prignis B.V. aanzienlijk zouden zijn, mogelijk leidend tot faillissement. De Ontvanger had verweer gevoerd, maar de rechter vond dat de belangen van Prignis B.V. in deze situatie zwaarder wogen.
Uiteindelijk werd de Ontvanger bevolen om de voorgenomen executoriale verkoop te staken tot en met 28 februari 2009, met de mogelijkheid om na deze datum de verkoop te hervatten, tenzij Prignis B.V. aan de voorwaarden van de Ontvanger voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. J.C. Halk op 28 januari 2009.