ECLI:NL:RBDOR:2008:BG2061
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in strafzaken met gelijktijdige behandeling van bezwaarschriften
In deze zaak heeft de rechtbank Dordrecht op 30 oktober 2008 een verzoek tot wraking behandeld. Het verzoek was ingediend door de raadsman van de verdachten, die vreesde voor de onpartijdigheid van de gewraakte rechter, mr. [rechter 1]. De raadsman voerde aan dat de gewraakte rechter eerder beslissingen had genomen in een vergelijkbare zaak, wat de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd zou maken. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld tijdens een zitting achter gesloten deuren op 23 oktober 2008, waar zowel de raadsman als de officier van justitie, mr. P. van de Kerkhof, aanwezig waren.
De gewraakte rechter heeft in zijn verweer gesteld dat de beslissingen die hij eerder heeft genomen niet in strijd zijn met de onpartijdigheid, omdat de bezwaarschriften tegen de dagvaarding dateren van voor de eerdere beslissingen. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot wraking, stellende dat een eerdere beslissing van een rechter niet automatisch leidt tot een vermoeden van partijdigheid.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de gewraakte rechter. Het verzoek tot wraking is dan ook ongegrond verklaard en afgewezen. De beslissing is genomen door de rechters W.M.P.M. Weerdesteijn, E.D. Rentema en A.P. Hameete.